Medisch Flashcards
1
Q
Heeft hij diarree
A
Anaharisha
2
Q
Misselijk
A
Kichefuchefu
3
Q
Moet hij braken
A
Anatapika
4
Q
Zit er bloed op
A
Kuna damu
5
Q
Plast hij
A
Anakojoa
6
Q
Welke medicijnen heeft hij gebruikt
A
Alitumia dawa gani
7
Q
Droge huid
A
Ngozi kavu
8
Q
Welke dag
A
Siku gani
9
Q
Welk tijdstip
A
Wakati gani
10
Q
Heeft hij koorts
A
Anahoma
11
Q
Drinkt hij goed
A
Anakunywa vizuri
12
Q
Infectie
A
Maambukizo
13
Q
Huilen
A
Kulia
14
Q
Overlijden
A
Kufa
15
Q
Hoofd
A
Kichwa
16
Q
Haar
A
Nywele
17
Q
Gezicht
A
Uso
18
Q
Oog
A
Jicho
19
Q
Oor
A
Sikio