nederlands film Flashcards

1
Q

geef enkele voorbeelden van reality tv : (subgenres en menggenres)

A
  • docudrama,
  • docusoap,
  • real-life soaps,
  • verborgen camera-,
  • openbare biecht-,
  • home video-,
  • opsporingsprogramma’s met gedramatiseerde onderdelen,
  • heel wat andere actuele human interest programma’s met de
    klemtoon op het alledaags leven .
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef de kenmerken van reality tv

A
  • aanspraak op realiteit en een grote betrokkenheid op de private
    levenssfeer
  • hebben een al dan niet prominente plaats verworven in het
    uitzendschema van verschillende zenders.
  • groeide uit tot een koepelbegrip voor verschillende sub- en
    menggenres
  • de grens tussen realiteit en fictie is erg vaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ken je het verhaal van de bewegende beelden van Plato ?

A

Men dient zich een grote grot voor te stellen, die met de buitenwereld verbonden is door een gang met een dusdanige lengte dat er geen daglicht in de grot valt. Er zit een rij gevangenen met hun rug naar de ingang en ze kijken naar de achterwand van de grot. Hun ledematen en halzen zijn zo vastgeketend, dat ze hun hoofden niet kunnen bewegen en noch elkaar, noch zichzelf kunnen zien. Dit betekent dat ze alleen de wand voor zich kunnen waarnemen.

Achter hen bevindt zich een vuur. Tussen hen en dat vuur staat een blokkade in de vorm van een muur, die zo hoog is als een mens. Aan de andere kant van die muur lopen mensen met allerlei dingen op hun hoofd, waaronder stenen en houten figuren van mensen en dieren, heen en weer. De schaduwen van de dingen vallen door het vuur op de wand waar de gevangenen tegenaan kijken, die ook de stemmen weerkaatst van hen die de dingen sjouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem 2 expressionistische films van de jaren ‘20

A

o.a. Das Kabinett des Dr. Caligari (Robert Wiene, 1920)

Het verhaal gaat over een directeur van een gekkenhuis, die een slaapwandelaar onder zijn controle heeft. ‘s Nachts laat hij de slaapwandelaar voor hem mensen vermoorden.

Vergelijk met Pantserkruiser Potjomkin (Sergej Eisenstein, 1925)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er bedoeld met de uitdrukking expressio ?

A

‘de ziel’ van iets uitdrukken op een persoonlijke manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noem 3 belangrijke filmstromingen

A

Duits expressionisme
Das Kabinett des Doktor Caligari

Italiaans neorealisme
Les amants diaboliques. Ossessione.Visconti.1

Franse Nouvelle Vague
A bout de souffle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

noem 3 belangrijke filmstromingen en een voorbeeld ?

A

Duits expressionisme
Das Kabinett des Doktor Caligari

Italiaans neorealisme
Les amants diaboliques. Ossessione.Visconti.1

Franse Nouvelle Vague
A bout de souffle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Filmstijl – Wat zijn de 4 parameters van de cinema ?

A

→ de mise-en-scène
→ de cinematografie
→ de montage
→ het geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan een film onstaan ? wat is hier voor nodig ?

A

De verhalende elementen van de film (narratie)
narrare → het scenario

  • een verhaal
  • personages
  • gebeurtenissen en sequensen
    → structuur, tijd & duur, dosering info
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke verschillende soorten opening credits of generieken zijn er?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke filmstijlen zijn er naast Hollywood?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten camerabewegingen zijn er?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke films hebben indruk gemaakt op de generatie van mijn ouders? Waarom?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verloopt het proces van het maken van een film?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke klassiekers moet ik gezien hebben?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houden al die taken op de end credits precies in?

A
17
Q

Wat maakt een film niet toegelaten voor kinderen?

A