Medicatie Flashcards

1
Q

Acenocoumarol

A

Wanneer:
Trombose

Werking:
Bloedstolling remmen, bloed verdunnen

Bijwerkingen:
Bloeduitstorting, moeilijker stelpen bloedingen.

Toediening:
Oraal
Sterkte wordt bepaald door de trombosedienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Actilyse (of alteplase)

A

Wanneer:
Bijv. bij een longembolie, acute situaties

Werking:
Lossen bloedstolsels op

Bijwerkingen:
Hypotensie, hartfalen, longoedeem

Toediening:
IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Adrenaline

A

Wanneer:
Anafylaxie

Werking:
Vernauwt bloedvaten, verhoogt hartslag en bloeddruk

Bijwerkingen:
Zweten, trillende handen, pijn op de borst

Toediening:
Injectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Amoxicilline

A

Wanneer:
Bijv. bij pneumonie, blaasontsteking

Werking:
Antibiotica, dood bacteriën

Bijwerkingen:
Diarree, buikkramp, misselijk, huiduitslag, jeuk, allergische reactie.

Toediening:
Capsules, oplostabletten, drank, druppel, injectie of infuus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Amoxicilline / clavulaanzuur

A

Wanneer:
Bij bijv. pneumonie, blaasontsteking.

Werking:
Antibiotica dood de bacteriën,
Clavulaanzuur verbetert de werking van Amoxicilline.

Bijwerkingen:
Diarree of buikkramp, misselijk, huiduitslag, jeuk, allergische reactie

Toediening:
Capsules, oplostabletten, drank, druppel of infuus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Asasantin retard
(Acetylsalicylzuur of dipryrifamol)

A

Wanneer:
Wordt gebruikt na een TIA/CVA

Werking:
Antistollingsmedicijn,
Dipryridamol verwijdt de vaten.

Bijwerkingen:
Bloedingen, bloeduitstortingen

Toediening:
Tablet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Atropine

A

Wanneer:
Koliekpijn, galwegen, urinewegen en darmen. Gaat ook speekselvorming tegen.

Werking:
Heft superkrachten op

Bijwerkingen:
Obstipatie, droge neus, mond of ogen

Toediening:
Drank voor de pijn, druppels onder de tong voor in de palliatieve fase (om gorgelende ademhaling te voorkomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bactrimel
(Trimethoprim met sulfamethoxazol)

A

Wanneer:
Bij infecties van blaas, prostaat, luchtpijp, longen en middenoor. En bij geslachtsziekten (gonorroe) en maagdarminfecties.

Werking:
Dood bacteriën, antibioticum

Bijwerkingen:
Nierstenen, overgevoeligheid voor UV licht, diarree of buikkrampen, misselijk, huiduitslag, jeuk, allergische reactie.

Toediening:
Tabletten, drank of IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beclometason / formoterol

A

Wanneer:
Bij astma of COPD

Werking:
Verwijd vernauwde luchtwegen, remt ontstoken luchtwegen

Bijwerkingen:
Schimmel infectie in de mond door niet goed spoelen.

Toediening:
Inhalatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beclometason

A

Wanneer:
Bij astma / COPD

Werking:
Corticosteroïd remt de ontsteking

Bijwerkingen:
Schimmel infectie in de mond door niet goed spoelen

Toediening:
Inhalatie, klysma bij collitis ulcerosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benzylpenicilline

A

Wanneer:
Bij infecties bij bijv. longen, keel, middenoor.

Werking:
Antibioticum

Bijwerkingen:
Hoofdpijn, koorts, rillingen, pijn op de infectie plaats

Toediening:
Injecties of IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beriplex

A

Wanneer:
Wordt gebruikt om bloedingen te stelpen

Werking:
Het ontbreken van een factor waardoor het bloed niet op de juiste manier stolt, vult dit medicijn het op.

Bijwerkingen:
Allergische reactie, antistoffen tegen een van de factoren, koorts

Toediening:
IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bisacodyl

A

Wanneer:
Bij obstipatie, voorbereiding van een colonscopie.

Werking:
Versoepelt de stoelgang, laxeert

Bijwerkingen:
Buikkramp, buikpijn, diarree. Dit hoort erbij.

