Oefenvragen eiwitsynthese Flashcards
Transcriptie vindt plaats in ..1.., en translatie vindt plaats in ..2..
1 = de celkern en 2 = het cytoplasma
Bij het begrip “Secundaire structuur van een eiwit” hoort de uitleg: “Lokale vouwing van eiwitten die ontstaat door waterstofbruggen” –> Juist of onjuist?
Juist
Bij het begrip “Golgi-systeem” hoort de uitleg: “Plek in de cel waar eiwitten worden afgebroken.” –> Juist of onjuist?
Onjuist
tRNA moleculen zijn RNA-moleculen die aminozuren naar de ribosomen brengen tijdens de eiwitsynthese. –> Juist of onjuist?
Juist
Welke uitleg past bij het begrip anticodon?
Een groep van drie opeenvolgende basen in het tRNA, dat het bijbehorende codon op een mRNA-molecuul ontdekt.
Welke uitleg past bij het begrip basenpaar?
Twee tegenover elkaar liggende nucleotiden in dubbelstrengs DNA of RNA, die aan elkaar vast zitten door middel van waterstofbruggen.
Welke uitleg past bij het begrip mitochondriaal DNA?
DNA dat zich niet in de celkern bevindt, maar in de mitochondriën.
Hoe heet het proces waarbij eiwitten gemaakt worden op basis van informatie op het DNA?
Eiwitsynthese
Welke uitleg past het best bij het begrip DNA?
De code waarin al het erfelijk materiaal van organismen is vastgelegd.
Een onderzoeker wil in het laboratorium bekijken hoe ribosomen werken. Waar gaat deze onderzoeker waarschijnlijk als eerst naar kijken?
Het endoplasmatisch reticulum
Welke uitleg past bij het begrip restrictie-enzym?
Een enzym dat DNA-moleculen op specifieke plaatsen kan afknippen.
Welke uitleg past het best bij het begrip startcodon?
De plek waar het aflezen van het mRNA-molecuul begint
Welke uitleg past het best bij het begrip afleesrichting?
De richting waarin erfelijk materiaal wordt afgelezen
Waar zijn mitochondriën verantwoordelijk voor?
Organellen die verantwoordelijk zijn voor het onttrekken van energie uit voedingsstoffen.
Wat is de secundaire structuur van een eiwit?
Lokale vouwing van eiwitten die ontstaat door waterstofbruggen en bepaalt de hoek die de aminozuren samen maken.
Wat zijn nucleïnezuren?
Organische verbindingen die bestaan uit aan elkaar gekoppelde nucleotiden