Medische geschiedenis: het lichaam in balans Flashcards
Wie is Claude Bernard?
Franse fysioloog uit 19e eeuw
Grondlegger experimentele geneeskunde en bedacht term milieu intérieur
Wie is Hippocrates van Kos?
Bedenker van humorenleer (slijm, bloed, zwarte gal en gele gal) en grondlegger westerse geneeskunde (geen religie meer)
Welke factoren hebben invloed op de lichaamstoestand volgens humoraal-pathologie?
Res naturales: elementen, temperamenten, lichaamsvochten
Res contra-naturales: Afwijkingen
Res non-naturales: lucht, beweging/rust, gemoedsaaandoeningen
Wat is het vis medicatrix naturae?
Het zelf genezend vermogen van de mens
Wie is Galenus van Pergamon?
Medische autoriteit tot aan de Renaissance, zorge voor voortzetting humorenleer
Wat zijn de levenskrachten?
Voedsel naar maag en darmen > LEVER voegt kracht toe en bloed gegenereed > HART vitale kracht > via hart naar BREIN voor animale kracht
Vitalisme
Welke gebeurtenissen waren belangrijk in de medische geschiedenis?
Opleving van anatomie
Opkomst van empirische traditie
Opkomst mechanistisch denken
Opkomst specificiteitsdenken
Opkomst fysiologie
Wat hield de opleving van anatomie in?
Toestaan van dissectie (opensnijden lijken)
Hierover werden boeken geschreven (Andreas Vesalius)
Wat hield de opkomst van empirische traditie in?
Waarnemingen en experimenten doen: uitkomsten waren bepalend, niet de oorzaak
Wat hield de opkomst van mechanistisch denken in?
Rene Descartes: mensen bestaan uit materie en geest, materie kan bestudeerd worden
Wat hield de opkomst van specificiteits denken in?
Nieuwe diagnose techieken zorgde voor groei in dissecties
Moorden gepleegd/graven leeggehaald voor lichamen
Microscopen = celbiologie
Wat hield de opkomst van fysiologie in?
Francois Magendie:
Dierexperimenten met sterk mechanistisch wereldbeeld: vitalisme onder druk
Hoe viel Bernard het vitalisme aan?
Bernard positivist: meten is weten, verklaring opvolgen uit directe observaties.
Krachten in het lichaam niet aangetast door omgeving, Bernard zegt:
relatie tussen organisme en omgeving
Lagere organismen: direct beinvloed en hogere indirect
Hoe verdween de subjectieve beleving van de patiënt?
Patiënt niet centraal, maar ziekte.
Ziekten zijn vaststaande entiteiten die kunnen worden ontdekt, hebben een externe bron en kunnen behandeld worden
Hoe ontwikkelde de westerse biologische traditie zich?
Specificiteitsdenken (ziekte centraal)
Dominantie mechanistisch denken (achterdocht vitalisme)
Meten is weten
Dominantie behandelen
Scheiding milieu
interieur en exterieur