Oefenen Theorie Online Flashcards

1
Q

Moeten alle bestuurders (van wel voertuig dan ook), zo veel mogelijk rechts houden?

A

JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mogen fietsers met zn tweeen naast elkaar rijden?

A

JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mogen snorfietsers met zn tweeen naast elkaar rijden?

A

NEE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar mogen bromfietsers rijden?

A

Fietspad. Als dat ontbreekt, op de rijbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar rijden gehandicaptenvoertuigen?

A

Op de stoep, fietspad of rijbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebruijken ruiters?

A

Ruiterpad of rijbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mogen voetgangers de weg gebruiken als ze in een colonne, uitvaartstoet of optocht lopen?

A

JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het rijbewijs B geeft bezitters daarvan het recht om een auto of busje voor maximaal ? passagiers te besturen

A

8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het auto of busje mogen maximaal ? kg wegen.

A

3500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het rijbewijs is ? jaar geldig

A

10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aan de auto mogen bestuurders een aanhangwagen koppelen met een totaalgewicht van maximaal ? kg (lege gewicht + laadvermogen)

A

750

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mag een aanhanger trekken van meer dan 750 kilo zijn?

A

Alleen als de auto en de aanhanger samen niet boven de 3.500 kilo (lege gewicht + laadvermogen) uitkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geldt rijbewijs B voor een driewielig motorvoertuig?

A

Voor bezitters van een rijbewijs dat is uitgegeven vóór 19 januari 2013, geldt dat het rijbewijs B ook geldt voor een driewielig motorvoertuig. Wie op of na 19 januari 2013 zijn rijbewijs haalde, moet voor de driewieler zijn rijbewijs A halen (zware motoren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de EMG?

A

De EMG is een educatieve maatregel gedrag, bedoeld voor mensen die asociaal rijgedrag vertonen. Bijvoorbeeld: bumper kleven, snijden, rechts inhalen, fors te hard rijden, of zo lang mogelijk doordrukken. Er wordt dan een vorderingsprocedure gestart, waaraan u moet meewerken. Er is verder een individueel voorgesprek en er zijn drie cursusdagen, verspreid over ongeveer zeven weken. Deelname is verplicht en de kosten zijn voor eigen rekening. Bij weigering wordt het rijbewijs ongeldig verklaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een personenauto mag hooguit ? meter lang zijn, ? meter breed en ? meter hoog.

A

12m, 2,55m, 4m

Op het kentekenbewijs staat hoe zwaar de auto is en hoe zwaar hij mag wegen inclusief lading – al dan niet in een aanhanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een auto moet remmen hebben:

A

1 rem die op alle 4 de wielen werkt en met de voet te bedienen is (voetrem) en 1 handrem die op ten minste 2 wielen werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De voetrem moet minimaal ? meter per seconde vertragen.

A

5,2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een ABS?

A

Een antiblokkeersysteem. Daardoor kun je krachtig remmen, zonder dat je de controle over de auto verliest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Is de remweg is korter door de werking van ABS?

A

NEE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoeveel richtingaanwijzers moet een auto hebben?

A

Elke auto moet er 6 hebben: 2 witte of oranje vóór, 1 aan elke zijkant en 2 oranje of rode aan de achterkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Mag de auto ook een geluidje hebben tijdens het achteruitrijden en een alarmsignaal ter voorkoming van diefstal?

A

JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoeveel spiegels moeten de autos hebben?

A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Mag een auto een dodehoekverklikker of -camera hebben?

A

JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Mag een aanhanger breder zijn dan de auto?

