MFA TENT Flashcards

1
Q

Wat is ventrikelfibrilleren?

A

Ongecontroleerd samentrekken van de hartkamers (ventrikels). zortgt voor geen pompfunctie en circulatie stopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ventrikeltachycardie

A

Een zeer snelle hartfrequentie. De hartkamers kunnen zich hierdoor dan niet meer normaal vullen met bloed waardoor de circulatie stilvalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor staat de afkorting AED?

A

Automatische Externe Defibrillator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarbij mag een AED GEEN schokopdracht geven?

A

Hartstilstand | Normaal Hartritme | Hartinfart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe komt het dat je gereanimeerd moet worden?

A

Pompfunctie van het hart verstoord | Zuurstof aanvoer verstoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat de ABC voor in de eerste hulp?

A

Airway | Breathing | Circulation |||| Attention | Breathing | Circulation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de algemene gang van zaken bij een reanimatie

A

Omgeving veiligstellen van gevaar. Slachtoffer aanspreken/aanraken. Iemand aanspreken om 112 te bellen. Kinlift. Ademhaling beordelen voor 10 seconden (10/12 keer per minuut, geruisloos) | 30 compressies | 2 beademingen met kinlift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe veel borstcompressies en hoeveel beademingen?

A

30 compressies en 2 beademingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vijf basisregels van de EHBO

A

1: Denk eerst om eigen veiligheid
2: Ga na wat er is gebeurt en wat het slachtoffer mankeert
3: Stel het slachtoffer gerust en zortg voor beschutting
4: Schakel professionele hulp in
5: Verleen eerst hulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 soorten weefsel

A

1: Dek weefsel
2: Bind en steun weefsel
3: Spier weefsel
4: Zenuw Weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een normale ademhaling?

A

10/12 x per minuut (geruisloos)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel procent zuurstof adem je in en uit?

A

in = 21% uit=16%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel liter is 1 ademhaling?

A

0.5L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van bloed?

A

1: Vervoert zuurstof en voedingstoffen naar de organen
2: Voert afvalstoffen en CO2 af naar longen, lever en nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In welke waarde wordt bloeddruk weergegeven?

A

mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat heeft invloed op bloeddruk?

A

1: Pompfunctie van het hart
2: Weerstand in de bloedvaten
3: Hartritme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een gemiddeld hartritme? (in rust)

A

60/80 per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de functie van nieren?

A

1: Zuivering van afvalstoffen uit het bloed
2: Water/zout huishouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoeveel botten bevat het menselijk lichaam?

A

ongeveer 206

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn gewrichten?

A

Verbindingen tussen botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke twee soorten spieren heb je?

A

1: Willekeurige (Skeletspieren/dwarsgesteld)
2: Onwillekeurige (organen en bloedvaten/glad)

22
Q

Hoe kan je het beste de circulatie controleren bij een bewusteloos persoon?

A

In de hals bij de slagader

23
Q

In de ABC-DE methode, waar staan de D en E voor?

A

Disability & Exposure

24
Q

Wat is het verschil tussen een kneuzing en een vertuiking?

A

Kneuzing is een beschadiging van de spieren en bindweefsel door uitwendige kracht

Verstuiking is beschadiging van een gewricht door een geforceerde bewegin gvaak door de maximale grenzen heen

25
Q

Noem minsten 4 dingen in een verbandtrommel

A

1: Wond verbanden
2: Steriele gazen
3: Verbandschaar
4: Watten
5: Sterilon
6: Vette watten
7: Hydrofiel windsel
8: Ideaal windsel
9: Driekante doek
10: Isoleerdeken
11: Pincet
12: Wondpleister
13: Leukoplast

26
Q

Welke dingen kun je vinden in het hospitaal aan boord?

A

1: Bed
2: Medische instrumenten (Stethoscoop, bloeddrukmeter etc)
3: Chirugrische instrumenten (Hechtsets, Hechtdraad etc)
4: Verbandmaterialen
5: Injectie materialen
6: Infuusmateriaal
7: Katheterisatie materiaal
8: Spalken
9: Soms een AED

27
Q

Wat is een gevaar bij Ibuprofen?

