Mens - Technologie Flashcards

1
Q

Web 1.0
Web 2.0
Web 3.0

A

Web van documenten
Meer interactie, user-generated content
Semantisch web

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

WWW

A

World Wide Web, Geboorte in 1989, door Tim Berners-Lee, 3 ideeën bij elkaar: Elektronische documenten, hypertext en computernetwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HTML
HTTP

A

HyperText Markup Language
HyperText Transfer Protocol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ARPA

A

Advanced Research Projects Agency

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

WWW Architectuur

A

Client-server architectuur, HTTP protocol (Pagina-gebaseerd: verzendt complete documenten, Stateless: connectie houdt op te bestaan als request is afgehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

TCP

A

Transmission Control Program,
◼ Verbinden netwerken door internet network protocol
◼ Belangrijke eigenschappen:
❑ verbindt heterogene netwerken
❑ robuust
◼ leggen van verbinding tussen client en server
◼ opdeling files in verzendbare brokjes
◼ opnieuw verzenden als niet bevestigd
◼ alle data komt aan, maar niet in volgorde binnen, dus niet geschikt voor time-based media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

IP

A

Internet Protocol,
◼ In IP protocol hebben “nodes” een numeriek adres, b.v. 192.168.5.115
◼ IP: verzending pakketjes tussen numerieke IP adressen
◼ We gebruiken in de praktijk URLs
❑ hierarchische domeinnamen als www.uu.nl
◼ DNS (Domain Name System)
❑ in principe tabel van URLs en IP adressen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Webpagina’s

A

Realtime, Dynamisch, Niet-lineaire navigatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

CSS

A

Cascading Style Sheets, bevat de regels voor de presentatie van HTML,
◼ Apart syntax
◼ Diverse plekken voor style specificatie
◼ Voorrangsregels bepalen welke style “wint”
◼ Prioriteit (in afnemende volgorde): Inline style (in een HTML element), Embedded style (in the tag), Extern style sheet, Browser standaardwaarden (default)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen CSS

A

Minder data download,
kortere laadtijd,
Schonere code is beter voor zoekmachines,
Je hoeft maar 1x iets te veranderen,
Meer vormgevingsmogelijkheden dan HTML,
Cooler design,
Responsiveness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Usability

A

“Usability is de mate waarin een product door bepaalde gebruikers in een bepaalde gebruikersomgeving kan worden gebruikt om bepaalde doelen effectief, efficiënt en naar tevredenheid te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Effectief

A

Bereikt de gebruiker het gewenste doel?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Efficiënt

A

Is de benodigde inspanning zo klein mogelijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Satisfactie

A

Vindt de gebruiker het product prettig in gebruik?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Jacob Nielsen’s heuristieken

A
  1. Visibility of system status - Laadbar
  2. Match between system and real world - Spreek duidelijke, normale wereld taal, gebruik metaforen, geef informatie logisch en natuurlijk weer
  3. User control and freedom - Mensen maken fouten, Nooduitgang: maak stoppen/cancelen mogelijk, niets dwingen, Undo/Redo
  4. Consistency and standards - Do not change too much
  5. Error prevention - Beter voorkomen dan genezen, Form checks, grayed out buttons, Formats
  6. Recognition rather than recall - Computers zijn goed in onthouden, mensen minder, “Don’t make me think”, laat me kunnen concentreren op wat ik wil doen
  7. Flexibility and efficiency of use - Shortcuts, meerdere paden
  8. Aesthetic and minimalist design - Geen afleidingen, alleen relevante informatie
  9. Help users recognize, diagnose, recover from errors - Maak errors en hun oorzaak duidelijk
  10. Help and documentation - De meeste mensen lezen NOOIT helpfiles, Dus ALS ze dat doen, laat het goed zijn, En maak ze goed vindbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Usability test methods

A

Heuristic evaluation - Kleine groep (3-5) evaluators onderzoeken User Interface aan de hand van usability heuristieken (vuistregels)
Expert review - Expert, meestal uit bedrijfsleven, usability professional bestudeert
User testing - Think aloud, Co-discovery, Experiment
Remote testing, bijv A/B testing - vergelijk versies

17
Q

Prägnanz

A

Minste cognitieve inspanning gaat voor, simpele dingen zien we het eerst

18
Q

CLUT

A

Color LookUp Table

19
Q

Graphics: Bitmap beeldformaten

A

GIF (compuserve) - slechts 256 kleuren, transparantie voor 1 kleur, prima voor simpele afbeeldingen. Lost het ‘rectangular’ probleem deels op, zijn beperkt animeerbaar (animated gif)
JPEG - goed met foto’s, kleine files
PNG - Alternatief voor GIF, vele kleuren, vaak ondersteund door browsers, steeds meer gebruikt
Buiten web - Bitmaps: TIFF, BMP, TGA

20
Q

Waarom compressie?

