Natuurwetenschappen HT3 Flashcards

1
Q

Zijn consumenten heterotroof of autotroof ?

A

heterotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

maken consumenten voedingstoffen of voeden ze zich met andere organisme?

A

ze voeden zich met andere organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zijn producenten heterotroof of autotroof?

A

autotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maken producenten voedingstoffen of voeden ze zich met andere organisme?

A

ze maken voedingstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke energiearme stoffen neemt de plant op uit zijn omgeving?

A

koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) met mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke energierijke stoffen heeft de plant?

A

zetmeel, glucose, vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

planten hebben genoeg … en … nodig

A

water (H2O) met mineralen en koolstofdioxide (CO2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij voldoende … en … kan de plant beter groeien

A

warmte en licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is fotosynthese?

A

het proces waarbij groene planten zonlicht gebruiken om hun eigen voedsel te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stoffen moet de plant opnemen voor aan fotosynthese te doen?

A

koolstofdioxide (CO2) en water (H2O)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de eindproducten van fotosynthese?

A

glucose (C6H12O6)en zuurstofgas (O2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dankzij … worden CO2 en H2O omgezet in voedingsstoffen.

A

licht (stralingsenergie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Water en mineralen worden via de … opgenomen uit de bodem

A

wortels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Water en mineralen worden via de … getransporteerd doorheen de plant

A

stengels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Via de … verdampt het water wat zorgt voor continue sapstroom

A

bladeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De wortels en de stengels bevatten … die zorgen voor op- en neerwaarts transport van water en opgeloste stoffen.

A

vaatbundels

17
Q

Via de … en de … kunnen water en opgeloste stoffen de bladeren bereiken en verlaten

A

bladsteel en de nerven

18
Q

Aan de onderkant van de bladeren zitten … . Hier gebeurt gasuitwisseling van koolstofdioxide (CO2) zuurstofgas (O2) en water (H2O)

A

Huidmondjes

19
Q

De bladeren bevatten veel … in hun cellen waar fotosynthese plaatsvind

A

bladgroenkorrels

20
Q

Om zoveel mogelijk water moet mineralen op te nemen uit de bodem heeft een plant een uitgebreid …

A

wortelstelsel

21
Q

Om zoveel mogelijk licht op de vangen heeft de plant een uitgebreid …

A

blader- en stengelstelsel

22
Q

Planten zijn in staat om het eindproduct van de fotosynthese (glucose) als reserve voedsel op te slaan in hun …

A

plantdelen