Ned-Eng-2 Flashcards
1
Q
Belofte/toezegging
A
A pledge
2
Q
Tevoorschijn komen
A
To merge
3
Q
Beoordelen
A
To asses
4
Q
Onderschrijven / steunen
A
To endorse
5
Q
Belachelijk maken/bespotten
A
To deride
6
Q
Weigeren/dalen/afnemen
A
To decline
7
Q
Wegsturen/ontslaan
A
To dismiss
8
Q
Wreedheid/gruweldaad
A
attrocity
9
Q
Verdragen/verduren
A
To endure
10
Q
Plegen
A
To perpetrate
11
Q
bestormen/ aanvechten
A
To assail Aanvallen
12
Q
Slachting
A
Massacre
13
Q
Ontkracht
A
Debunked
14
Q
Klaarblijkelijk/waarschijnlijk
A
Apparent
15
Q
Uitwijzen/uitzetting
A
Expulsion
16
Q
Uitdagen
A
To provoke
17
Q
Trotseren
A
To defly
18
Q
Onthullen
A
To unveil
19
Q
Aandringen/dringend verzoeken
A
To urge
20
Q
Nasleep
A
Aftermath
21
Q
Brokstukken
A
Debris
22
Q
landelijk
A
Rural
