MO & ML Flashcards
ontogenese
ontwikkeling van een individu
fylogenese
ontwikkeling van een groep
Gesell en Shirley
rijpingstheorie
rijpingstheorie
de ontwikkeling van het CZS zorgt voor de ontwikkeling van motoriek (endogene factoren)
nativisme
alleen endogene factoren spelen een rol
bewijs voor rijpingstheorie
- ontwikkeling in vaste richting
- ontwikkeling is univariant
- eeneiige tweelingen vertonen gelijk gedrag
- geen invloed van training
- pathologie heeft geen invloed op de volgorde
bewijs tegen rijpingstheorie
- ontwikkeling verloopt niet 100% cephalo-caudaal
- regressie
- corticale inhibitie hypothese
- oefenen heeft wel effect
- pathologie vertraagt de ontwikkeling
- deprivatie beperkt ontwikkeling
corticale inhibitie theorie
reflexen vlak na de geboorte verdwijnen door de rijping van de cortex
deprivatie
weghouden van omgeving
Piaget
ontwikkelingstheorie
ontwikkelingstheorie
motoriek en cognitie zijn verweven
stadia van cognitieve ontwikkeling
- sensorimotorisch stadium
- pre-operationele stadium
- concreet operationele stadium
- formeel operationele stadium
sensorimotorische stadium
- 0-2 jaar
- ontdekken van eigen lichaam
- ontdekken van voorwerpen
- geen object permanentie
schema’s van piaget
- cognitieve structuur met een representatie van de omgeving
- categoriseren
- assimilatie en accomodatie
assimilatie
nieuwe elementen in bestaande structuren
accomodatie
aanpassen bestaande structuren
object permanentie
als het voorwerp niet meer zichtbaar is is het er niet meer
a-not-b error–> embodied cognition
de kennis is gekoppeld aan de beweging
pre-operationeel stadium
- 2-5 jaar
- gebruik van taal
- centration
- moeite met conservation
- egocentrisme
centration
1 perspectief (vader kan geen broer zijn)
conservation
evenveel maar in een andere vorm
concreet operationeel stadium
- 7-12 jaar
- logisch redeneren en rekenen
- reversibility
- begrip van conservation
- samen spelen en empathie
reversibility
dingen zijn omkeerbaar
formeel operationeel stadium
- 12+
- abstract denken
abstract denken
dingen hoeven niet tastbaar te zijn, hypotheses en ideeën kunnen inn het hoofd worden gevormd
constructivisme
kennis wordt opgebouwd door interactie met de omgeving
ontwikkelingshypothese
motorisch functioneren op jonge leeftijd vormt de basis voor latere mentale ontwikkeling
Esther Thelen
dynamische systeemtheorie
dynamische systeemtheorie
een systeem is een verzameling van verbonden componenten. hierbij verandert elk component in zijn eigen tempo
zelf-organisatie
nieuw gedrag ontstaat vanzelf onder de juiste omstandigheden
structurele constraint
bouw van het lichaam
functionele constraint
gedrag (angst, motivatie, vermoeidheid)
taak constraint
- doel
- regels
- middelen
fysieke constraint
weer, structuur etc.
socio-culturele constraint
stereotypen, opvoeding, genderrollen
rate limiting subsystem
beperkende factor (constraint)
multileveled causality
er zijn meerder factoren die ontwikkeling verklaren
equilibriumtoestand
systeem is in evenwicht door zelforganisatie
fase-transitie
gedrag wordt variabel
controle parameter
variabele die verandert tijdens transitie
Wohlwill’s developmental research shema’s
- welk gedrag wordt bestudeerd en hoe wordt dit gemeten
- hoe verandert het gedrag met leeftijd
- welke factoren hangen samen met het gedrag
- manipulatie van variabelen
- kijken naar interindividuele variatie
germinal period
- 0-2 weken
- hechten eicel aan baarmoeder
- celdifferentiatie
embryonic period
- 3-8 weken
- vormen lichaamsdelen
- vormen organen
fetal period
- 9-38 weken
- bewegen
- functioneren organen
primary neuralation
- 3-4 weken
- neurale plaat vouwt zich op
cell proliferation
- 5-25 weken
- nieuwe cellen ontstaan in de neurale buis
migratie
- 3-5 maanden
- neuronen migreren via gliacellen naar buiten
synaptogenese
- vanaf 8 weken
- ontstaan verbindingen
myelinisatie
- vanaf 28 weken (beetje)
- vanaf geboorte (meeste)
pruning
handhaven actieve verbindingen en verwijderen van inactieve verbindingen
apoptose
celdood
lengtegroei
- prenataal, 0-2 jaar, pubertijd
- fase 1: ossificatie (kraakbeen –> bot)
- fase 2: secundaire ossificatie (ossificatie aan boteinden (groeiplaten)
spierontwikkeling
- prenataal : hyperplasie en hypertrofie
- postnataal: hypertrofie
lichaamsgewicht
- prenataal: hyperplasie
- postnataal: hyperplasie en hypertrofie
- na pubertijd: hypertrofie
teratogeen
schadelijke stoffen die de moeder inneemt/inademt
Beweging in de baarmoeder
- wordt minder bij ruimtegebrek
- zorgt voor ontwikkeling gewrichten, spieren, lichaamsvorm, huidspanning
alcohol
- net als curare –> kind kan niet bewegen
- vasoconstrictie –> zuurstof en voedingstekort
FAS
fetal alcohol syndroom: weefselsterfte in cerebellum en basale kernen –> lager IQ, problemen met motoriek en aandacht