OEFENNNEN Flashcards
hij is aan het rijden
sta guidando
jullie zijn aan het wachten
state aspettando
zij is muziek aan het luisteren
sta ascoltando musica
jullie zijn aan het wandelen
state facendo una passeggiata
ik ben aan het zwemmen
sto nuotando
zwemmen
nuotare
ik ben aan het leren voor mijn examen
sto studiando per il mio esame
ik ben aan het lachen op een grap
sto ridendo per una battuta
ik ben aan het schrijven in mijn dagboek
sto scrivendo nel mio diario
ik ben aan het schoonmaken
sto pulendo
wij bespreken een boek
stiamo discutendo un libro
discussiëren / bespreken / overleggen
discutare
ik ben aan het zingen in de woonkamer
sto cantando nel soggiorno
ik ben een liedje aan het zingen
sto cantando una canzone
ik heb gerend
ho corso
ik heb gelezen
ho letto
ik heb een reis gemaakt
ho fatto un viaggio
ik heb een hond gezien
ho visto un cane
ik heb gezien
ho visto
ik heb een vriend gebeld
ho chiamato un amico
ik heb de deur open gemaakt
ho aperto la porta
ik heb geopend
ho aperto
openen
aprire
bellen
chiamare