Naamgeving Level Expert Flashcards

1
Q

Wat is de brutoformule van lachgas?

A

N2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de systematische naam van lachgas?

A

distikstofoxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de brutoformule van roest?

A

Fe2O3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is lachgas?

A

Lachgas werd in het verleden gebruikt als verdovingsmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de verkorte systematische naam van roest?

A

ijzer(III)oxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de bruto formule van een conserveringsmiddel van voeding?

A

SO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de systematische naam van een conserveringsmiddel van voeding?

A

zwaveldioxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de brutoformule van bijtende soda?

A

NaOH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar wordt bijtende soda voor gebruikt?

A

Het ontstoppen van afvoerleidingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor gebruikt men geblutste kalk?

A

Voor het bepleisteren van muren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de brutoformule van geblutste kalk?

A

Ca(OH)2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de brutoformule van zwavelzuur?

A

H2SO4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef een toepassing van zwavelzuur.

A

Het is de vloeistof van in een autobatterij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de brutoformule van salpeterzuur?

A

HNO3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de brutoformule van fosforzuur?

A

H3PO4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef een toepassing van salpeterzuur.

A

Het is een grondstof voor dynamiet.

16
Q

Geef een toepassing van fosforzuur.

A

Het is een bestanddeel in wasmiddelen.

17
Q

Wat is de brutoformule van keukenzout?

A

NaCl

18
Q

Van wat is het zetten van breuken en pleisterwerken een toepassing?

A

gips

19
Q

Wat is de brutoformule van gips?

A

CaSO4

20
Q

Geef een toepassing van soda.

A

Het is een reinigingsmiddel.

21
Q

Wat is de brutoformule van soda?

A

Na2CO3