Mots Dans Le Vent 3 Flashcards
Le bénévole
De vrijwilliger
Le comportement
Het gedrag
L’employeur
De werkgever
Le préjugé
Het vooroordeel
L’apparence
Het uiterlijk
La cause
De oorzaak
La confiance en moi/toi/soi
Het zelfvertrouwen
L’étude
De studie
L’exclusion
De uitsluiting
La honte
De schaamte
L’intolérance
De overdraagzaamheid
Accepter
Aanvaarden
Acceuillir
Verwelkomen
Apprécier
Waarderen
Consacrer à
Wijden aan
Démontrer
Aantonen
Dépendre de
Afhangen van
Élargir
Verruimen
Exprimer
Uitdrukken
Mépriser
Minachten
Râler
Zeuren
Attachant
Aanhankelijk
Attiré
Aangetrokken
Autorisé
Toegelaten
Défavorisé
Minderbedeeld
Lié
Gehecht
Reconaissant
Dankbaar
Visible
Zichtbaar
Avoir du mal à
Moeite hebben om
D’ailleurs
Trouwens
Ne…ni…ni…
Noch…noch
Notamment
Namelijk
Récemment
Onlangs
Se faire remarquer
Opvallen