A

Kan icm alcohol zorgen voor maagschade

28
Q

Wat is een normale bovendruk van het bloed?

A

140/180

29
Q

Waten is een normale onderdruk van het bloed?

A

onder de 90

30
Q

Uit welke lagen bestaat de huid?

A

1: Hoornlaag
2: Opperhuid
3: Lederhuid

31
Q

Hoe heet de noodgreep waarbij iemand snel en veilig kan worden vervoerd?

A

Rautek

32
Q

Waar moet rekening mee worden gehouden bij een ontwricht ledemaat?

A

Zsm terugzetten ivm verkramping spieren

33
Q

Wat gebeurd er bij een ontwrichting?

A

Kapsels rekken enorm op of scheuren, spieren raken ook uitgerekt.

34
Q

Wat is het grootste gevaar bij een open botbreuk?

A

Infectie

35
Q

Wat is het verschil tussen een open en een gesloten botbreuk?

A

Open is een breuk waarbij de huid open is. Groot infectiegevaar. Gesloten is een breuk waarbij de huid nog gesloten is.

36
Q

Wat is de functie van een drukverband?

A

Druk geven bij kneuzing, breuken en bloedingen.

37
Q

Wat is de functie van een dekverband?

A

Verdere besmetting van de wond voorkomen

38
Q

Wat zijn de symptomen van onderkoeling?

A

1: Verhoogd hartritme
2: Vehoogde bloeddruk
3: Verwardheid tot bewusteloosheid
4: paniek
5: Benauwdheid

( Vaak heeft een slachtoffer niet door dat hij onderkoeld is)

39
Q

Wat zijn de verschijnselen bij een eerste graads brandwond?

A

Rode huid, Pijn, Lichte zwelling

40
Q

Wat zijn de verschijnselen bij een tweede graads brandwond?

A

Rode huid, Pijn, Zwelling, Blaren(Direct of later)

41
Q

Wat zijn de verschijnselen bij een derde graads brandwond?

A

Huid grauw/wit, Zwart verkoold, rood eromheen, blaren, op somminge plekken pijnloos

42
Q

Wat is de eerste hulp bij brandwonden?

A

Oorzaak brand opheffen
Koelen (min 10 minuten met lauwwarm stromend water of burnshield aanleggen
Groot kleed, neemt de warmte direct weg(niet te lang doen, kans op onderkoeling dan)
Vastzittende kleding laten zitten
Loszittende kleren en sieraden verwijderen
Laat blaren intact
Brandwond steriel afdekken
Met niet klevend verband materiaal

43
Q

Wat wordt de strikvraag bij het tentamen ivm brandwonden?

A

Dat flammazine of methaline niet meer wordt gebruikt (herstel vertraagd)

44
Q

Wat moet niet vergeten worden bij brandwond slachtoffers?

A

Veel vochtverlies en eiwit tekort

45
Q

koude letsels zijn er in de eerste, tweede en derde graad. Wat is het verschil?

A

Eerstegraads symptomen zijn een bleke huid, grijs en pijnlijk, na ontdooien rood/paars

Tweedegraads symptomen zijn een bleke grijze huid met blaren die bloederig vocht bevatten.

Derdegraads symptomen zijn een spierwitte huid die gevoelloos is.

46
Q

Wat is een normale lichaamstemperatuur?

A

36.5/37.5 C

47
Q

Onder welke lichaamstemperatuur spreekt men van onderkoeling?

A

<35C

48
Q

Bij welke temperatuur spreekt men van koorts?

A

38+C

49
Q

Wat zijn de vier B’s van inwendige bloedingen?

A

Borst, Buik, Bekken, Bovenbeen (Blood on the floor or four places more)

50
Q

Hoe gaat de WHO pijnladder?

A

1: Paracetamol
2: NSAID (ibuprofen, ook doorgaan met paracetamol)
3: Tramadol
4: Morfine

51
Q

Wat is de aanbevolen paracetamol inname voor een volwassene?

A

2 tabletten van 500mg. Elke 5/6 uur herhalen (4x per dag)

52
Q

De drie vitale functies in het nederlands?

A

Ademhaling, Bewustzijn, Circulatie (ABC)