Natuurwetenschappen Flashcards

1
Q

Wat is de functie van de teelballen?

A

De teelballen produceren zaadcellen of spermatozoïden vanaf de puberteit tot op hoge leeftijd.

De teelballen liggen in de balzak of scrotum en zijn noodzakelijk voor de productie van zaadcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom ligt de temperatuur in de balzak lager dan in de buikholte?

A

De lagere temperatuur is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de zaadcellen.

De temperatuur in de balzak ligt ongeveer 2 graden lager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat produceren de cellen van Leydig?

A

De cellen van Leydig produceren het hormoon testosteron.

Testosteron is noodzakelijk voor een goede ontwikkeling van de zaadcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn Sertoli-cellen?

A

Sertoli-cellen zijn voedstercellen of steuncellen in de wand van de zaadbuisjes.

Ze ondersteunen de rijpende spermatozoa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel spermatiden ontstaan uit een zaadcelmoedercel?

A

Vier spermatiden met het halve aantal chromosomen.

Dit gebeurt door meiose of reductiedeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van de bijballen?

A

De bijballen slaan de nog onbeweeglijke zaadcellen tijdelijk op.

De bijballen zijn ongeveer 6 tot 7 cm lang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel zaadcellen worden er gemiddeld bij een zaadlozing uitgestoten?

A

100 tot 400 miljoen zaadcellen.

Dit gebeurt door peristaltische bewegingen van de zaadleiders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de rol van de prostaat?

A

De prostaat produceert een deel van de zaadvloeistof en zorgt ervoor dat urine en sperma niet tegelijkertijd het lichaam verlaten.

Het vocht van de prostaat bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de klieren van Cowper?

A

De klieren van Cowper produceren voorvocht dat de eikel van de penis vochtig maakt.

Dit neutraliseert urine in de urinebuis, wat dodelijk is voor zaadcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de grootte van een eierstok?

A

De eierstok heeft een grootte van ongeveer 5 cm in lengte.

De eierstok bestaat uit merg en schors.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de functie van follikelcellen?

A

Follikelcellen voeden en beschermen de onrijpe eicel.

Ze omringen de onrijpe eicellen in de schors van de eierstok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn eileiders?

A

Eileiders zijn lange buizen van ongeveer 10 cm die de eicel naar de baarmoeder transporteren.

Ze zijn niet verbonden met de eierstokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van de baarmoeder?

A

De baarmoeder is de plek waar een embryo zich kan innestelen en ontwikkelen.

De binnenzijde van de baarmoederwand is bedekt met slijmvlies rijk aan bloedvaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de pH van de vagina en waarom is dit belangrijk?

A

De vagina heeft een zure pH van ongeveer 5 om schadelijke micro-organismen te voorkomen.

Dit wordt veroorzaakt door melkzuurbacteriën die glycogeen omzetten in melkzuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van de klieren van Bartholini?

A

De klieren van Bartholini scheiden vocht af bij seksuele prikkeling.

Dit maakt penetratie gemakkelijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de vulva?

A

De vulva is het geheel van de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen.

Dit omvat de schaamlippen en de clitoris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de functie van de slijmprop in de baarmoederhals?

A

De slijmprop sluit de baarmoederhals af voor en na de vruchtbare periode.

Dit slijm is basisch en helpt de beweging van zaadcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe worden zaadcellen voortgestuwd tijdens de ejaculatie?

A

Zaadcellen worden voortgestuwd door peristaltische bewegingen van de zaadleiders.

Dit gebeurt met schokken, wat een orgasme kan veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is spermatogenese?

A

Spermatogenese is de vorming van zaadcellen in de zaadbuisjes.

Dit proces omvat mitose en meiose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de functie van de glans van de clitoris?

A

De glans van de clitoris is zeer gevoelig en speelt een rol in het seksuele genot.

De clitoris heeft vertakkingen in de grote schaamlippen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat gebeurt er met de eicellen bij de geboorte van een meisje?

A

Bij de geboorte zijn er ongeveer 500.000 onrijpe eicellen aanwezig in de eierstokken.

Deze eicellen kunnen zich later ontwikkelen tot rijpe eicellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat ondergaan spermatocyten na reductiedeling?

A

Een gewone deling

Dit proces leidt tot de vorming van vier haploïde spermatiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoeveel haploïde cellen ontstaan uit één spermatocyt?