A

JA, mag je moet wel extra spiegels op je zijspiegels zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
De wielen van de auto moeten luchtbanden hebben met ten minste ? mm profiel
1.6
26
Hoe lang mag je een reservewiel gebruiken?
alleen om thuis mee te komen
27
Hoe hard mag je rijden met een reservewiel?
maximaal 80 km per uur
28
Wat voor markeringslichten moet een auto breder dan 2,10m hebben?
hij 2 witte markeringslichten vóór hebben en 2 rode achter
29
Wat voor markeringslichten moet een auto langer dan 6m hebben?
aan de beide zijkanten oranje markeringslichten
30
De aanhangwagen (met lading) mag hooguit ? meter hoog zijn ? meter breed (zonder lading). Ze mogen niet langer dan ? meter zijn (zonder lading).
4m, 2,5m, 12m
31
In totaal mogen auto en aanhanger niet langer dan ? meter zijn.
18
32
Als het toegestane gewicht meer is dan ? kg, moet de aanhanger een remsysteem hebben.
750kg
33
Is een aanhanger breder dan 2,10 meter
dan moet hij 2 witte markeringslichten vóór hebben en 2 rode achter
34
Is een aanhanger langer dan 6 meter
dan moeten er aan de beide zijkanten oranje markeringslichten zitten.
35
een ? eigen kentekenplaat als de aanhanger of caravan zwaarder is dan 750 kg
gele
36
een ? kentekenplaat met hetzelfde kenteken als de auto als hij lichter is dan 750 kg.
witte
37
Een aanhangwagen van meer dan ? kg (inclusief lading) moet een losbreeksysteem hebben.
1500
38
Heeft de aanhangwagen onder de ? kg dat systeem niet, dan moet hij een hulpkoppeling hebben.
1500
39
Aanhangwagens van ? kg of méér, moeten ook beschikken over een goed vastzetsysteem.
750
40
Gelden dezelde regels voor een aanhanger als je een auto sleept?
JA
41
De lading van een aanhanger mag niet meer dan ? meter achter uitsteken en niet meer dan ? meter vanaf de achterste as
1, 5
42
In de lengte ? meter aan de voor- en achterkant van een auto, ? meter x de lengte van het voertuig aan de achterkant van een aanhanger met een maximum van ? meter vanaf het midden van de achteras. De lading mag in de aanhanger niet naar voren, waar de koppeling zit, uitsteken.
1, 0,5, 5
43
In de breedte ? cm aan weerszijden van een auto (op een dakdrager) tot maximaal ? meter.
20, 2,55
44
Voor aanhangers geldt een maximum breedte van ? meter.
3
45
Een lading die meer dan ? meter naar achteren uitsteekt, moet een markeringsbord hebben.
1
46
Wordt de breedte met meer dan ? cm aan elke kant overschreden, dan moeten voor- en achterkant van de lading een markeringsbord hebben.
10
47
Met een lekke band: gas loslaten of remmen?
Gas loslaten
48
Met pech haal je gevarendriehoek tevoorschijn en zet die op ongeveer ? meter van je auto. Is de weg onoverzichtelijk of vol bochten, zet je gevarendriehoek dan een stuk verder terug neer, op zo’n ? meter afstand.
30, 100
49
De sleepkabel tussen jou en je sleper mag hooguit ? meter lang zijn en mag voor de veiligheid een rode vlag hebben.
5
50
Je lever heeft ? uur nodig om 1 glas alcohol af te breken.
1,5
51
Als je moet blazen en het promillage is meer dan ? , dan moet je als beginnende automobilist mee naar het bureau.
0.2 (1 glas alcohol)
52
Voor ervaren automobilisten geldt een maximum van ? promille.
0.5
53
Na ? punten is je rijbewijs ongeldig.
2
54
Bij een geconstateerd alcoholpromillage tussen de ? promille wordt een EMA opgelegd bij ervaren bestuurders.
1 en 1,3 (tussen 435 en 570 ug/l)
55
EMA
educatieve maatregel alcohol en verkeer
56
LEMA
lichtste versie van de educatieve maatregel alcohol en verkeer
57
Bij een geconstateerd alcoholpromillage tussen de ? promille wordt een LEMA opgelegd voor beginnende bestuurders
0,5 en 0,8 promille of 220 en 350 microgram per liter.
58
Hebben allergieen, zoals hooikoorts invloed op je rijvaardigheid?
