OAC 2 FS weefselaanpassing door training (juist/onjuist) Flashcards
Juist of onjuist.
Creatinekinase ondersteunt de afbraak van creatinefosfaat naar ATP.
Juist
Juist of onjuist
Creatinefosfaat heeft van alle energiebronnen de grootste capaciteit
Onjuist
Juist of onjuist
De energielevering uit vetten heeft het grootste vermogen.
Onjuist
Juist of onjuist
Per tijdseenheid kan de meeste energie aangevuld worden uit de anaerobe glycolyse.
Onjuist
Juist of onjuist
Bij de anaerobe glycolyse wordt ATP afgebroken tot energie, CO2 en H2O.
Onjuist
Juist of onjuist
ATPase ondersteunt de afbraak van ATP tot o.a. energie.
Juist
Juist of onjuist
Het anaerobe alactische systeem kan per tijdseenheid de meeste ATP’s leveren
Juist
Juist of onjuist
Andere benamingen voor het melkzuursysteem zijn anaerobe glycolyse en anaerobe lactische systeem
Juist
Juist of onjuist
Bij de anaerobe glycolyse wordt lactaat verbrand.
Onjuist
Juist of onjuist
Bij de aerobe glycolyse vindt een onvolledige verbranding van glucose plaats.
Onjuist
Juist of onjuist
Glucose kan met behulp van het hormoon glucagon opgeslagen worden in lever en spier
Onjuist
juist of onjuist
De opgeslagen vorm van glucose heet glycogeen
Juist
Juist of onjuist
Wanneer de suikervoorraad in de spieren en lever op zijn, komt de glycolyse op gang
Onjuist
Juist of onjuist
De gluconeogenese wordt gestimuleerd door insuline
Onjuist
Juist of onjuist
Cortisol komt o.a. vrij als gevolg van stress
Juist
juist of onjuist
Het lactische uithoudingsvermogen is afhankelijk van de buffering van lactaat
Juist
juist of onjuist
Het lactische uithoudingsvermogen is afhankelijk van de buffering van lactaat
juist
juist of onjuist
Het omslagpunt ligt rond de VO2max
juist
juist of onjuist
Het algemene uithoudingvermogen is afhankelijk van de VO2 max.
juist
juist of onjuist
Het spieruithoudingsvermogen voor type I spiervezels is hoger dan van type II spiervezels.
juist
juist of onjuist
Type II spiervezels bevatten meer mitochondria dan type I spiervezels
onjuist
juist of onjuist
Het anaerobe alactische uithoudingsvermogen wordt bepaald door de hoeveelheid ATP en creatinefosfaat
juist
juist of onjuist
Het lokaal uithoudingsvermogen is o.a. afhankelijk van de hoeveelheid myoglobine in de spier
juist
juist of onjuist
Het zuurstofoverschot na inspanning dient alleen ter aanvulling van glycogeen
onjuist