Naamvallen Flashcards
1
Q
Mannelijk: hoe is het in de vierde naamval?
eerste naamval:
ος
ας
ής
ές
A
ο
α
ή
έ
2
Q
Vrouwelijk: hoe is het in de vierde naamval
eerste naamval:
α
η
A
α
η
3
Q
Onzijdig: hoe is het in de vierde naamval?
eerste naamval:
ι
ο
μα
A
ι
ο
μα
4
Q
Welke naamval bij μ᾽αρέσει;
A
eerste naamval!!
5
Q
Door de naamval kan je de woordvolgorde flexibel maken: ik wil een koffie
A
Θα ήθελα έναν καφέ.
Έναν καφέ θα ήθελα.