Als je daar last van hebt, is het net of je 2 à 3 glazen alcohol hebt gedronken, zo wijst onderzoek daarnaar uit. Medicijnen die een gele sticker op het doosje of potje hebben met een waarschuwing over de rijvaardigheid, vallen ook onder het “rijden onder invloed”.
59
Tussen de ? toeren doorschakelen naar een hogere versnelling.
2000 en 2500
60
Rijd met een gelijkmatige snelheid, met een (laag of hoog?) toerental in een zo (laag of hoog) mogelijke versnelling.
laag, hoog
61
Dubbele witte onderbroken streep met daartussenin groen: je mag hier maximaal ?km/uur rijden. Mag je inhalen?
100
62
Doorgetrokken dubbele streep met daartussenin groen: maximaal ? km/uur. Mag je inhalen?
100, nee
63
Dubbele witte onderbroken streep zonder groen: maximaal ? km/uur. Mag je inhalen?
80, Ja
64
Doorgetrokken dubbele of enkele streep: maximaal ? km/uur. Mag je inhalen?
80, ja
65
Geen strepen: lastig, welk deel van de weg is voor jou? Maximaal ? km/uur
60
66
Gele streep langs stoeprand: onderbroken. Mag je parkeren?
Nee
67
Gele streep stoeprand: doorgetrokken. Mag je parkeren of even stilstaan?
Nee
68
Gele strepen op de rijbaan: die worden tijdens wegwerkzaamheden aangebracht. Gele>witte of witte>gele?
Gele>witte
69
Blauwe stoeprand of blauwe vakken. Mag je parkeren?
Ja, maar alleen met een parkeerschijf
70
Verkeersborden boven strepen of strepen boven Verkeersborden?
verkeersborden gaan boven strepen
71
Verkeersbordern boven verkeersborden en verkeersregels?
Ja
72
Persona de frente y mano derecha arriba
Algemeen stop - voor het verkeer in de vrije richtingen.
73
Persona de frente y mano izquierda a la altura de hombro
Stopteken voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van voren nadert
74
Persona de frente y mano derecha a la altura de hombro
Stopteken voor het verkeer, dat de verkeersregelaar van achteren nadert
75
Persona de frente con ambos brazos a la altura de los hombros
Stopteken zowel voor het verkeer dat de verkeersregelaar van voren, als voor het verkeer dat hen van achteren nadert
76
Persona de lado con brazo derecho hacia adelante
Stopteken voor het verkeer dat de verkeersregelaar van rechts nadert
77
Persona de lado moviendo el brazo de arriba a abajo
Teken tot snelheidverminderen
78
Remmen als:
· Bal op de weg · Kind op de weg of kind aan de zijkant · Iemand waar je geen oogcontact mee hebt · Scherpe bochten · Als je voorligger op de snelweg remt · Bij een wegrijdende bus bij een bushalte · Iemand die achteruit rijd · Tegenliggers · Als er kinderen spelen, dieren oversteken of fietsers zijn midden op de weg
79
Gas loslaten als:
· Als je de verkeerssituatie niet goed vertrouwd, maar deze wel goed kunt overzien · Als de verkeerssituatie niet direct gevaar oplevert · Als je al in aangepaste snelheid rijdt voor de verkeerssituatie · Bij slecht weer · Voor de bocht · Bij wegversmallingen zonder tegenliggers
80
Niets doen als:
· Als je de verkeerssituatie niet goed vertrouwd, maar deze wel goed kunt overzien · Als de verkeerssituatie niet direct gevaar oplevert · Als je al in aangepaste snelheid rijdt voor de verkeerssituatie · Bij slecht weer · Voor de bocht · Bij wegversmallingen zonder tegenliggers
81
De volgafstand moet minimaal ? seconden zijn om tijdig te kunnen reageren. Dat noemen we de ?-secondenregel.
2
82
Hoe bereken je de volgafstand in meters bij een snelheid van 100km/u?
U deelt de gereden snelheid door 2 en verhoogt deze met 10 procent. Dus gereden snelheid 100 kilometer per uur gedeeld door 2 is 50 plus 10 procent is 55. Bij een gereden snelheid van 100 kilometer per uur moet u een minimale volgafstand aanhouden van 55 meter.
83
De remvertraging voor een motor moet minimaal ? meter per seconde kwadraat bedragen.
5,2
84
Hoe berenken je de remafstand?
