Oefentoets 1 Flashcards
De conjunctuurfase waarin de groei van het reële bruto binnenlands product toeneemt, heet
Opgaande fase
De fase van hoogconjunctuur wordt volgens de economische theorie gekenmerkt door
Stijgende werkgelegendheid en stijgende inflatie
Economische groei op de lange termijn kan het best worden weergegeven als
de trendmatige groei van de productie per persoon die hogere inkomens en een hogere levensstandaard mogelijk maakt
De conjunctuurfase waarin de groei van het reële bruto binnenlands product afneemt, heet
neergang
Perioden waarin productie en werkgelegenheid meer dan evenredig dalen, worden omschreven als
neergaande fases
Tijdens een langdurige recessie, zoals er in Griekenland al enige tijd sprake van is
Dalende arbeidsproductiviteit en dalende werkgelegenheid
In een recessie zal de inflatie dalen. w/o
Als er een grote doorbraak optreedt in de product- of procestechnologie begint een opgaande fase in de lange cyclus, omdat de nieuwe technologie de productiviteit in de economie vergroot. w/o
WAAR
Het multiplicatoreffect stelt dat als het nationaal inkomen verhoogd wordt met X miljoen dat de periode nadien het nationaal inkomen nog meer gaat verhogen.
Waarom is deze verhoging niet oneindig?
Omdat een percentage van het kapitaal verdwijnt in lekken (belastingen, buitenlandse aankopen)
Van anticyclische begrotingspolitiek is sprake, wanneer de overheid
conjunctuurschommelingen probeert af te remmen
Bij conjunctuurgolven gaat het over een transitie van de economische groei van een land. Wat betekent het woord transitie hier in deze context?
Om de economische groei tussen verschillende landen te vergelijken maken we gebruik van het BBP in constante prijzen. w/o
Het BBP is het perfecte instrument om de economische groei te berekenen. Het houdt o.a. rekening met de milieuproblematiek, vrijwilligerswerk, enz. w/o
Volgens het Donutmodel moeten we bij ALLE economische beslissingen rekening houden met de impact ervan op de maatschappij en de economie. w/o
De HDI (human development index) -index houdt rekening met drie componenten: onderwijsniveau, inkomen en levensverwachting. w/o