A

Vier haploïde cellen

Deze cellen worden spermatiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat bevat de kop van de zaadcel?

A

De kern en erfelijk materiaal

De staart van de zaadcel is verantwoordelijk voor de beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe lang duurt het volledige proces van kiemcel tot zaadcel?

A

Ongeveer 2 tot 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waar bevinden de testes zich en waarom?

A

In de scrotum of balzak, om een lagere temperatuur te behouden

Dit is noodzakelijk voor de normale ontwikkeling van zaadcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat gebeurt er bij te hoge temperaturen voor de zaadcellen?

A

Er ontstaat misvorming van de zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat zijn primaire gonocyten?

A

Primaire kiemcellen in de eierstok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat gebeurt er met de ovogoniën tijdens hun groeiperiode?

A

Er hoopt zich reservevoedsel op in het cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Hoeveel primaire follikels heeft een meisje bij de geboorte?

A

Ongeveer 500.000 primaire follikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat gebeurt er met de ovocyt tijdens de eerste meiosedeling?

A

De ovocyt blijft steken in de profase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat gebeurt er als er contact is met een zaadcel?

A

De tweede meiosedeling wordt afgewerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat ontstaat uit één diploïde ovocyt?

A

Vier haploïde cellen: één grote en drie kleine poollichaampjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat markeert het begin van de menstruatiecyclus?

A

De eerste dag van de menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat produceert de hypofyse onder invloed van gonadotroof releasing hormoon?

A

FSH en LH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat stimuleert FSH in de testes?

A

De vorming van zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat doet LH in de testes?

A

Verhoogt de productie van testosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat zijn de functies van testosteron?

A
  • Stimulering van de ontwikkeling van zaadcellen
  • Remming van de productie van FSH en LH
  • Stimulering van spierontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat gebeurt er met het gele lichaam als de eicel niet wordt bevrucht?

A

Het gele lichaam sterft af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is de rol van progesteron na de ovulatie?

A

Het baarmoederslijmvlies dikker maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat is de gemiddelde duur van een menstruele cyclus?

A

…. dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat gebeurt er als de eicel wel wordt bevrucht?

A

Het gele lichaam blijft bestaan en produceert progesteron en oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat zijn de functies van oestrogeen?

A
  • Ontwikkeling baarmoederslijmvlies
  • Tijdens de embryonale periode
  • Tijdens de puberteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat is de menopauze?

A

Het stoppen van de hormoonproductie in de eierstokken rond de vijftigjarige leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat is de combinatiepil?

A

Een anticonceptiemiddel met een combinatie van 2 kunstmatige hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat is het effect van de combinatiepil op de baarmoeder?

A

Het baarmoederslijmvlies wordt minder ontvangelijk voor een implantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat gebeurt er bij een zaadlozing?

A

Miljoenen spermatozoa worden vrijgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat is het normale volume van een zaadlozing?

A

Tussen de twee en zes milliliter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat komt er vrij bij de zaadlozing?

A

Miljoenen spermatozoa

Het volume van een zaadlozing ligt normaal tussen de twee en zes milliliter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat is de samenstelling van een zaadlozing?

A

Bijna volledig uit vocht van de prostaat en zaadblaasjes

De zaadcellen vormen er nauwelijks 1 procent van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Hoeveel zaadcellen zijn er gemiddeld per milliliter zaadvocht?

A

Tussen 20 en 50 miljoen

Dit aantal is vastgesteld bij microscopisch onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Wat is het bevruchtingsmembraan?

A

Een ondoordringbare barrière die andere zaadcellen tegenhoudt

Dit membraan ontstaat nadat de zaadcel zich aan het vlies rondom de eicel heeft gehecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat gebeurt er met de chromosomen na de bevruchting?

A

De 23 chromosomen van de eicel versmelten met de chromosomen van de zaadcel

Dit resulteert in één enkele celkern met 46 chromosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Wat is de zygote?

A

De bevruchte eicel

De zygote is de basis voor het celdelingproces dat maanden doorgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Welke processen vinden plaats 24 uur na de bevruchting?

A

De zygote deelt zich

Beide celhelften bezitten ieder 46 chromosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Hoe worden de delingen van de zygote genoemd?

A

Klievingsdelingen

Deze zijn mitosedelingen zonder groei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Wat is de morula?

A

Het klompje cellen dat na de klievingen ontstaat

Dit stadium komt de vierde dag in de baarmoeder aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat is het blastulastadium?

