motorisch stellen Flashcards
1
Q
waaruit bestaat het motorisch stelsel
A
- skelet
- gewrichten
- skeletspieren
4.vegetatieve motoriek(gladde spiercellen en klieren)
2
Q
wat is de functie van het axiaal skelet
A
stevigheid aan hersenen, het ruggenmerg en de organen in de buik/borstholte
3
Q
wat voor type beenweefsel is er
A
- spongieus
- compact
4
Q
welke 2 lagen heeft het buitenste app van het bot en hoe heet die
A
het periosteum bestaat uit een vezelige en cellulaire laag
5
Q
noem 3 soorten botverbindingen
A
bindweefsel, kraakbeen en gewrichten
6
Q
noem de onderdelen van het synodaal gewricht
A
- gewricht kapsel
- synovial vlies
- gewrichtskraakbeen
- gewrichtsholte
7
Q
welke 3 typen spierweefsel bestaat er
A
- skeletspierweefsel
- hartspierweefsel
- gladspierweefsel
8
Q
hoe vind sper contractie plaats
A