MIC Flashcards

1
Q

Brekingsindex

A

De mate waarin licht afbuigt bij verandering van medium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Resolutie

A

De mate waarin twee losse punten nog afzonderlijk kunnen worden waargenomen (=oplossend vermogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Contrast

A

De mate waarin een de intensiteit van een object met dat van zijn achtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Scherptediepte

A

De afstand tussen de dichtstbijzijnde en verste punten die acceptabel scherp worden afgebeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DNA-hybridisatie

A

Het samenvoegen van 2 complementaire DNA strengen tot een dubbele helix. Vergelijken van het DNA van twee verschillende organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Generatietijd

A

Hoelang het duurt voordat de cel zich gedeeld heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lipopolysacchariden

A

Grote moleculen die bestaan uit een lipide en een polysaccharide. Komen voor in het buitenmembraan van gram-negatieve bacteriën. Het zijn endotoxinen. Veroorzaken sterke immuunreactie bij mensen en dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Decimale reductietijd

A

De tijd die nodig is om 90% van de bacteriën te laten sterven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Met welke middel verwijder je sporen?

A

Glutaraldehyde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De groeifasen

A

Lag - Log - Stationair - Afstervingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Organotroof

A

Organisme dat de energiebehoefte verkrijgt uit chemische omzettingen van organische stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mesofiel

A

Groeien optimaal tussen 15 en 50 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Thermofiel

A

Groeit boven 45 graden (meestal bacteriën of archea)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Psychrofiel

A

Groeit bij -20 tot +10 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Psychrotroof

A

Groeit bij 20-30 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Glycolyse

A

Een proces waarbij glucose, mbv enzymen, in de cellen van een organisme in 10 stappen wordt afgebroken tot pyrondruivenzuur. (vind plaats in cytoplasma vd cel)

17
Q

Facultatief aeroob

A

Een organisme dat met en zonder zuurstof kan leven.

18
Q

Faag

A

Een klein virus dat alleen een specifieke bacterie infecteert.

19
Q

Prototroof

A

Micro-organisme dat zelf in staat is om alle complexe bestanddelen te maken uit een eenvoudig substraat.

20
Q

Auxotroof

A

Heeft niet het vermogen oma zelf een bepaalde voedingsstof te maken. En heeft deze dus nodig van buitenaf.

21
Q

Sterilisatie

A

Removal van alle micro-organismen en virussen.

22
Q

Steriel

A

Vrij van alle levensvatbare microben, inclusief endoscopen en virussen.

23
Q

Desinfectie

A

Eliminatie van de meeste pathogenen. Na desinfectie kunnen er een aantal levensvatbare microben overblijven.,