Nw j2 trim 1 Flashcards

1
Q

Bestuiving

A

Stuifmeelkorrel die op een rijpe stempel valt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bloembodem

A

Verbreed uiteinden van de bloemsteel waarop alle bloemdelen vast zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschermingsrelatie

A

Relatie tussen organismen waarbij het ene organisme bescherming biedt aan het andere organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biodiesel

A

Vetten gevormd door planten die als brandstof gebruikt worden door de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bio-energie

A

Energie gewonen uit energierijke verbindingen in planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bloemdekbladeren

A

Kelkbladeren en kroonbladeren die dezelfde vorm en de zelfde kleur hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Broeikaseffect

A

Opwarming van de aarde die te wijten is aan broeikasgassen in de atmosfeer, zoals koolstofdioxide en waterdamp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Consument

A

Organisme dat zich voed met andere organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diastix

A

Indicator voor glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ecosysteem

A

Systeem waarbij er een natuurlijk evenwicht is tussen producent, consument en reducent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eenslachtige bloemen

A

Bloemen waarbij enkel vrouwelijke voortplantingsorganen of enkel mannelijke voortplantingsorganen aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eicel

A

Vrouwelijke voortplantingscel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Energierijke stof

A

Stof waarin veel energie opgeslagen zit. Die energie komt vrij bij de afbraak van die stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Exotenimport

A

Invoeren van organismen in en biotoop waarin ze niet thuishoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Biodiversiteit

A

Verscheidenheid aan organismen binnen een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fotosynthese

A

Proces waarbij groene planten onder invloed van licht, energierijkestoffen en zuurstofgas vormen uit water en koolstofdioxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Fragmentatie

A

Versnippering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Helmdraad

A

Draadvormig deel van de meeldraad waarop de helmknop vast zit

19
Q

Helmknop

A

Verdikt deel boven aan de meeldraad waarin stuifmeelkorrels zich ontwikkelen

20
Q

Kelkblad

A

Buitenste, meestal groene, bloemblad

21
Q

Kroonblad

A

Bloemblad, meestal kleurig, dat binnen de kring van de kelkbladeren staat

22
Q

Lugol

A

Indicator voor zetmeel

23
Q

Maaibeheer

A

Gecontroleerd maaien in een gebied met als doel de biodiversiteit in een gebied te herstellen

24
Q

Meeldraad

A

Mannelijk voortplantingsorgaan bij een bloemplant. Bestaat uit helmknop en helmdraad

25
Q

Natuurherstel

A

Activiteit waarbij de natuur in een gebied in de oorspronkelijke toestand hersteld wordt

26
Q

Opruimer of reducent

A

Organisme dat zich voedt met afgestorven delen van andere organismen.

27
Q

Overbemesten

A

Meer meststof aanbrengen dan er nodig is voor de groei van landbouwgewassen

28
Q

Producent

A

Levend wezen dat zelf energierijke voedingsstoffen vormt

29
Q

Relatie

A

Verband

30
Q

Rodelijst-soorten

A

Organismen die met uitsterven bedreigd zijn en door de wet beschermd worden

31
Q

Spermacel of zaadcel

A

Mannelijke voortplantingscel

32
Q

Stamper

A

Vrouwelijk voortplantingsorgaan bij een bloemplant dat bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel

33
Q

Stempel

A

Bovenste kleverige deel van de stamper

34
Q

Steunrelatie

A

Een relatie tussen organismen waarbij het ene organisme steun biedt aan het andere

35
Q

Stijl

A

Smal verbindingsteken tussen stempel en vruchtbeginsel. Deel van de stamper

36
Q

Stuifmeelkorrel

A

Korrelvormig deeltje dat zich ontwikkelt in de helmknop en dat zaadcellen bevat

37
Q

Tweeslachtige bloem

A

Bloem due zowel vrouwelijke (stampers) als mannelijke voortplantingsorganen (meeldraden) bevat

38
Q

Voedselketen

A

Eenvoudige voorstelling van een voedselrelatie waarbij:
1. de producent (groene plant) als eerste genoteerd wordt,
2. een consument van eerste orde (planteneter) als tweede
3. Een consument van tweede orde (vleeseter) als volgende
Enz….

39
Q

Voedselkringloop

A

Voorstelling van de doorstroming van voedingsstoffen van het ene levende wezen naar het andere

40
Q

Voedselrelatie

A

Relatie tussen 2 organismen waarbij het ene organisme het andere organisme als voedsel gebruikt

41
Q

Voedselweb

A

Complexere voorstelling van voedselrelaties waarin meerdere voedselketens met elkaar verweven zijn

42
Q

Vruchtbeginsel

A

Onderste deel van de stamper dat na de bevruchting uitgroeit tot een vrucht

43
Q

Zaadbeginsel

A

Deel in het vruchtbeginsel dat de eicel bevat