nationalisme Flashcards

1
Q

Nationalisme

A

ideologie die stelt dat de staat als politieke eenheid moet samenvallen met de natie als sociaal-culturele eenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Romantiek

A

Culturele stroming die de nadruk legt op de verheelijking van de geschiedenis van het eigen volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Etniciteit

A

perceptie van identiteit gebaseerd op gezamenlijke taalkundige, godsdienstige of andere culturele kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zelfbeschikkingsrecht

A

het volk beslist zelf, door stemming, tot welke staat zij wensen te behoren en welke regeringsvorm zij verkiezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

A

koninkrijk dat in 1815, onder koning Willem I, opgericht werd als bufferstaat ten noorden van Frankrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belgische revolutie

A

revolutie in de Zuidelijke Nederlanden in 1830, die leidde tot het ontstaan van de staat België.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Unionisme

A

katholiek-liberale coalitie die ontstond uit de gemeenschappelijke oppositie tegen de politiek van koning Willem I.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorlopig Bewind

A

tijdelijke regering die de onafhankelijkheid van de provincies van België uitriep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nationaal Congres

A

vergadering die zich tot doel stelde de Belgische grondwet vorm te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly