module 1 Flashcards
aanwendingsrichting
manier waarop middelen kunnen worden gebruikt
alternatief aanwendbaar
feit dat middelen gebruikt kunnen worden in verschillende aanwendingsrichtingen
baten
opbrengsten
behoefte
wens die iemand vervuld wil zien
budget
hoeveelheid middelen waarover iemand beschikt
budgetlijn
lijn van alle mogelijke productcombinaties die maximaal kunnen worden gekocht met het gegeven budget
kosten
geldwaarde van het gebruik of verbruik van productiefactoren
middel
product dat of dienst die in een behoefte kan voorzien
nettobaten
baten minus kosten
opbrengsten
resultaat van het gebruik van een middel
productcombinatie
mandje van goederen en/of diensten waar het budget aan besteed wordt
schaarste
spanningsveld tussen onbegrensde behoeften en beperkt aanwezige middelen
arbeid
productiefactor die het menselijk handelen tijdens het productieproces omvat
arbeidsdeling
opdeling van een productieproces in afzonderlijke deeltaken
arbeidsproductiviteit
productie per arbeidskracht per tijdseenheid
autarkie
situatie waarin er niet wordt geruild
auteursrecht
wettelijk en exclusief recht van een auteur om zijn werken publiek te maken en te vermenigvuldigen
consument
iemand die goederen en/of diensten koopt om daarmee in zijn behoeften te voorzien
consumptie
kopen van goederen en/of diensten om behoeften te bevredigen
contract
wettelijk document met daarin de voorwaarden van een ruil
eigendomsrecht
wettig recht van eigendom
institutie
organisatie die de transactiekosten van een ruil verlaagt
intellectueel eigendomsrecht
eigendom van een voortbrengsel van de menselijke geest
octrooi
patent
organisatievorm
de manier waarop alle activiteiten van een institutie onderling georganiseerd zijn
patent
wettelijk recht van intellectueel eigendom
productie
transformatie van inputs naar goederen en/of diensten
ruil
uitwisseling van middelen
ruilverhouding
de waarde van een middel uitgedrukt in eenheden van een ander middel
scholing
opdoen vand nieuwe kennis en vaardigheden
specialisatie
het toeleggen op een afgebakend onderdeel van productie
transactiekosten
kosten om tot een ruil te komen
wederzijds voordeel
voordeel dat tot stand komt bij een ruil
algemeen prijspeil
gemiddelde prijs van een representatieve groep goederen en diensten
betaalmiddel
algemeen aanvaard ruilmiddel
centrale bank
bank belast met de ontwikkeling en uitvoering van monetair beleid en met het toezicht op het bank- en verzekeringswezen
chartaal geld
munten en bankbiljetten
de nederlandsche bank
centrale bank van nederland
denominatie
waarde die op chartaal geld vermeld staat
directe ruil
ruil van middelen zonder tussenkomst van geld
europese centrale bank
centrale bank van de eurolanden
extrinsieke waarde van geld
denominatie
fiduciair geld
geld dat zijn waarde uitsluitend ontleent aan het vertrouwen dat mensen erin hebben
geld
middel dat kan worden geruild tegen alle andere middelen
geldschepping
nieuw geld in omloop brengen
geldwissel
document waarop staat hoeveel geld de houder aan de bank in beheer heeft gegeven
giraal geld
direct opvraagbare tegoeden op bank- of girorekeningen
indirecte ruil
ruil van middelen met tussenkomst van geld
inflatie
stijging van het algemene prijspeil door de tijd
interne waarde van geld
koopkracht van het geld
intrinsieke waarde van geld
waarde van het materiaal waarvan het geld gemaakt is
koopkracht van geld
de hoeveelheid middelen die voor het geld gekocht kunnen worden
maatschappelijke geldhoeveelheid
totale hoeveelheid chartaal en giraal geld die in omloop is
monetair beleid
bepaling van de maatschappelijke geldhoeveelheid, het wisselkoersregime en de rentestand
nominale waarde van geld
waarde die op chartaal geld staat afgebeeld
oppotmiddel
functie van geld waardoor de aanwending van middelen uitgesteld kan worden
prijs
ruilverhouding van middelen tot het middel geld
reele waarde van geld
koopkracht van het geld
rekenmiddel
functie van geld waardoor de waarde van verschillende middelen met elkaar vergeleken kan worden
ruilmiddel
functie van geld waardoor goederen en diensten geruild kunnen worden
valuta
muntsoort
waardemeter
waarde van middelen uitgedrukt in geld
wet van gresham
ervaringsgegeven dat zegt dat geld met een relatief hoge intrinsieke waarde uit de omloop gaat