Nederland Is Overal Flashcards
1
Q
De globalisering
A
Het proces dat landen steeds meer invloed op elkaar hebben
2
Q
Multinational
A
Een groot bedrijf dat vestigingen heeft in verschillende landen.
3
Q
De productiekosten
A
De prijs die het kost om iets te laten maken
4
Q
De arbeidsomstandigheden
A
De omstandigheden waaronder mensen hun werk moeten doen
5
Q
De EU (Europese Unie)
A
Een samenwerkingsverband tussen een groot aantal Europese landen
6
Q
Open grezen
A
Mensen e goederen mogen de grenzen over zonder controles en extra kosten
7
Q
De import
A
Het invoeren van spullen uit een ander land
8
Q
De export
A
Het verkopen van spullen aan een ander land
9
Q
De euro
A
De gemeenschappelijke munt van veel landen in Europa
10
Q
De invoerrechten
A
Kosten die een bedrijf moet betalen om producten in een land te krijgen
