Meetkunde Flashcards
1
Q
Nulhoek
A
Een hoek waarvan de benen samenvallen
2
Q
Gestrekte hoek
A
Een hoek van 180 °
3
Q
Rechte hoek
A
Hoek van 90 °
4
Q
Scherpe hoek
A
Een hoek die groter is dan een nulhoek en kleiner is dan 90 °
5
Q
Stompe hoek
A
Een hoek die groter is dan 90 ° en kleiner is dan 180 °
6
Q
Supplementaire hoeken
A
Hoeken waarvan de som 180 ° is
7
Q
Complementaire hoeken
A
Hoeken waarvan de som 90 ° is
8
Q
Zwaartelijn
A
Een rechte door een hoekpunt en het midden van de overstaande zijde
9
Q
Hoogtelijn
A
Een rechte die door een hoekpunt gaat en die loodrecht staat op de overstaande zijde of zijn verlengde
10
Q
Bissectrice
A
De rechte door het hoekpuntdie de hoek in twee gelijke delen verdeelt
11
Q
Middelloodlijn
A
De rechte door het midden van die zijde en loodrecht op die zijde