Nask p1 Flashcards
Alles dat je moet weten voor de toets.
Wat zijn stofeigenschappen?
Eigenschappen waaraan je stoffen kunt herkennen.
Bv: Geur, kleur, smaak en brandbaarheid.
Noem 5 manieren waarop stoffen gevaarlijk kunnen zijn.
Inademen, Inslikken, Aanraken, Vebranden, Mengen
Corrosief
Kan materialen, ogen en huid ernstig aantasten
Explosief
Kan door een vonk of schok ontploffen
Licht ontvlambaar
Kan heel gemakkelijk in brand vliegen
Brandbevorderend
Kan brandbare stoffen heviger laten branden
Giftig
Kan je ernstig ziek maken / dodelijk zijn
Schadelijk
Is schadelijk, kan ogen en huid irriteren
R-zin
Geeft aan welk risico er is (risk)
S-zin
Geeft aan welke veiligheidsmaatregel
kan worden genomen (Safety)
Oplossing
2 of meer stoffen
mengen, en worden een
doorzichtige vloeistof die
altijd gemengd blijft
Suspensie
Vaste
stof in een vloeistof
lost niet op en
bezinkt
Emulsie
Vloeistof in
een vloeistof lost
niet op en gaat ‘’op
elkaar drijven’’
Emulgator
Een emulgator zorgt ervoor dat de 2 stoffen in
een emulsie wel in elkaar kunnen oplossen
Filtraat
De vloeistof die overblijft als je een suspensie filtreert
Residu
De vaste stof die overblijft als je een suspensie filtreert
Mengsel
Een mengsel bevat altijd 2 of meer stoffen
Zuivere stoffen
Alleen maar 1 stof dus er zijn geen andere stoffen toegevoegd.
Moleculen
De kleine deeltjes in stoffen
Extraheren
Je gebruikt het filter op een andere manier.
bv: Je doet zeezand in het filter en je giet er water overheen. Het zout in het zand lost op en komt terecht in het filtraat
Op welke manier kun je de massa van een
voorwerp bepalen?
De massa van een voorwerp kun je bepalen
met een weegschaal.
Symbool en Eenheid van Massa
Grootheid Eenheid Symbool
Massa kg m
Symbool en Eenheid van Volume
Grootheid Eenheid Symbool
Volume mL of cm³ V
Hoe kan je de volume van een rechthoekig voorwerp berekenen?
Lengte x Breedte x hoogte
Hoe kan je de volume van een cilinder bepalen?
V = π x r² x h
Hoe bepaal je de volume met een maatcilinder
Volume = einstand - beginstand
Wat is dichtheid?
Dichtheid zegt iets over de massa van 1 cm³ van een stof
Formule van dichtheid
ρ = m : V
Symbool en Eenheid van Dichtheid
Grootheid Eenheid Symbool
Dichtheid g/cm³ ρ
Dichtheid bepalen
1) Bepaal de volume
2) Bepaal de massa
3) Formule berekenen
4) Antwoord
Bepaal de volgende dichtheid
Volume: 120 cm³
Massa : 312 g
2,6 g/cm³ (glas)
Wanneer blijft een voorwerp drijven
de dichtheid van het voorwerp lager is dan de dichtheid
van de vloeistof
3 toestanden van water
Gas, vast en vloeistof
Fase
Een fase van een stof is de toestand waarin
je het tegen kan komen
Materie
Alles wat bestaat is materie
Waar bestaat een stof uit
moleculen
Waar bestaan moleculen uit
Atomen
Atoom
Een atoom is het kleinste deeltje dat we
moeten kennen
Vaste stof (deeltjesmodel moleculen)
Moleculen trillen, maar blijven op
dezelfde plek
Vloeistof (deeltjesmodel moleculen)
Moleculen kunnen langs elkaar heen
bewegen
Gas (deeltjesmodel moleculen)
Moleculen zijn ‘’vrij’’ en de ruimte
tussen de molecule wordt veel groter
Cohesie
Moleculen van dezelfde stof
trekken elkaar aan
Adhesie
Moleculen van andere stoffen
trekken elkaar aan
2 soorten thermometers
Elektrische thermometer
Vloeistof Thermometer
3 onderdelen van vloeistof thermometer
1) Schaalverdeling
2) Reservoir
3) Stijgbuis
2 vaste punten (temperatuur)
ijs water = 0 °C
kokend water = 100 °C
Gas naar Vloeibaar
Condenseren
Vloeibaar naar Gas
Verdampen
Vast naar Vloeibaar
Smelten
Vloeibaar naar Vast
Bevriezen
Vast naar gas
Vervluchtigen
Gas naar Vast
Rijpen
Bevriezen
Als het vriest, verschijnt er een laag ijs op sloten en plassen. Het bovenste laagje water bevriest: van vloeibaar wordt het vast. Als het blijft vriezen, groeit het ijslaagje van onderaf steeds verder aan.
Smelten
Als het gaat dooien, smelt de ijslaag snel weg. Boomtakken die pas nog wit waren van de rijp, worden nu weer kaal, terwijl de waterdruppels naar beneden vallen. Vast ijs wordt nu vloeibaar water.
Verdampen
Als na een regenbui de zon schijnt, zijn de straten weer droog. Plassen water worden steeds kleiner en verdwijnen tenslotte helemaal. Dat komt doordat het regenwater bij warm weer snel verdampt: zichtbaar water wordt onzichtbare waterdamp. Het water verdampt ook als de zon niet schijnt, maar dan veel langzamer
Condenseren
Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht. Als warme lucht ‘s nachts afkoelt, condenseert de waterdamp die erin zit tot kleine waterdruppels. Zo wordt onzichtbare waterdamp zichtbaar water.
Rijpen
Als de temperatuur ‘s nachts daalt tot onder 0 °C, ontstaat er geen dauw, maar rijp. De waterdamp in de lucht gaat over in kleine ijskristallen die boomtakken en grassprieten een wit uiterlijk geven.
Vervluchtigen
Als de lucht erg koud en droog is, wordt een laag sneeuw geleidelijk dunner. Dat komt doordat ijs dan zonder eerst te smelten langzaam verandert in waterdamp.
De stof is in zijn vaste fase
Het zit onder het smeltpunt
De stof is zijn vloeibare fase
Het is tussen het smelt- en kookpunt
De stof is zijn gas fase
Het is boven zijn kookpunt
Stol traject
Bij mengsels
Stol punt
Bij zuivere stoffen
Hoe kun je het smeltpunt van water verlagen?
Met keukenzout