Toediening:
Tablet, zetpil of klysma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bisoprolol

A

Wanneer:
Bij hypertensie

Werking:
Vertraagt de hartslag en bloeddruk

Bijwerkingen:
Duizeligheid, lage bloeddruk, koude handen en voeten

Toediening:
Oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Amiodaron

A

Wanneer:
Hartritmestoornissen

Werking:
Zorgt dat het hart weer regelmatig gaat kloppen

Bijwerkingen:
Wazig zien, overgevoelig voor zonlicht

Toediening:
Oraal, niet met grapefruitsap innemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Arixtra (of fondaparinux)

A

Wanneer:
Trombosebeen behandelen
Na een operatie of hartinfarct

Werking:
Het bloed klontert minder goed samen

Bijwerkingen:
Bloedingen, bloeduitstortingen

Toediening:
Injectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bumetanide

A

Wanneer:
Hartfalen, oedeemvorming

Werking:
Plastablet

Bijwerkingen:
Hoofdpijn, duizelig

Toediening:
Oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Candesartan

A

Wanneer:
Bij hypertensie en hartfalen

Werking:
Verlaagd bloeddruk en verbeterd de pompkracht van het hart.

Bijwerkingen:
Duizeligheid, hoofdpijn, griepachtige verschijnselen

Toediening:
Oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Carbasalaatcalcium

A

Wanneer:
Bij pijn en ontsteking.
Kan ook worden gebruikt als antistollingsmiddel.

Werking:
Ontstekingsremmend, pijnstillend, koortsverlagend.
NSAIDs
Zorgt dat het bloed minder samenklontert.

Bijwerkingen:
Maag/darmklachten.
Het niet stelpen van bloedingen

Toediening:
Oraal

(Ascal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Cefuroxim

A

Wanneer:
Bij infecties van bijv. de blaas of longen.
Kan ook bij sepsis.

Werking:
Dood bacteriën, antibiotica

Bijwerkingen:
Diarree, buikkrampen, misselijk, huiduitslag, jeuk, allergische reactie.
Pijn op plek van injectie.

Toediening:
Oraal, drank, injectie of IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Eliquis (of apixaban)

A

Wanneer:
Bij hartritmestoornissen

Werking:
Zorgt dat het bloed minder samenklontert.

Bijwerkingen:
Sneller blauwe plekken, bloedingen

Toediening:
Oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Enalapril

A

Wanneer:
Hypertensie of na een hartinfarct

Werking:
Verlaagd de bloeddruk en verbeterd de pompkracht vh hart.

Bijwerkingen:
Duizeligheid

Toediening:
Oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Esomeprazol

A

Wanneer:
Bij zuurbranden en maagklachten

Werking:
Verminderd de aanmaak van maagzuur in de maag.

Bijwerkingen:
Misselijk, duizelig, slaperig, hoofdpijn en buikpijn.

Toediening:
Tabletten, capsules, granulaat of IV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Fenprocoumon

A

Wanneer:
Bij trombose bij hartritmestoornissen of als je CVA hebt gehad.

Werking:
Zorgt ervoor dat het bloed minder klontert.

Bijwerkingen:
Blauwe plekken, inwendige bloedingen

Toediening:
Tablet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Fenytoïne (of diphantoïne)

A

Wanneer:
Bij epilepsie of hartritmestoornissen

Werking:
Brengt overprikkelende zenuwen in de hersens tot rust.

Bijwerkingen:
Maagdarmklachten, vermoeidheid, slaperigheid, verwardheid.

Toediening:
Tablet, drank of IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Floxapen (of Flucloxacilline)

A

Wanneer:
Bij bijv. wondroos

Werking:
Antibiotica

Bijwerkingen:
Misselijkheid, huiduitslag en jeuk

Toediening:
Tablet of IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Fragmin (of dalteparine)

A

Wanneer:
Bij bijv. trombose of bedlegerige patiënten (profylaxe behandeling)

Werking:
Zorgt ervoor dat het bloed minder snel samenklontert.

Bijwerkingen:
Bloedingen, bloeduitstortingen, blauwe plekken.

Toediening:
Injectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Furosemide

A

Wanneer:
Bij hartfalen, oedeem, nierfalen

Werking:
Plasmiddel (diuretica)

Bijwerkingen:
Hoofdpijn, droge mond, dorst, slechter zicht.

Toediening:
Tablet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Fytomenadion (Vit. K)

A

Wanneer:
Tekort aan vit. K en cystische fibrose

Werking:
Bevorderd de stolling vh bloed

Bijwerkingen:
Pijn op injectie plek, overgevoeligheid voor een bestandsdeel.