Bij een snelheid van bijvoorbeeld 120 kilometer per uur is de remafstand 12 keer 12 is 144 meter. Bij 80 kilometer per uur is de remafstand 8 keer 8 dus 64 meter.
85
Wat is de stopafstand?
Reactieweg + remweg
86
Tussen het moment van gevaar zien en het geven van een eerste reactie wordt uitgegaan van een reactietijd van ? sec
1
87
Ben je verplicht om een bus voor te laten bij het wegrijden bij een bushalte binnen bebouwde kom?
Ja
88
“Kijk je een voetganger in de buik of rug; dan gaat deze ? – Kijk je een voetganger in de zij, dan ?.”
voor - gas erbij
89
Korte bocht gaat ? lange bocht.
voor
90
Trams gaan altijd ?
voor
91
Mag je een militaire colonne doorkruisen?
Nooit
92
Hoe herken je het voorst voertuig van de militaire colonne?
2 blauwe vlaggen en blauwlicht
93
Hoe herken je het laatste voertuig van de militaire colonne?
een groene vlag rechts en groen licht.
94
Wat dragen de voertuigen tussen de eerste en laatste militaire colonne?
Ze dragen enkel een blauwe vlag aan de rechterzijde
95
Mag je een uitvaartstoet doorkruisen?
Nee
96
Gelijkwaardig kruispunt je verleent voorrang aan bestuurders van ?
rechts
97
Ongelijkwaardig kruispunt je verleent voorrang aan bestuurders op
een kruisende voorrangsweg.
98
Als een voetganger aangeeft op een zebrapad te willen oversteken, heeft hij voorrang?
Ja
99
Blinden die zijn voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen moeten bestuurders voor laten gaan?
Ja
100
De maximumsnelheid van ? km/h geldt voor erftoegangswegen binnen de bebouwde kom
30
101
De maximumsnelheid van ? km/h geldt voor erftoegangswegen buiten de bebouwde kom.
60
102
Wanneer mag je recht inhalen?
- als andere bestuurders hebben voorgesorteerd om linksaf te gaan slaan - vlak voor een rotonde mag je rechts inhalen als je rechts moet voorsorteren - Op de rotonde, als die meerdere rijstroken heeft - Tijdens filerijden - als je rijdt op een wegdek met blokmarkering en jij in het rechter vak rijdt - Een stilstaande tram mag je ook rechts passeren
103
Hoe herken je een autoweg en waneer mag je er op rijden?
Blauwe bord met witte auto en als je auto harder dan 50km/uur kan
104
Wat mag niet op een autoweg?
= zomaar stilstaan; - zomaar de vluchthaven gebruiken; - op de berm rijden of staan; - keren; - achteruit rijden.
105
Hoe herken je een autosnelweg? En hoe snel moet je min rijden om erop te kunnen?
aan een langwerpig bord met een symbolische snelweg - 60km/uur
106
Op de snelwegen geldt tussen 06.00 en 19.00 uur een maximumsnelheid van ? km/h.
100
107
In de avond en nacht (tussen 19.00 en 06.00 uur) mag je ? km/h op de snelweg
120 of 130
108
Dan is de maximumsnelheid op de snelwegen ? kilometer per uur als het gewicht van de aanhanger onder de 3500 kg blijft. Is het gewicht hoger dan 3500 kg, dan is de maximumsnelheid ? kilometer per uur.
90 - 80
109
Matrixsymbool: rode kruis
Rijstrook mag niet worden gebruikt.
110
Matrixsymbool: witte pijl
Voorwaarschuwing rood kruis, invoegen op aangegeven rijstrook.
111
Matrixsymbool: groene pijl
Rijstrook mag worden gebruikt.
112
Mag je een jerrycan in een tunnel meenemen?
Ja
113
Moet je je dimlichten aan doen in een tunnel?
Ja
114
Je mag niet parkeren:
-voor een in- of uitrit; -buiten de bebouwde kom op een voorrangsweg; -op minder dan 5 meter van een kruispunt; -vlak bij een zebrapad; -op plekken die niet voor jou zijn bedoeld; -anders dan is aangegeven; -langs een gele onderbroken streep; -naast een ander voertuig (dubbel parkeren); -daar waar een parkeerverbod geldt (straat of hele zone). Daar mag je wel in voor parkeren bedoelde stroken of vakken parkeren.
115
Waneer moet je een parkeerschijf gebruiken?
blauwe strepen op de weg of een bord met een blauw vierkant met een witte P erin