Naamvallen Flashcards
Wanneer gebruik je de 4de naamval?
als het om een lijdend voorwerp gaat
wanneer gebruik je de 1ste naamval?
als het om het onderwerp gaat
wanneer gebruik je de 2de naamval?
als je bezit wil uitdrukken
wanneer gebruik je de 3de naamval?
als het om het meewerkend voorwerp gaat
beroepen zijn?
Mannelijk
dieren zijn?
mannelijk
Kalendertermen zijn?
Mannelijk
Der is?
mannelijk
Die is?
Vrouwelijk
Woorden die op e eindigen zijn?
Vrouwelijk
woorden die op heit of keit eindigen zijn?
vrouwelijk
woorden die op schaft eindigen zijn?
Vrouwelijk
woorden die op Ung eindigen zijn?
Vrouwelijk
Das is?
onzijdig
woorden die in het nederlands met het woorden aangegeven zijn?
Onzijdig
hij
1ste naamval
hem
4de naamval
aan
3de naamval
van
2de naamval