Meetinstrumenten Flashcards

1
Q

CAT

A

COPD Assessment Test
ICF: Functie, Activiteit
Om impact van COPD op levenskwaliteit te meten

8 items 0-5 op 40 punten totaal
Hoe hoger punt hoe erger de klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

CCQ

A

Clinical COPD Questionnaire
ICF: Functie, Activiteit
Vragenlijst om gezondheidstoestand te meten bij mensen met luchtwegklachten doorwille van COPD, longemfyseem of chronische bronchitis.

10 vragen (verdeeld in 3 categorieën, namelijk symptoomstatus, functionele status en mentale status) op 0-6 punten
Eindresultaat is dan de som van alles gedeeld door 10 dus een punt van 0-6. Hoe hoger hoe slechter de gezondheidstoestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CIS8R

A

Checklist voor individuele spankracht
ICF: Functie, Activiteit en Persoonlijke factoren
Deze test meet de vermoeidheid en de invloed ervan op het dagelijkse leven.

20 vragen met 1-7 score op 4 subcategorieën, subjectief gevoel van vermoeidheid, concentratie, motivatie en activiteit.
Hogere score is hogere klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HADS

A

Hospital Anxiety and Depression Scale
ICF: Functie
Meet de kernklachten van angst en depressie zonder daarbij lichamelijke klachten te betrekken.
14 items verdeeld over 2 schalen (oneven is angst, even is depressie), angst en depressie. score per item van 0-3.
Hoe hoger totaalpunt hoe erger de klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mMRC

A

Modified Medical Research Council voor Dyspneu
ICF: Activiteit

Vragenlijst om de mate van kortademigheid te beoordelen bij inspanning.
Bestaat uit 1 vraag met score van 0-4
0 is geen vermoeidheid, 4 is ernstige vermoeidheid bij lichte inspanning.

Hoe hoger hoe erger dus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

NPRS

A

Numeric Pain Rating Scale
ICF: /
Schaal met score 0-10, 0 is geen pijn, 10 is hand in het vuur.
Deze schaal is aspecifiek en kan enkel gehele getallen hebben dus het is minder precies dan de VAS.

Hogere score is meer klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

MUST

A

Malnutrition Universal Screening Tool
ICF: Externe factoren

Deze schaal is om het risico op ondervoeding bij mensen te evalueren.
Bestaat uit 3 vragen, 1 BMI, 2 ongewenst gewichtsverlies, 3 acute voedselopname (binnen 5 dagen)

Totaalscore van 0-6 met hogere score is hoger risico op ondervoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

PSG

A

Patiënt Specifieke Goal-setting methode
ICF: Activiteit (lichtjes ook persoonlijke factoren)

Uitgebreidere versie van de PSK.
De schaal is een interactieve methode (patiënt is dus actief involved) in het stellen van doelen rond het behandelproces en om het goal-setting proces of het proces rond probleemverheldering, doelen stellen, behandelplan op te stellen en uit te voeren te ondersteunen.
Gaat meestal over 4 activiteiten die de patiënt aanhaalt die dan gescoort worden.

Ook gebruikt om vooruitgang te meten

Score van 0-10

Hogere score betekent dat de activiteit gemakkelijker gaat en dit is dus beter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

PSK

A

Patiënt Specifieke Klachten
ICF: Activiteit
Bestaat uit 2 delen, het inventariseren en het scoren van patiëntspecifieke klachten.

Patiënt wordt gevraagd 3-5 belangrijkste klachten te noemen waar hij/zij dagelijks of wekelijks hinder van ervaart, ontstaan zijn door zijn/haar klachten of wilt verhelpen met de theorie.
Deze worden dan gescoort van 0/10.
Als de patiënt niets kan opnoemen mag je de activiteitenlijst voorleggen.

