moderne commerciële landbouw in VS (61-64) Flashcards

1
Q

hoe kunnen de Amerikaanse landbouwers hun grote oppervlaktes bewerken

A

sterk mechaniseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

van wat maakt hij gebruik waar de droogte kritisch wordt?

A

technische vooruitgang; op grotere oppervlaktes sproei-installaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat laat toe om meer gebruik te maken van hoogrenderende zaadsoorten en meststoffen?

A

de biotechnologische evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kenmerken moderne commerciële landbouw in VS

A
moderne landbouwmethodes
weinig werkkracht
kapitaalintensief
exportgericht
grote oppervlaktes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

moderne landbouw

A

landbouwer maakt gebruik van machines, sproei-installaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

commerciële landbouw

A

producten niet allen voor eigen gebruik maar ook export

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe is het klimaat?

A

gunstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe is het reliëf?

A

gunstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe is de bodem?

A

gunstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

input: beoordeling + kenmerken

A

hoge input

-> grote bedrijfsgrootte, veel gebruik van meststoffen, veel machines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

landbouwtype

A

akkerbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe doen ze aan akkerbouw?

A
  • met veel machines
  • met veel meststoffen
  • met geselecteerd zaad
  • op grote oppervlakten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beoordeling proces

A

moderne landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bevolkingsdichtheid

A

laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

inkomen

A

hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

scholingsgraad

A

hoog

17
Q

tewerkstelling in landbouw

A

laag

18
Q

wat produceren ze?

A

tarwe (graan)

19
Q

opbrengst / ha

A

2715 kg

20
Q

opbrengst per bedrijf

A

massaproductie

21
Q

eigen land

A
  • voedsel voor mens
  • veevoeder
  • industrie
22
Q

export

A

belangrijk

23
Q

waarvoor dient graan? (opbrengst)

A

verkoop in eigen land en export

24
Q

waarom is klimaat gunstig in VS?

A

gematigde klimaten

25
Q

waarom is opbrengst/ha in VS lager dan in België?

A

minder gunstige klimaatomstandigheden en minder intensief gebruik van meststoffen

26
Q

rendement

A

opbrengst/ha

27
Q

massaproductie

A

grote bedrijfsoppervlakte is nodig om kapitaalinbreng te compenseren

28
Q

voorbeeld plantagelandbouw

A

bananen

29
Q

waar komt moderne commerciële akkerbouw vooral voor?

A

gebieden met gematigde klimaten