New words/expressions Flashcards
Behoorlijk
Rather; decent
Binnenkort
Soon
Gelijk
Immediately, the same (hetzelfde), ter razão (gelijk hebben)
Proud
Trots
To come along
Meegaan
Sowieso
No matter what
The adult
De volwassene
Voorlopig
For the time beign
To walk
Lopen/Wandelen
The match
De wedstrijd
In dutch: “(Do you still) remember?”
Weet je nog?
In dutch: “Will we eat out today evening?”
Ga je vanavond mee uit eten? / Wil jij vanavond met mij uit eten gaan?
To think of
Bedenken
The “pleasure”/enjoyment
Het plezier
To dare
Durven
Two words for: the excuse
Het excuus, de smoes
Mad, angry
kwaad, boos
To lie (on the table)
Liggen
Fixed
Vast
To stay over
Logeren
To make up
Verzinnen
The Trouble/difficulty/effort
De moeite
Sincero/honesto
Eerlijk
To explain
Uitlegen
“To have fights”
Ruzie hebben
Unfortunately
Helaas
Curious
Beniuwd
To end
Aflopen
The company
Het bedrijf
Except
Behalve
Herdenken
To commemorate/to remember
Etc / and so on
Enzovoorts
The war
De oorlog
The performance
Het optreden
The victim
Het slachtoffer
The spring and the autumn
De lente en de herfst
Attention
Aandacht
Barely
Nauwelijks
To visit
Bezoeken
Extremely (2 words)
Ontzettend, hartstikke
To stand out
Opvallen
To perform
Presteren
BTW
Trouwens
The behaviour
Het gedrag
Finally (1 word + 1 expression)
Eindelijk, tot slot
In general
In het algemeen
To depend on
Afhangen van
The intention
De bedoeling
The goal
Het doel
To achieve
Bereiken
To go through
Doorgaan
To exist
Bestaan
The influence
De invloed
To spend
Besteden/uitgeven
Unknown
Onbekend
The advantage
Het voordeel
To complain
Klagen, zeuren
Yesterday
Gisteren
Boiling hot
Bloedheet
To experience
Meemaken
“We experienced all kinds of things during the trip.”
Tijdens de reis hebben wij van alles meegemaakt.
To feel
Zich voelen
To remember
Zich herinneren
“Do you feel better than yesterday?”
Voel jij je beter dan gisteren.
“I remember our honeymoon trip.”
Ik herinner me onze huwelijkreis.
“The kids that are playing outside are my nephews.
De kinderen die buiten spelen, zijn mijn neefjes.
“The book that I am reading is intersting.”
Het boek dat ik lees, is interessant.
The wedding
De bruiloft
Bad luck
Pech
To arrange
Regelen
To look for something
Uitzoeken
To send
Versturen
Expression for “I’m already excited”
Ik vind het nu al spannend
Expression for “I hope I thought of everything”
Ik hoop dat ik aan alles heb gedacht.
(Weird & long) expression for “Don’t worry”
Maak je maar geen zorgen.
Vriendelijk/lief of behoorlijk
Aardig
Stubborn
Eigenwijs
Impatient
Ongeduldig
My condolences
Gecondoleerd
Memory
Herinnering
To recognize
Herkennen
Skin
Huid
To resemble
Lijken op
Straight or curly hair
Steil of krullend haar
To run into
Tegenkomen
Accidently
Toevallig
The appearance
Het uiterlijk
Sad
Verdrietig
To be ashamed
Zich schamen
Such a
Zo’n (zo een)
Cheerful
Vrolijk
To pet
Aaien
To cuddle
Knuffelen
The animal (2 words)
Het beest = het dier
Lonely
Eenzaam
Pro and con
Voordeel en Naadel
Unsociable
Ongezellig
To grow up
Opgroeien
Mess
Rommel
To smell
Ruiken
Snake
Slang
Spider
Spin
It is not allowed to ride (the car) in this street
Het is niet TOEGESTAAN om deze straat in te rijden
To allow / to prohibit
Toestaan / verbieden
To care for
Verzorgen (Ik heb de hond goed verzorgd)
Farm
Boerderij
Some/a few
Enige
Resident
Inwoner
The lake
Het meer
Upwards
Omhoog
The path
Het pad
Flat
Plat
Sheep
Scheep
Rich
Rijk
The fire
het vuur
To disappear
Verdwijnen
To protect
Beschermen
Environment
Omgeving
Ridiculus
Belachelijk
Levar o cachorro pra passear
Hond uitlaten
To decide
Besluiten
Cloudy
Bewolkt
Scary
Eng
Hail
Hagel
Rain shower
Bui
To die
Doodgaan
To go through. + In dutch: “The concert won’t happen tonight”
Doorgaan + “Het optreden GAAT vanavond niet DOOR
Glove
Handschoen
Hitte
Heat
Hat
Muts
To thunder
Onweren
To hurry up
Opschieten
Umbrella
Paraplu
To snow
Sneeuwen
To predict (like weather prediction)
Voorspellen
To blow
Waaien
Cloud and cloudy
wolk, bewolt
To whine/moan
Zeuren
In dutch: “What will be the weather today?”
Wat voor weer wordt het vandaag?