A

Bandbreedte, Opslag

21
Q

Lossless compressie

A

Geen verlies, Het bestand (beeld) kan exact gereconstrueerd worden.
Omkeerbaar, Bekendste voorbeeld: ZIP. Essentieel in Medische beeldbestanden, Archivering, software)
Analyseer opeenvolging van dezelfde waarden

22
Q

Lossy compressie

A

Wanneer informatie-verlies geen probleem is.
Vaak effectiever dan lossless.
Onomkeerbaar, bekendste voorbeeld: JPEG

23
Q

Anti-aliasing

A

Voeg grijstinten toe, (overgang)

24
Q

SVG

A

Scalable Vector Graphics

25
Audio formaten
Ongecomprimeerd- WAV, AIFF (Apple), …. Lossless compressie - Lossless WMA Lossy Compression - Lossy WMA, MP3, M4A (Apple) , Vorbis, AAC, others
26
Audio: MP3 (lossy)
Perceptuele compressie: maakt gebruik van karakteristieken menselijk oor, ◼ Minimum gehoordrempel: Zachte geluiden worden niet geheel verwijderd, maar ze hoeven er ook niet zo nauwkeurig op te staan als de hardere geluiden. ◼ Masking: Op basis van het principe dat onze oren geen zachte geluiden kunnen horen op het moment dat er een harder geluid klinkt dat erop lijkt. ◼ Joint stereo: Bezuinigen op bitratio door te veronderstelt links en rechts vele identieke frequenties > als mono gecodeerd ◼ Huffman coding veel voorkomende “geluiden: krijgen kortere bitcodes (lossless, niet perceptueel)
27
Video compressie
◼ Niet: 24 keer een jpeg comprimeren ☺ ◼ Gebruikt redundantie ❑ veel overlap tussen opeenvolgende beelden ❑ inter-frame compressie slaat verschillen tussen frames op ❑ zwarte pixels: waarde 0 => efficiënte compressie ❑ Zoals bij JPEG: maak gebruik van kennis over menselijke perceptie ❑ Ook hier geluid comprimeren
28
Statische pagina's
(Tot eind 90's) Client vraagt om pagina, vervolgens stuurt de web server de gevraagde HTML pagina naar client. Inhoud blijft altijd hetzelfde, kan alleen aangepast worden door de file zelf aan te passen
29
Dynamische pagins's
Client vraagt pagina, Server runt script, Script bouwt HTML code, HTML klaar om te sturen, Server stuurt HTML naar client
30
Server side scripting
Script: set instructies, Server side scripts worden uitgevoerd op de webserver
31
PHP
HyperText PreProcessor, Rasmus Lerdord 1995, PHP is een filter: Input: stream met tekst / HTML en PHP code, Output: stream met tekst, meestal HTML Open sourse, Laagdrempelig, Veel fora, Gratis, Wordt ondersteund op meeste webservers, Speciaal voor web: volgt trends snel, Geen compilers nodig: alleen tekst, Scripts zelf niet na te gaan (veiligheid)
32
API
Application Programming Interface: Definitie van hoe een webapplicatie door andere partijen benaderd kan worden
33
HTML DOM
Document Object Model, definieert de objecten en eigenschappen van alle HTML elementen, en de methoden om toegang tot ze te krijgen in een boomstructuur. DOM is een API dat beschrijft hoe webpaginas zich gedragen, geimplementeerd in browsers. Zorgt dat programmas en scripts op dynamische wijze toegang krijgen om inhoud, structuur of style van een document te veranderen e.g GetElementByID()
34
Browser Voor/Nadelen
◼ Voordelen ❑ Werkt op alle mobiele apparaten ❑ Minder opslagruimte nodig om iets te bekijken/gebruiken ❑ OS onafhankelijk (let wel op browsers) ❑ Geen gedoe met updates ❑ Geen publish kosten ❑ Goedkoper om te maken / te onderhouden ❑ Verzamelt (toch) minder informatie over JOU ◼ Nadelen ❑ Browser verschillen (uiteraard) ❑ Iets langere weg (url typen, bookmark opzoeken) ❑ Toch minder mogelijk, met name hardware
35
Het mobiele web: fysieke factoren
◼ Daglicht, spiegeling ◼ Beweging ◼ Afmeting ❑ Klein toetsenbord, grote vingers, denk aan grote buttons, selectors, typen ❑ Tekst grootte ◼ Geluid anders gebruiken (omgeving) ◼ Input: touch ◼ Vaak in verloren momenten: weinig tijd, dus Usability NOG belangrijker
36
Het mobiele web: Software/netwerk factoren
◼ Laadtijd door tragere connectie: kleine images, elegante code ◼ Browser verschillen ◼ Responsive design, verschillende devices (altijd weer) ◼ Geen Flash ◼ Orientatie, meer verticale menus ◼ Geen tabbed browsing (minder handig) ◼ Geen popups (zoals we gewend zijn) ◼ m-dot websites: aan het eindigen
37
Richtlijnen mobiele web
◼ Ontwerp voor minder data ◼ Liever tekst-links ◼ Geen Flash, Java, Frames and Pop Ups ◼ Geef toch ook toegang aan gehele site ◼ Zet zelden gebruikte buttons ver weg van de rest (touch gaat vaak fout) ◼ Vaak gebruikte knoppen en actie knoppen moeten makkelijker te bedienen zijn ◼ Android: pas op met buttons in de buurt van phone buttons ◼ Denk aan batterylife ◼ Emulators!!!
38
E-commerce
“E-commerce (elektronische handel) staat voor het kopen en verkopen van goederen en diensten via een elektronisch medium, in de ruime betekenis van het woord. Online verkoop van goederen en diensten via het world wide web is de bekendste vorm. 4 smaken: - B2B (bv. bevoorrading, consulting), B2C (Amazon.com, Bol.com etc.), C2B (elance.com, fotolia.com), C2C (Ebay.com, marktplaats.nl)
39
Issues E-commerce
◼ Security ◼ Trust ◼ Competition ◼ Distribution ◼ Mobiel (snelheid afrekenproces) ◼ Meer acceptatie creditcards ◼ Nieuwe betaalsystemen