Medische woorden 26 t/m 40 V-A Flashcards
1
Q
Syndroom
A
Alle symptomen bij een ziektebeeld
2
Q
Gebitsprothese
A
Kunstgebit
3
Q
Sputum
A
Hoestslijm
4
Q
Aspiratiepneumonie
A
Longontsteking
5
Q
Incontinentiemateriaal
A
Materiaal op urine en ontlasting mee op te vangen
6
Q
Obstipatie
A
Verstopping
7
Q
Condoomkatheter
A
Rubberen zakje voor om de penis om urine op te vangen
8
Q
Angst reductie
A
Beperken van angst
9
Q
Preventie
A
Voorkomen
10
Q
Wervelkolom
A
Ruggengraat
11
Q
Contactpersoon
A
Persoon waarmee contact word gelegd
12
Q
Gehandicaptenzorg
A
Zorg voor gehandicapten
13
Q
Autisme spectrum
A
Autisme in verschillende gradaties
14
Q
Epilepsie
A
Aanvallen door prikkels in de hersenen
15
Q
Circulatie
A
Bloedsomloop