Noordelijke en Zuidelijke Renaissance (deel 2) Flashcards

1
Q

Welk huwelijk vond plaats op 19 juni 1369?

A

Huwelijk tussen Filips de Stoute en
Margaretha van Male

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk klooster sticht Filips de Stoute in 1377?

A

Het Karthuizerklooster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke figuren zijn te zien bij de Mozesput?

A

Klaas Sluter en Claus van de Werve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor soort bouw is de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad?

A

Centraal bouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie maakte de plafondschildering bij de Sixtijnse Kapel?

A

Michelangelo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie maakte de fresco’s in het apostolisch paleis?

A

Rapael

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een aflaat?

A

Brief waarmee (tijdelijke)
straffen voor zonden van God
afgekocht kunnen worden,
om zo je tijd in het vagevuur
te verkorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie was de oprichter van het Protestantse geloof?

A

Maarten Luther

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie uitte kritiek op het Katholieke geloof in zijn pamflet?

A

Johannes Calvijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de regels uit het Concile van Trente?

A
  • Eenvoud en begrijpelijkheid.
  • Focus op Christus en/of Maria (minder op andere
    heiligen).
  • Decorum (geen naakt!).
  • Oproepen van emotie en medeleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurde er tijdens het Concile van Trente?

A

Er werden nieuwe regels opgesteld voor het maken van kunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke stijlkenmerken gelden voor de Bourgondische renaissancekunst?

A

Naturalisme, plasticiteit en harmonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

-

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke gebeurtenis gebeurde dankzij de kritieken van Calvijn

A

De beeldenstorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie is een bekende schilder die opkwam na de contrareformatie?

A

El Greco

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vrouwelijke kunstenaar kwam op na de contrareformatie?

A

Sofonisba Anguissol

17
Q

Wanneer kwam de drukpers op?

A

Begin 16e eeuw

18
Q

Welke kunstenaars zijn alleen verstopt in het ‘School van Athene’ schilderij?

A

Da Vinci, Raphael, Michelangelo, Bramante, Perugino

19
Q

Hoe gebruikten reformatorische kunstenaars de drukpers?

A

Reformatorische kunstenaars gebruikten de drukpers om hun ideeën te verspreiden onder een breed publiek. Ze maakten prenten en illustraties die kritiek uitten op de Katholieke Kerk en de leer van de Reformatie propageerden.

20
Q

Welke kritiek uitte Maarten Luther op de kunst van de Katholieke Kerk?

A

Luther bekritiseerde de overdaad en pracht van de Katholieke kunst, die hij zag als een teken van decadentie en corruptie

21
Q
A