“Will it stay dry today? -> No, it will rain”
Blift het droog vandaag? -> Nee, het gaat regenen.
the Earth
de Aarde
As a result of that
Daardoor
The consequence
Het gevolg
The chance
de kans
The coast
De kust
The misunderstanding
Het misverstand
The precipitation
De neerslag
The thunder
Het onweer
Flood
Overstorming
To skate
Schaatsen
The season
Het seizoen
To rise
Stijgen
The airplane
Het vliegtuig
Changable [weather]
Wisselvallig
Soft
Zacht
To take into account
Rekening houden (met)
I agree with…
Ik ben het eens(niet eens/oneens) met…
To hire
Aannemen
Full of variety
Afwisselend
Polite
Beleefd
To decide
Besluiten
Diligent
Ijverig
Awesome
Geweldig
The warehouse
Het magazijn
Accurate
Nauwkeurig
Tidy
Netjes
Meeting
Het overleg
To serve
Serveren
Applicant, to apply
Sollicitant, solliciteren
Talk/interview
Gesprek
The past
Het verleden
The example
het voorbeeld
Clear
Duidelijk
SKILLS
VAARDIGHEDEN
Helpful (2 words)
Behulpzaam, nuttig
The department
De afdeling
The CV
Het CV
To answer
Beantwoorden
Prepared
Bereid
Accessible
Bereikbaar
Avaiable
Beschikbaar
To offer
Bieden
The perseverance
Het doorzettingsvermogen
The description
De omschrijving
The requirement
De eis
To answer (the phone)
Opnemen
Personeelszaken
Human resources department
The salary
Het salaris
The highway
De snelweg
Responsible
Verantwoordelijk
Fluent
Vloeiend
Sufficient
Voldoende
Aanpakken
To handle, to take (Hoe gaan we dit probleem aanpakken? / Ze pakt haar studie heel serieus aan.)
The importance
Het belang
To consist of
Bestaan uit (De cursus bestaat uit vijf modules. / Mijn ontbijt bestaat uit brood, fruit en thee.)
To realize
Beseffen
The meeting (more like an event/conference)
De bijeenkomst
Manager
Leidinggevende
To expand
Uitbreiden
Vacancy
Vacature
The benefit
De uitkering
Work experience
Werkervaring
Het uitzendbureau
The employment agency
The knowledge
De kennis
Reliable
Betrouwbaar
Safe
Veilig
Patient
Geduldig
The lidership
De leiding
To match
Passen bij
Suitable
Geschikt
Nowedays
Tegenwoordig
Subject
Onderwerp
Additional (ly)
Aanvullend
The treatment
De behandeling
Obliged
Verplicht
Satisfied
Tefreden
Government
Overheid
The visit
Het bezoek
Halfway through
Halverwege
Necessary
Noodzakelijk
To compare
Vergelijken
To reiburse
Vergoeden
To ensure, insurance
Verzekeren, verzekering
The waste, the garbage
Het afval, het vuilnis
To throw away
Weggooien
Harmful
Schadelijk
The can
Het blik
To collect
Verzamelen
To end up
Terechtkomen
“I still doubt about this decision”
Ik twijfel nog steeds over deze beslissing
To take off
Afdoen
Anderhalf
1 1/2
Good looking
Knap
To convince
Overtuigen
To cut
Knippen
To close
Sluiten
The change
De verandering
Before
Voordat
To shave yourself
Zich scheren
Behind
Achter
To mean
Betekenen
The exercise
De beweging
Until
Totdat
Terrible
Vreselijk
To stop
Ophouden
The mood
Het humeur
Boring
Saai
“Sanne does gymnastics/football”
Sanne zit op turnen/football
The muscle
De spier
Used to
Gewend
The century
De eeuw
The canal
De gracht
The art
De kunst
The painting
Het schilderij
To help think
Meedenken
Impossble
Onmogelijk
Suddenly
Opeens
To guess
Raden
The risk
Het risico
Waard (“Het is zeker de moeite waard”)
Worth
Zo’n
Such a
To keep on doing
Volhouden
Aanbieden
To offer
Possibility, possibilities
mogelijkheid, mogelijkheden
The member
Het lid
The access
De toegang
To improve
Verbeteren
Story, stories
Verhaal, verhalen
Episode
Aflering
Dead
Dood
Crime
Misdaad
Relaxed
Ontspannen
Rest
Rust
To watch “back”
Terugkijken
Cool
Tof
Addictive, adicted
Verslavend, verslaafd
“What do you like?”
Waar hou je van? / Waarvan hou jij?
Onderwerp
Subject
Blijken
To turn out. E.g.: “Uit onderzoek blijkt dat koffie gezond is”
All kinds of
Allerlei
De bewolking
The population
Worried
Bezorgd
“Thanks to”
Dankzij
However
Echter
The event (2 words)
Het evenement, de gebeurtenis
Increase
Toename
Acquaintance
Kennis
The grandchild
Het kleinkind
The bargain
Het koopje
“Het valt op dat…”
It is noticible that
“Are you in social media?”
Zit je op sociale media?
“This man is addicted to alcohool”
Die man is verslaafd aan alcohool.
Teleurgesteld
Disappointed
