MMD vaardigheden Flashcards

1
Q

Bacillus cereus

A

Creme, groot, plat, wolk. Soms beta-hemo. Gram + staven, ketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bacteroides fragilis

A

Waterig grijs, middelgroot. Gamma-hemo. Anaeroob. VITEK / MALDI. Gram - staven, losliggend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Campylobacter coli

A

Campylobacteragar: metaalkleurige glans. MALDI. Gram - staven, losliggend, zwakke S-vorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Candida albicans

A

Wit, middelgroot, dof, bol. Gamma-hemo. Gist. Gram + gistcellen (knopjes), trossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Citobacter freundii

A

Grijs, rond, plat, groot. Gamma-hemo. Katalase +, oxidase -, VITEK / MALDI. Gram - staven, losliggend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Clostridium perfringens

A

Kleurloos, groot, rafelig. Gamma-hemo. Anaeroob. MALDI + anaerobe resistentie. Gram + staven, baksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Difteroide staven

A

Creme/wit, dof, klein bol. Gamma-hemo. Gram + staven (klein), ketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Enterococcus faecalis

A

Grijs, dof, klein, bol. Gamma-hemo. Katalase -, Streptex: aggl. GDS. Gal-esculine zwart (+), Zout tolerantie gele groei (+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Escherichia coli

A

Grijs, glanzend, groot, plat. Soms beta-hemo. Roze op McC. Oxidase -, API 20E. Gram - staven, losliggend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Haemophilus influenzae

A

Grijs, waterig, klein, rond. Groei alleen op Choc agar. X-V-XV test, alleen groei bij XV. Gram - staven, losliggend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klebsiella pneumoniae

A

Grijs, slijmerig, groot, bol. Gamma-hemo. Roze op McC. Oxidase -, API 20E. Gram - staven (klein), losliggend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Listeria monocytogenes

A

Doorzichtig, klein, rond. Zwak beta-hemo. VITEK / MALDI + resistentie. Gram + staaf (klein), losliggend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A Meest voorkomende verwekkers faeces

A

Salmonella, Shigella, Yersinia, Campylobacter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

A Meest voorkomende verwekkers in bloedkweek

A

Streptococcus viridans, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Haemophilus influenzae, Streptococcus pyogens, Staphylococcus aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

A Meest voorkomende verwekkers liquor

A

Neisseria meningitidis, Listeria monocytogenes, Haemophilus influenzae, Pseudomonas aeruginosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

A Meest voorkomende verwekkers luchtweginfecties

A

Staphylococcus aureus, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Haemophilus influenzae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Moraxella catarrhalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

A Meest voorkomende verwekkers puskweek

A

Pseudomonas aeruginosa, Bacteroides fragilis, Citobacter freundii, Clostridium perfringens, Streptococcus agalactiae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

A Meest voorkomende verwekkers urineweginfecties

A

Staphylococcus aureus, Streptococcus pyogenes, Streptococcus agalactiae, Enterococcus faecalis, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae

19
Q

Moraxella catarrhalis

A

Creme, klein/middel, rond, glijden over plaat. Gamma-hemo. Gram - kokken, duplo

20
Q

Neisseria meningitidis

A

Grijs, middelgroot, bol, slijmerig. Gamma-hemo. Intracellulair in leukocyten. MALDI + resistentie. Gram - kokken, duplo (koffiebonen)

21
Q

Noem 2 gram negatieve kokken

A

Neisseria meningitidis, Moraxella catarrhalis

22
Q

Noem 7 gram positieve kokken

A

Staphylococcus aureus, Staphylococcus epidermidis, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus viridans, Streptococcus pyogenes, Streptococcus agalactiae, Enterococcus faecalis

23
Q

Noem de 5 gram negatieve staven

A

Escherichia coli, Proteus mirabilis, Klebsiella pneumoniae, Pseudomonas aeruginosa, Haemophilus influenzae

24
Q

Noem 4 gram positieve staven

A

Clostridium perfringens, Listeria monocytogenes, Difteroide staven, Bacillus cereus

25
Q

Proteus mirabilis

A

Grijs, waterig, middel, zwermend. Gamma-hemo. Bleek op McC. Oxidase -, API 20E. Gram - staven (klein), losliggend

26
Q

Pseudomonas aeruginosa

A

Grijs, middel, plat, rafelig. Beta-hemo. Ectogeen: groen met metaalglans. Bleek op McC. Oxidase +, API 20NE. Gram - staven, losliggend

27
Q

Salmonella

A

Hektoën agar: blauwgroen met zwart puntje, Briljantgroen agar: rood. TSI: II, Ureum: geel (-), Lysine: paars (+), Beweegelijkheid +, VITEK, Welcolex (O-antigeen en H-antigeen). Gram - staven, losliggend / ketens

28
Q

Shigella

A

Hektoën agar: blauwgroen. TSI: III, Ureum: geel (-), Lysine: geel (-), Beweegelijkheid: -, VITEK + Welcolex (O-antigeen). Gram - staven, losliggend

29
Q

Staphylococcus aureus

A

Goud/geel, glanzend, middelgroot, bol. Beta-hemo. Endogeen: geel. Katalase +, coagulase +. Gram + kokken, druiventros

30
Q

Staphylococcus epidermidis

A

Creme, glanzend, middel, bol. Gamma-hemo. Endogeen: wit. Katalase +, coagulase -. Gram + kokken, druiventros

31
Q

Streptococcus agalactiae

A

Waterig grijs, klein, plat/bol. Beta-hemo. Katalase -, Streptex: aggl. GBS. Gram + kokken, ketens

32
Q

Streptococcus pneumoniae

A

Doorzichtig, waterig, groot. Alpha-hemo. Katalase -, optochine gevoelig (+). Gram + kokken, duplo/kaarsvlam

33
Q

Streptococcus pyogenes

A

Kleurloos, klein/middel, plat. Beta-hemo, alpha-hemo. Katalase -, Streptex: aggl. GAS. Gram + kokken, ketens

34
Q

Streptococcus viridans

A

Creme/lichtbruin, middel, rond. Alpha-hemo. Katalase -, optochine ongevoelig (-). Gram + kokken, ketens

35
Q

Welke bacteriën zijn bleek op de McC?

A

Proteus mirabilis, Pseudomonas aeruginosa

36
Q

Welke bacteriën zijn roze op de McC?

A

Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae

37
Q

Welke bacteriën zijn roze op de McC?

A

Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae

38
Q

Welke platen zet je in bij bloed?

A

Bloedkweekflesje O2 + An. Pos O2: BA CO2, CHOC CO2, McC O2. Pos An: BA An, BA O2

39
Q

Welke platen zet je in bij urine?

A

BA O2, CAP O2, McC O2, UTI O2

40
Q

Welke platen zet je in bij faeces?

A

BGA 37C, HKE 37C, CIN 25C, CAMP 42C microaerofiel, Seleniet

41
Q

Welke platen zet je in bij liquor?

A

BA CO2, CHOC CO2, McC O2, BA An, Serumbouillon

42
Q

Welke platen zet je in bij pus?

A

BA CO2, CHOC CO2, McC O2, BA An, Thio

43
Q

Welke platen zet je in bij sputum?

A

BA + Optochine CO2, CHOC CO2, McC O2, CAP CO2

44
Q

Yersinia enterocolitica

A

Cin agar: helder met rood centrum. TTC 28C: ++, TTC 37C: +, Ureum: roodpaars (+), Citraat: groen (-), MALDI + agglutinatie (Serotype 3 en 9). Gram - staven, losliggend