Toediening:
Injectie of druppels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Gabapentine

A

Wanneer:
Bij zenuwpijn, spierkrampen

Werking:
Brengt overprikkelende zenuwen in de hersenen tot rust

Bijwerkingen:
Slaperigheid, bewegingsstoornissen, duizeligheid

Toediening:
Oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Glibenclamide

A

Wanneer:
Bij DM

Werking:
Verlaagt bloedsuiker

Bijwerkingen:
Bij het niet juist innemen een hypo, gewicht toename

Toediening:
Tablet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Gliclazide

A

Wanneer:
Bij DM

Werking:
Verlaagt bloedsuiker

Bijwerkingen:
Bij het niet juist innemen hypo, gewicht toename

Toediening:
Tablet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Glimiperide

A

Wanneer:
Bij DM

Werking:
Verlaagt bloedsuiker

Bijwerkingen:
Bij het niet juist innemen een hypo, gewichtstoename

Toediening:
Oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Glucose 40%

A

Wanneer:
Bij DM

Werking:
Verhoogt bloedsuikers bij een hypo

Bijwerkingen:
Te hoge bloedsuikers

Toediening:
IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Haldol (of haloperidol)

A

Wanneer:
Bij psychose, manie, onrust

Werking:
Remt wanen, hallucinaties of tics

Bijwerkingen:
Seksuele stoornissen, afvlakking emotionele gesteldheid, bewegingsstoornissen (i.c.m. Parkinson).

Toediening:
Tabletten, druppels, injectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Hydrochloorthiazide

A

Wanneer:
Hartfalen, oedeem, hypertensie

Werking:
Diuretica die de bloeddruk verlaagd en de pompkracht vh hart verbetert.

Bijwerkingen:
Tekort aan kalium en natrium, duizeligheid.

Toediening:
Tablet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Hydrocortison

A

Wanneer:
Bijnierschors ziekten, COPD, ziekte van Cushing

Werking:
Bijnierschorshormoon corticosteroïd is ontstekingsremmend en remt overgevoeligheidsreacties.

Bijwerkingen:
Maagdarmklachten, meer kans op infectie, hoofdpijn

Toediening:
Tabletten, capsules of injecties of IV

38
Q

Ipramol (of ipratropium met salbutamol inhalatie)

A

Wanneer:
COPD

Werking:
Luchtwegverwijders (kortwerkend)

Bijwerkingen:
Droge geïrriteerde mond, trillende handen, hartkloppingen.

Toediening:
Inhaleren

39
Q

Inspra (of eplerenon)

A

Wanneer:
Bij hartfalen en om hartfalen te voorkomen en na een hartinfarct.

Werking:
Diuretica, verbetert de pompkracht vh hart, verminderd kalium tekort.

Bijwerkingen:
Te hoog kalium, slapeloosheid, duizeligheid, verminderde nier werking.

Toediening:
Tablet

40
Q

Isosorbidemononitraat

A

Wanneer:
Bij angina pectoris

Werking:
Vaatverwijder

Bijwerkingen:
Migraine aanval uitlokken, duizeligheid, maagdarmklachten

Toediening:
Tabletten met een gewone afgifte
Tabletten met een vertraagde afgifte
Capsules met een vertraagde afgifte

41
Q

Macrogol (of moviprep)

A

Wanneer:
Bij verstopping, voorbereiding voor colonscopie

Werking:
Houdt water in de darm vast

Bijwerkingen:
Opgeblazen gevoel, buikpijn

Toediening:
Poedervorm

42
Q

Metformine

A

Wanneer:
Bij DM

Werking:
Verlaagt het bloedglucose

Bijwerkingen:
Maagdarm klachten, verminderde eetlust

Toediening:
Tablet

43
Q

Metoclopramide

A

Wanneer:
Bij misselijkheid

Werking:
Stimuleert de beweging van maag en darmen

Bijwerkingen:
Slaperigheid vermoeidheid of zwakheid

Toediening:
Tablet, zetpil, drank of IV

44
Q

Metoprolol

A

Wanneer:
Bij hypertensie, angina pectoris en hartritmestoornissen

Werking:
Verlaagt de hartslag en bloeddruk, het vermindert de zuurstof behoefte vh hart.

Bijwerkingen:
Duizeligheid door lage bloeddruk, koude handen en voeten.

Toediening:
Tablet of een tablet met een vertraagde afgifte.

45
Q

Midazolam

A

Wanneer:
Onrust, voor een operatie, slapeloosheid

Werking:
Rustgevend, verslapt spieren, maakt suf en verminderd epilepsie.

Bijwerkingen:
Slaperigheid, sufheid, vermoeidheid.
Irritatie neus, ogen of keel.

Toediening:
Tablet, drank, neusspray, vloeistof voor in de wangzak, injectie of IV.

46
Q

Morfine

A

Wanneer:
Bij operatie, verwondingen, kanker, palliatieve zorg.

Werking:
Sterke pijnstiller (opiaat)

Bijwerkingen:
Sufheid, obstipatie, maagdarmklachten.