Hogere score voor een activiteit betekent meer moeite en dus meer klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BORG RPE

A

BORG RPE (Rate of Perceive Exertion) Schaal
ICF: Functie
De originele Borg score geeft de Rate of Perceived Exertion (RPE; ervaren uitputting) weer op een schaal van 6 tot 20. Deze schaal was zo opgesteld, zodat je op basis van het gescoorde cijfer een idee had van de hartfrequentie die bij een activiteit van deze RPE hoorde: een score van 6 correspondeert met ongeveer 60 slagen per minuut, en zo tot score 20 die dan correspondeert met 200 slagen per minuut. Uiteraard is dit voor individuele personen geen correcte extrapolatie, gezien je subjectief ervaren symptomen relateert aan een fysiologische maat.

Daarom is deze schaal op een gegeven moment vereenvoudigt tot een 12 puntsschaal met een 0-10 score voor kortademigheid of zwaarte. Dit noemt men de modified Borg scale. Het is vervelend dat in de klinische praktijk deze schalen door elkaar worden gebruikte. In cardiale richtlijnen zie je doorgaans de originele RPE opduiken, terwijl in de longrevalidatie meestal de gemodifieerde versie wordt gebruikt.

Hogere score = hogere belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

KVL-H

A

Kwaliteit van Leven bij Hartpatiënten
ICF: Participatie

Deze schaal meet de effectiviteit van cardiologische revalidatieprogamma’s. De patiënt wordt gevraagd naar de problemen die zijn hebben door hun hartproblemen.
Lijst is gevalideerd en bevat 26 (27 in de nieuwe versie) met scores van 0-7 voor vragen op 3 subcategorieën: emotioneel, fysiek en sociaal.

Hogere score betekent betere effectiviteit/kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

IPAQ

A

International Physical Activity Questionnaire
ICF: Activiteit

Een vragenlijst gebruik om het fysieke activiteitsniveau in kaart te brengen, bestaat uit 31 vragen verdeeld over 5 deelgebieden met hogere scores gelinkt aan zwaardere fysieke activiteiten.

Hier is ook een short form versie van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CRQ

A

Chronic Respiratory Disease Questionnaire
ICF: Functie, Activiteit, Participatie en Persoonlijke factoren

Dit is een ziekte-specifieke vragenlijst om de kwaliteit van leven te meten bij patiënten met chronische longaandoeningen. De vragenlijst was ontwikkeld om de impact van COPD op het leven van een persoon te inventariseren.

Hogere score = betere (ziekte-gerelateerde) kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

VAS

A

Visual Analogue Scale
ICF: /

Schaal zoals de NPRS om pijn te meten, echter hier wordt dat gedaan via een lijntje van 100mm waar je dan loodrecht een streepje op moet trekken. De schaal gaat dan van 0-100 en het aantal milimeters is het punt.

Hoe hoger de score op 100 hoe meer de pijn.

0 = geen pijn
100 = meest voorspelbare pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

COPM

A

Canadian Occupational Performance Measurement
ICF: Persoonlijke factoren

ICF: Persoonlijke factoren

Ontwikkeld om ergotherapeutische behandeldoelen te stellen gebaseerd op problemen die de patiënten in hun dagelijks leven hebben.

De COPM identificeert de belangrijkste problemen die de patiënt ervaart en meet de veranderingen in het beeld dat de patiënt heeft van zijn handelen gedurende het behandelproces.
De COPM richt zich op drie gebieden: zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning.

Daarnaast kan deze vragenlijst ook gebruikt worden om de hulpvraag van de patiënt te verhelderen.

Voor zowel kinderen, ouderen als volwassenen.

Hogere score = betere prestaties en/of hogere tevredenheid
Lagere score = meer beperkingen en/of hogere ontevredenheid

Heeft vreemde manier van punten, max 5 belangrijkste problemen elk beoordeeld op uitvoering en tevredenheid 1-10

dan totaal uitvoering / aantal problemen en totaal tevredenheid / aantal problemen

voor verandering doe je dan de totaalscore van uitvoering of tevredenheid van de herevaluatie - van de 1ste beoordeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

SF36

A

36-Item Short Form Health Survey

17
Q

GOLD ABE Assessment Tool

A

GOLD ABE Assessment Tool (voor COPD)

zie afbeelding