A

Een stadium waarbij de morula een holte met vocht ontwikkelt

Dit stadium nestelt zich ongeveer de zevende dag in het baarmoederslijmvlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Wat zijn de twee delen van de blastula?

A

Trofoblast en embryonaalknop

Het embryo ontwikkelt zich uit een deel van de embryonaalknop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Wat gebeurt er in de tweede week van de zwangerschap?

A

Vorming van 2 kiembladen

De buitenste cellaag van de blastula vormt het buitenste vruchtvlies.

61
Q

Welke drie kiembladen ontstaan er tijdens de embryonale ontwikkeling?

A

Ectoderm, endoderm, mesoderm

Elk kiemblad vormt verschillende weefsels en organen.

62
Q

Wat vormt het ectoderm?

A

Huid- en zenuwweefsel met zintuigen

Dit is een van de drie kiembladen.

63
Q

Wat vormt het endoderm?

A

Spijsverteringsstelsel en ademhalingsstelsel

Dit is een van de drie kiembladen.

64
Q

Wat vormt het mesoderm?

A

Skelet, spieren, transport-, excretie-, en voortplantingsstelsel

Dit is een van de drie kiembladen.

65
Q

Wat is de functie van vruchtwater?

A

Bescherming tegen schokken en uitdroging

Het stelt het embryo ook in staat zich gemakkelijk te bewegen.

66
Q

Wat produceert het ingenestelde klompje cellen in de eerste weken van de zwangerschap?

A

Het hormoon HCG (humaan choriongonadotropine)

Dit hormoon houdt het gele lichaam in stand.

67
Q

Wat is de rol van progesteron tijdens de zwangerschap?

A

Zorgt ervoor dat de zwangerschap in stand gehouden wordt

Het remt de rijping van een ovocyt.

68
Q

Wat gebeurt er met de placenta na drie maanden zwangerschap?

A

De placenta neemt de hormoonproductie van oestrogeen en progesteron over

Het gele lichaam verschrompelt.

69
Q

Wat laat de placenta door zijn vliezen toe?

A

Uitwisseling van stoffen door diffusie en actief transport

Dit omvat ook de doorgang van ziekteverwekkers en schadelijke stoffen.

70
Q

Wat gebeurt er na vier weken van de zwangerschap?

A

Het embryo is 1 cm groot en het hartje begint te kloppen

De primitieve moederkoek is een volwaardige placenta geworden.

71
Q

Wat is de organogenese?

A

De periode waarin bijna alle weefsels en organen in aanleg aanwezig zijn

Dit gebeurt vooral in de tweede maand.

72
Q

Wat gebeurt er aan het einde van de tweede maand?

A

Het embryo weegt ongeveer 1 gram en is ± 3 cm groot

De meeste aangeboren afwijkingen ontstaan in deze periode.

73
Q

Wat gebeurt er na acht weken na de bevruchting?

A

Het embryo wordt een foetus

Het lijkt dan al enigszins op een mens.

74
Q

Wat is de rol van oxytocine tijdens de zwangerschap?

A

Stimuleert het samentrekken van de baarmoederspieren

Dit is cruciaal voor de weeën tijdens de bevalling.

75
Q

Wat zijn de fasen van de bevalling?

A

Ontsluiting, uitdrijving, nageboorte

Deze fasen zijn essentieel voor de geboorte.

76
Q

Wat gebeurt er tijdens de ontsluiting?

A

De baarmoedermond rekt uit en er ontstaat een opening

Dit gebeurt door de druk van de baby en de vruchtvliezen.

77
Q

Wat gebeurt er tijdens de uitdrijving?

A

De baby wordt door de baarmoederhals geduwd

De moeder mag ‘persen’ tijdens deze fase.

78
Q

Wat gebeurt er met de navelstreng na de geboorte?

A

Deze wordt afgeklemd en doorgeknipt

Dit is een belangrijke stap na de geboorte.

79
Q

Wat is de functie van het huidsmeer dat een baby bedekt bij de geboorte?

A

Bescherming tegen vruchtwater en ziekteverwekkers

Het huidsmeer beschermt de baby zowel voor als na de geboorte.

80
Q

Wat gebeurt er met de navelstreng na de geboorte?

A

Afgeklemd en doorgeknipt

Dit proces is essentieel voor de geboorte van de baby.

81
Q

Wat is de nageboorte?

