Natuurwetenschappen Flashcards

1
Q

Voedsel relatie

A

Een relatie tussen organismen, waarbij het ene organisme het andere opeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De producent

A

Een groene plant die zelf zijn eten aanmaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De consument

A

Is een dier dat zich voedt met ander organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De herbivoor

A

Is een dier dat alleen plantaardig voedsel eet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Carnivoor

A

Is een dier dat enkel dierlijk voedsel eet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omnivoor

A

Is een dier dat zowel dierlijk als natuurlijk voedsel eet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De voedsel keten

A

Is een aaneenschakeling van organisme of schakels waarbij de vorige schakel als voedsel dient voor de volgende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het voedselweb

A

Is een verzameling van voedsel ketens die met elkaar verbonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De voedsel piramide

A

Is een ruimtelijke voorstelling van de voedsel keten, waarbij rekening wordt gehouden met het aantal organisme en hun eet patroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het ecologisch evenwicht

A

Is een stabiele toestand in de biotoop waarbij er voldoende voedsel is voor elk oranisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De opruimer

A

Is een organisme dat zich voedt met dood organisme, delen of uitwerpselen ervan. Ze hoeven niet te jagen op voedsel. Ze ruimen zo het natuurlijke afal op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De reducent

A

Is een organisme dat de rest van het dood organisch materiaal afbreekt en ze omzet in mineralen. Voorbeelden zijn bacteriën en zwammen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De voedselkringloop

A

Is een geslote voedsel relatie waarin de reducenten de voedsel kringloop sluiten door dood organisch materiaal om te zetten in mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De predator

A

Dit organisme jaagt op ander organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het dieptezicht

A

Het zicht dat een afstand tot iets kan inschatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prooidier

A

Het dier waarop gejaagt wordt

17
Q

Het gezichtsveld

A

Alles wat je ziet zinder je ogen te bewegen

18
Q

De camouflage

A

Help dieren te overleven door dezelfde kleur aan te nemen als de omgeving if zich anders voor te doen

19
Q

De bioversiteit

A

Is de verschillenheid op aarde

20
Q

Het ecosysteem

A

Wordt gevormd door alle abiotische factoren samen die invloed op elkaar uitoefenen. Elk biotoop opzich vormt een ecosysteem