mondeling Flashcards

1
Q

Empirisch

A

Dit betekent dat iets gebaseerd is op observaties, metingen en onderzoek, in plaats van alleen op ideeën of theorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klinische psychologie

A

Een tak van de psychologie die zich richt op het begrijpen en behandelen van psychische problemen en stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Falsificatie

A

Dit is het proces waarbij hypotheses of theorieën worden getest door te proberen ze te weerleggen of te bewijzen dat ze niet kloppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mentale processen

A

Dit zijn de denkprocessen die plaatsvinden in onze geest, zoals waarneming, geheugen, redenering en emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gedrag

A

De manier waarop mensen zich uiten of reageren op prikkels in hun omgeving, inclusief acties, reacties en gewoonten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Normaal

A

Gedrag dat overeenkomt met wat de meeste mensen in een bepaalde samenleving of cultuur doen, en dat over het algemeen als acceptabel wordt beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Abnormaal

A

Gedrag dat afwijkt van wat als normaal wordt beschouwd en problemen of zorgen kan veroorzaken voor de persoon zelf of anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stoornis

A

Een aandoening die leidt tot aanzienlijk lijden of disfunctioneren in het dagelijks leven, zoals depressie, angststoornis of schizofrenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Normatief

A

Het stellen van normen of standaarden die aangeven wat als acceptabel of passend wordt beschouwd in een bepaalde context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Descriptief

A

Beschrijvend; gericht op het beschrijven van hoe dingen zijn of worden ervaren, zonder oordeel of interpretatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Medisch model van abnormaal gedrag

A

Een benadering van psychische stoornissen die ze beschouwt als medische aandoeningen die behandeld moeten worden met medische interventies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

DSM

A

Afkorting voor de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, een handboek gebruikt door professionals in de geestelijke gezondheidszorg om criteria voor de diagnose van psychische stoornissen te bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Antipsychiatrie

A

Een kritische beweging die zich verzet tegen traditionele psychiatrische praktijken en de nadruk legt op de sociale en politieke oorzaken van geestelijke gezondheidsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptoom

A

Een teken of indicatie van een stoornis of ziekte, zoals pijn, angst of hallucinaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sociale controle

A

Het proces waarbij individuen, groepen of instituties invloed uitoefenen op het gedrag van anderen om ervoor te zorgen dat ze zich aan sociale normen houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Humanistische beweging

A

Een benadering binnen de psychologie die de nadruk legt op het begrijpen van de persoon als geheel en het bevorderen van zelfactualisatie en persoonlijke groei.

17
Q

Biologische factoren

A

Fysieke of genetische kenmerken die van invloed kunnen zijn op iemands psychische gezondheid of gedrag, zoals genetica, hersenchemie en neurologische processen.

18
Q

Cognitieve factoren

A

Denkprocessen zoals perceptie, aandacht, geheugen en redeneren die van invloed kunnen zijn op iemands gedrag en mentale gezondheid.

19
Q

Sociale en culturele factoren

A

Omgevings- en sociale invloeden, zoals familie, vrienden, maatschappelijke normen en culturele verwachtingen, die van invloed kunnen zijn op iemands gedrag en psychische gezondheid.