A

Placenta, resten van de navelstreng en vruchtvliezen die na de geboorte naar buiten worden gedreven

Dit gebeurt meestal ongeveer een kwartier na de geboorte.

82
Q

Welk hormoon stimuleert de productie van melk tijdens de borstvoeding?

A

Prolactine

Dit hormoon is essentieel voor de melkproductie in de borsten.

83
Q

Wat doet oxytocine tijdens de borstvoeding?

A

Versterkt de samentrekking van spiertjes in de melkkliertjes

Dit zorgt ervoor dat melk naar buiten wordt geperst.

84
Q

Wat is een miskraam?

A

Afstoting van het baarmoederslijmvlies samen met het embryo of de foetus

Meestal veroorzaakt door onvoldoende progesteronproductie of erfelijke afwijkingen.

85
Q

Wat is de rol van foliumzuur tijdens de zwangerschap?

A

Vermindert het risico op neurale problemen zoals spina bifida en anencefalie

Een tekort aan foliumzuur in de eerste vijf weken kan ernstige gevolgen hebben.

86
Q

Wat zijn de gevolgen van het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap?

A

Foetaal alcoholsyndroom (FAS) met onder andere kleinere hersenen en vertraagde groei

Het gebruik van alcohol kan ernstige ontwikkelingsproblemen veroorzaken.

87
Q

Welke stoffen kunnen schadelijk zijn voor de ontwikkeling van de vrucht?

A

Tabak, alcohol en drugs

Deze stoffen beïnvloeden zowel de productie van voortplantingscellen als de zwangerschap.

88
Q

Wat zijn de gevolgen van nicotine voor het ongeboren kind?

A

Verlaagd geboortegewicht en vertraging in de ontwikkeling

Nicotine vernauwt de bloedvaten in de placenta.

89
Q

Wat zijn enkele voorbeelden van infectieziekten die gevaarlijk zijn tijdens de zwangerschap?

A
  • Toxoplasmose
  • Cytomegalovirusinfectie (CMV)
  • Rubella (rode hond)

De ernst hangt af van het micro-organisme en het stadium van de zwangerschap.

90
Q

Wat is de impact van radioactieve straling op de zwangerschap?

A

Negatieve invloed afhankelijk van het stadium van de zwangerschap en de stralingsdosis

Extra voorzorgsmaatregelen zijn nodig tijdens de zwangerschap.

91
Q

Wat zijn de gevolgen van blootstelling aan chemische stoffen tijdens de embryonale ontwikkeling?

A

Aangeboren afwijkingen en mogelijk vroege vruchtdood

De risico’s zijn sterk afhankelijk van de ontwikkelingsfase van de vrucht.

92
Q

Wat zijn de belangrijkste orgaansystemen die tijdens de embryonale periode worden aangelegd?

A
  • Hart
  • Bloedvatenstelsel
  • Armen en benen

Deze fase omvat de eerste drie maanden van de zwangerschap.

93
Q

Wat is de relatie tussen de Softenon-ramp en aangeboren afwijkingen?

A

Gebruik van Softenon leidde tot de geboorte van kinderen met ernstige misvormingen

De ramp leidde tot verhoogde aandacht voor de effecten van geneesmiddelen tijdens de zwangerschap.

94
Q

Wat zijn de gevolgen van afwijkingen in de gametogenese?

A

Vroegere vruchtdood en chromosomale afwijkingen

Deze afwijkingen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de ontwikkeling.

95
Q

Wat gebeurt er tijdens de blastogenese?

A

Celdelingen waardoor de bevruchte eicel de vorm van een blastula bereikt

Dit proces is cruciaal voor de innesteling in het baarmoederslijmvlies.

96
Q

Wat is de invloed van nicotine op de vruchtbaarheid?

A

Nicotine kan bijdragen aan een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en beïnvloedt de vruchtbaarheid bij mannen door het verminderen van zaadcellen en beweeglijkheid.

Nicotine veroorzaakt samentrekking van de spieren in de eileider, wat leidt tot vernauwing.

97
Q

Wat percentage van de koppels ondervindt vruchtbaarheidsproblemen?

A

Ongeveer 15% van de koppels.

De oorzaak kan bij de man, de vrouw of bij beide partners liggen.

98
Q

Wat zijn hormonale oplossingen voor vruchtbaarheidsproblemen?

A

Hormonale behandelingen kunnen de hypofyse stimuleren tot de productie van FSH en LH.

