Meetkunde/ Getallen Flashcards
De lengte van een lijnstuk
Notatie: |AB| = 3 cm
Lees: de lengte van het lijnstuk AB is 3 cm.
De afstand tussen 2 punten
De afstand van tussen twee punten A en B is de lengte van [AB]
De afstand van een punt tot een rechte
De afstand van een punt tot eeb rechte is de afstand van dat punt tot het voetpunt van de loodlijn uit dat punt op die rechte.
Een cirkel
Een cirkel is de verzameling van alle punten die op een gelijke afstand liggen van een gegeven punt( het middelpunt)
De straal van een cirkel
De straal van een cirkel is de lengte van een lijnstuk dat begrensd is door het middelpunt en een van de cirkel
Het midden van eeb lijnstuk
Het midden van eeb lijnstuk is het punt op het lijnstuk dat even ver van de grenspunten van het lijnstuk ligt.
De middelloodlijn vab een lijnstuk
De middelloodlijn van een lijnstuk is de rechte loodrecht door het midden van dat lijnstuk.
Bissectrice of deellijn van een hoek
De bissectrice of deellijn van een hoek is de rechte die door het hoekpunt gaat en de hoek in twee even grote hoeken verdeelt
De absolute waarde van een getal
De absolute waarde van een getal is dat getal zonder het toestandsteken
Notatie: |-7| = 7 Lees: de absolute waarde van - 7 is gelijk aan 7
Tegengestelde getallen
Tegengestelde getallen zijn getallen met dezelfde absolute waarde en een verschillend toestandsteken
Twee gehele getallen met hetzelfde toestandsteken optellen:
Behoud het toestandsteken
Tel de absolute waarden van de termen op
Twee gehele getallen met een verschillend toestandsteken optellen:
Neem het toestandsteken van het getal met de grootste absolute waarde.
Trek de absolute waarden van de termen van elkaar af ( grootste - kleinste)
2 gehele getallen aftrekken
Een geheel getal aftrekken van een ander geheel getal is hetzelfde als zijn tegengestelde erbij optellen