Milào 1.1 Flashcards
1
Q
καλημέρα
A
goedemorgen
2
Q
γεια (σου)
γεια (σας)
A
hallo/dag (informeel, bij komen en gaan)
hallo/dag (formeel, bij komen en gaan)
3
Q
γεια χαρά
A
dag (informeel, bij vertrek)
4
Q
καληνύχτα
A
goedenavond/goedenacht (bij vertrek)
5
Q
αντίο
A
dag (bij vertrek)
6
Q
τα λέμε
A
tot ziens (informeel)
7
Q
καλησπέρα
A
goedemiddag/goedenavond (bij aankomst)
8
Q
καλό βράδυ
A
goedenavond (bij vertrek)
9
Q
χαίρετε
A
hallo/dag (formeel)
10
Q
στο καλό
A
het ga je goed