Deze hormonen worden geïsoleerd uit urine van zwangere vrouwen.

99
Q

Wat houdt kunstmatige inseminatie (KI) in?

A

Bij KI wordt een concentraat van zaadcellen kunstmatig in de baarmoeder gebracht tijdens de eisprong.

Dit kan ook met geselecteerd donorsperma (KID) als de man onvruchtbaar is.

100
Q

Wat is in-vitrofertilisatie (IVF)?

A

Bij IVF worden eicellen uit de vrouw gehaald en samengebracht met zaadcellen in een glazen schaaltje voor bevruchting.

Een of twee bevruchte eitjes worden daarna in de baarmoeder geplaatst.

101
Q

Wat is de eerste stap in het IVF-proces?

A

Stimuleren van de rijping van de eicel met hormonen zoals FSH.

Dit verhoogt het aantal rijpe eicellen per cyclus.

102
Q

Hoe vindt de follikelpunctie plaats?

A

De follikelpunctie gebeurt via echoscopie en een buigzame slang met een holle naald.

Dit is een minder belastende methode dan de vroegere kijkoperatie.

103
Q

Wat gebeurt er na de bevruchting in het IVF-proces?

A

De eicellen worden 5-6 uur in een kweekmedium gelaten en de zaadcellen worden voorbereid voor bevruchting.

Na bevruchting ontstaat er een zygote.

104
Q

Wat is het doel van embryo selectie bij IVF?

A

Embryo’s worden geselecteerd op kwaliteit en snelheid van ontwikkeling voor terugplaatsing.

Dit verhoogt de kans op een succesvolle innesteling.

105
Q

Wat is FRET?

A

FRET staat voor frozen embryo transfer, waarbij overgebleven embryo’s worden ingevroren voor latere zwangerschapspogingen.

106
Q

Wat is intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)?

A

ICSI is een techniek waarbij één zaadcel in één eicel wordt geïnjecteerd.

Deze techniek helpt bij ernstige mannelijke onvruchtbaarheid.

107
Q

Wat zijn de natuurlijke methoden voor geboorteregeling?

A

Natuurlijke methoden zijn gebaseerd op de menstruatiecyclus, zoals de kalendermethode, temperatuurmethode en baarmoederhalsslijmmethode.

Deze methoden vereisen nauwkeurige observatie van lichaamssignalen.

108
Q

Wat is de kalendermethode?

A

Bij de kalendermethode wordt de lengte van de menstruele cyclus gebruikt om de vruchtbare periode te bepalen.

Deze methode is vaak onbetrouwbaar door variatie in de cyclusduur.

109
Q

Wat gebeurt er met de lichaamstemperatuur rond de ovulatie?

A

De lichaamstemperatuur stijgt met 0,4 tot 0,8 graden Celsius na de ovulatie.

Deze verhoging kan helpen bij het bepalen van de veilige periode.

110
Q

Hoe verandert het baarmoederhalsslijm voor de ovulatie?

A

Het slijm wordt vloeibaar, rekbaar en glasachtig.

Deze veranderingen wijzen op een nakende ovulatie.

111
Q

Wat verandert de kwaliteit van het slijm in de baarmoederhals?

A

Het slijm wordt vloeibaar, rekbaar, glasachtig, enz.

Deze veranderingen wijzen op een nakende eisprong.

112
Q

Hoe moeten de evolutie van het slijm en de temperatuur worden gevolgd?

A

Dagelijks.

Waarnemingen volstaan niet om de vruchtbare dagen te bepalen.

113
Q

Wat is sterilisatie?

A

Een ingreep die het optreden van zwangerschap blijvend onmogelijk maakt.

114
Q

Wat gebeurt er bij de sterilisatie van de vrouw?

A

Eén stuk uit iedere eileider wordt weggeknipt en de vrije eindjes worden afgebonden of dichtgesmolten.

Dit onderbreekt de weg voor de eicel en de zaadcel.

115
Q

Wat is het gevolg van de sterilisatie van de man?

A

Enkel steriliteit; libido en potentie blijven onveranderd.

De zaaduitstorting en hoeveelheid zaad zijn normaal.

116
Q

Hoe wordt een diafragma gebruikt?

A

Het wordt in de vagina aangebracht en bedekt de baarmoederhals.

Het moet rijkelijk voorzien zijn van een zaaddodende gelei.

