Muziek 1 Flashcards
1
Q
Leidmotieven
A
Personen of gebeurtenis wordt letterlijk nagebootst
2
Q
absolute muziek
A
Composities waarin de vorm voorop staat
3
Q
Homofoon
A
Meerstemmige muziek met een stem die de melodie volgt
4
Q
Polyfoon
A
Meer melodieën tegelijk zijn bezig. Alle stemmen zijn gelijjk waardig
5
Q
Consonant
A
Samenklinkende muziek
6
Q
Dissonant
A
Samenklank wringt
7
Q
Moduleren
A
Verandering van toonsoort
8
Q
Polytonaal
A
Meerdere toonsoorten door elkaar
9
Q
Atonale muziek
A
Zonder hoofdtoonsoort
10
Q
Syncope
A
Een verschuiving van het accent. Net niet op de tel