Neo-Classicisme Flashcards

1
Q

waarop is het geïnspireerd?

A

de klassieke oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat deden ze anders dan de rococo en de barok?

A

genoeg van bombastische dramatiek van de Barok en de uitbundige decoratie van de Rococo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat voor stijl is het

A

een decante stijl (rijk, duur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat was het effect van het teveel aristocratie?

A

men stond er steeds meer kritisch over.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het gevolg na de kritische reactie van men?

A

terug naar naar strenge, heldere en zuivere vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat was er gebeurt in 1748

A

de opgravingen van pompeï en herculaneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het effect na de opgravingen na 1748

A

meer intresse in de klassieke oudheid en het wordt weer populair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar voor werd de naam neo classicisme gebruikt

A

voor de Franse kunst na 1770

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef de betekenis van het neo classicisme

A

neo=nieuw classicisme= klassieke oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe lang heeft deze kunstperiode bestaan?

A

meer dan een halve eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wie was een grote bewonderaar van het Romeinse cultuur?

A

Napoleon Bonaparte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat werd er naar Frankrijk gebracht?

A

kunstwerken uit veroverde gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarop is de arc de triomphe gebaseerd(welke stijl)

A

de romeinse bouwkunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geef 6 kenmerken

A

1idealiserend(vergeleken met de klassieke oudheid)
2 een gladde gepolijste goed uitgewerkte uitvoering.
3 strakke kille vormgeving
4 Lineair geschilderd
5 thema wordt afstandelijk benadert
6rustgevende statische evenwichtige positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarvan komt de bouwstijl

A

de klassieke bouwstijl is gekopiëerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarvoor staan de zuilen nu?

A

niet meer als versiering, maar als constructief dragend element

17
Q

geef 6 kenmerken over de bouwkunst

A

1 klassieke zuilen (Dorisch, Ionisch, Korintisch)
2 toepasing tempelfaçade en frontom/timpaan
3 eenvoudige grondvormen: kubus, cilinder en halve bol
4 glad, weinig versiering
5vrijstaande zuilen, pilasters, kapitalen en kroonlijsten
6 zeer symmetrisch

18
Q

schilderkunst, noem het werk ( guy in het midde in de troon met neutrale mensen rondom zich

A

Jean-Auguste-Dominique Ingres (1780-1867) DE VERHEERLIJKING VAN HOMEROS 1827.

19
Q

hoe is het kunst werk aangebracht

A

olieverf op doek

20
Q

afmeting van het werk?

A

386x515cm

21
Q

schilder (vrouw op stoel en de soldaten op het veld en de 3 soldaten met de vader)

A

Jaques-Louis-David (1748-1825)

22
Q

hoe noemt het schilderij met de vrouw op de bank liggend

A

portret van julliet recamier 1800

23
Q

en hoe noemt het met de 3 soldzaten en de vader?

A

eed van de horatiërs

24
Q

wat kunnen we zeggen over de emoties

A

zeer neutraal, emotieloos

25
Q

wat voor kleurgebruik is er vaak gebruikt?

A

een mix van koude en warme kleuren

26
Q

NEO CLASSICISME breder uitgelegd

A

neo= nieuwe interpretatie
classicisme= ander woord voor gebaseerd op de klassieke oudheid