117
Q

Wat is de functie van het vrouwencondoom?

A

Het voorkomt dat sperma in de vagina komt en biedt bescherming tegen SOA’s.

118
Q

Wat is de belangrijkste functie van het mannencondoom?

A

Het vangt sperma op zodat het niet in de vrouwelijke geslachtswegen terechtkomt.

119
Q

Wat zijn zaaddodende middelen?

A

Preparaten die de zaadcellen ter plaatse doden.

Ze worden als spray, crème, of schuimtablet in de vagina aangebracht.

120
Q

Wat doet een (koper)spiraaltje?

A

Het voorkomt dat een zygote zich kan innestelen in de baarmoeder.

121
Q

Wat is de noodpil?

A

Een pil die in noodsituaties gebruikt wordt om zwangerschap te voorkomen.

Het gaat om twee pillen die binnen 72 uur ingenomen moeten worden.

122
Q

Wat is de combinatiepil?

A

Een hormonale voorbehoedsmiddel dat meestal geen eisprong toelaat.

123
Q

Wat is het verschil tussen de sequentiële pil en de combinatiepil?

A

De sequentiële pil bevat twee soorten pillen en bootst de menstruatiecyclus na.

124
Q

Wat bevat de minipil?

A

Een kleine hoeveelheid progesteron.

De minipil maakt het baarmoederslijmvlies ondoordringbaar voor zaadcellen.

125
Q

Wat is de prikpil?

A

Een inspuiting die elke 3 of 6 maanden wordt gegeven en progesteron bevat.

126
Q

Wat is het hormoonstaafje?

A

Een implantaat dat progesteron afgeeft en drie jaar blijft zitten.

127
Q

Wat is een hormonaal spiraal?

A

Een spiraaltje dat progesteron vrijgeeft en de baarmoederhals ondoordringbaar maakt voor zaadcellen.

128
Q

Wat is de functie van anticonceptiepleisters?

A

Ze geven hormonen vrij die via de huid in de bloedbaan komen.

129
Q

Wat is baarmoederslijmvlies ongeschikt voor?

A

Innesteling van een toch bevruchte eicel.

130
Q

Wat is de afmeting van een anticonceptiepleister?

A

4,5 x 4,5 cm.

131
Q

Welke hormonen bevat de anticonceptiepleister?

A
  • Oestrogeen
  • Progesteron
132
Q

Hoe lang geeft elke anticonceptiepleister zijn actieve stoffen vrij?

A

Een week (7 dagen).

133
Q

Hoeveel weken achtereen wordt een nieuwe pleister aangebracht?

A

Drie weken.

134
Q

Wat vindt er plaats in de week zonder pleister?

A

De menstruatie.

135
Q

Wat is de vaginale ring?

A

Een flexibele ring die de vrouw zelf inbrengt in de vagina.

136
Q

Welke hormonen komen vrij via de vaginale ring?

A
  • Oestrogeen
  • Progesteron
137
Q

Hoe lang blijft de vaginale ring in de vagina?

A

Drie weken.

138
Q

Wat gebeurt er na de drie weken met de vaginale ring?

A

Een pauzeweek volgt.

139
Q

Waarom zijn geneesmiddelen via de vagina snel effectief?

A

Ze worden onmiddellijk in de bloedbaan opgenomen.

140
Q

Zijn alle voorbehoedsmiddelen even betrouwbaar?

A

Nee, geen enkel voorbehoedsmiddel is 100% betrouwbaar.

141
Q

Wat geeft de Pearl-index aan?

A

Aantal zwangerschappen bij 100 vrouwen gedurende 1 jaar met een bepaalde methode.

142
Q

Wat is de Pearl-index voor regelmatige geslachtsgemeenschap zonder anticonceptiemethode?

143
Q

Wat is de Pearl-index voor de Sympto-thermale methode?

A

Perfect gebruik: 0,4, In de praktijk: 1,8.

144
Q

Wat is de Pearl-index voor de coïtus interruptus?

A

Perfect gebruik: 1,0-4, In de praktijk: 12,0-38.

145
Q

Wat is de Pearl-index voor het hormoon implantaat?

146
Q

Wat is de Pearl-index voor sterilisatie bij mannen?

147
Q

Wat is de Pearl-index voor de koperspiraal?

148
Q

Wat is een betrouwbare website voor informatie over seksuele gezondheid?

A

http://www.sensoa.be