Toediening:
Capsules, tabletten, zetpillen, drank, injectie.

47
Q

Nifedipine

A

Wanneer:
Hypertensie, angina pectoris

Werking:
Verwijdt bloedvaten, verlaagd bloeddruk

Bijwerkingen:
Oedeem in de benen, hoofdpijn, warmte gevoel, draaierigheid.

Toediening:
Tablet

48
Q

Nitroglycerine

A

Wanneer:
Bij angina pectoris

Werking:
Vaatverwijder

Bijwerkingen:
Hoofdpijn, roodheid, irritatie, duizeligheid

Toediening:
Pleister of onder de tong

49
Q

Omeprazol

A

Wanneer:
Maagklachten, beschermen van de maag van andere medicijnen

Werking:
Verminderd de aanmaak vh maagzuur

Bijwerkingen:
Hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid

Toediening:
Tabletten of capsules

50
Q

Oxazepam

A

Wanneer:
Wordt gebruikt bij onrust of slapeloosheid

Werking:
Ontspant spieren, angstverminderend maakt suf en is rustgevend.

Bijwerkingen:
Sufheid, verminderde coördinatie

Toediening:
Tablet

51
Q

Oxycontin

A

Wanneer:
Wordt gebruikt na operatie, zenuwpijn, kanker of palliatieve zorg

Werking:
Sterkte pijnstiller (opiaat)

Bijwerkingen:
Obstipatie, sufheid, duizelig, maagdarmklachten, jeuk, hoofdpijn

Toediening:
Tabletten met een langzame gift, capsules, smelttabletten, drank

52
Q

Oxynorm (of oxycodon)

A

Wanneer:
Wordt gebruikt na operaties, zenuwpijn, kanker of palliatieve zorg

Werking:
Sterke pijnstiller (opiaat)

Bijwerkingen:
Obstipatie, sufheid, duizelig, maagdarmklachten, jeuk, hoofdpijn.

Toediening:
Tabletten met een versnelde afgifte, capsules, smelttabletten, drank

53
Q

Pradaxa (of dabigatran)

A

Wanneer:
Hartritmestoornissen, bij knie-heup operaties, trombose

Werking:
Antistollingsmiddel

Bijwerkingen:
Maagdarm-klachten, vergrote kans op bloedingen, blauwe plekken

Toediening:
Tablet

54
Q

Pantoprazol

A

Wanneer:
Maagbeschermer bij andere medicijnen, kan ook worden gebruikt bij maagzweren, brandend maagzuur etc.

Werking:
Verminderd de aanmaak van maagzuur in de maag

Bijwerkingen:
Misselijk, duizelig, moe, buikpijn, hoofdpijn

Toediening:
Tabletvorm, injectie

55
Q

Paracetamol

A

Wanneer:
Kan bij veel verschillende pijn symptomen gebruikt worden, zoals hoofdpijn, menstruatie pijn of de griep.

Werking:
Pijnstillend en koortsverlagend

Bijwerkingen:
Bij vaak gebruiken kan het juist hoofdpijn veroorzaken. Leverbeschadiging, overgevoeligheid.

Toediening:
Bruistablet, smelttablet, kauwtablet, tablet, poedervorm, drank, zetpil of via het infuus.

56
Q

Perindopril

A

Wanneer:
Bij hypertensie, dec cordis, nierziekten of na een hartinfarct

Werking:
Verlaagd de bloeddruk en verbetert de pompkracht vh hart.
ACE remmer

Bijwerkingen:
Kriebelhoest, duizeligheid, maagdarmklachten, hoofdpijn

Toediening:
Tablet

57
Q

Prednison

A

Wanneer:
Kan bij veel verschillende ontstekingen worden gebruikt, zoals COPD, collitis ulcerosa. Ook om afstotingsreactie tegen te gaan na orgaantransplantatie. Ook bij kanker als ondersteuning gebruikt

Werking:
Ontstekingsremmend, bijnierschorshormoon (corticosteroïd)

Bijwerkingen:
Meer kans op infectie, maagdarmklachten, hoofdpijn en duizelig.
Spierklachten, wisselingen in stemming, soms verschijnselen van diabetes (daarom 2x per week glucosecontrole).
Rood gelaat, dik gezicht, dunnere huid, verminderde groei bij kinderen.

Toediening:
Tabletten (wel verschil in lengte vd afgifte) of IV

58
Q

Salbutamol (kortwerkend)

A

Wanneer:
Bij astma of COPD

Werking:
Verwijd de luchtwegen, ontspant de spiertjes rond de luchtwegen waardoor er meer lucht doorheen kan.

Bijwerkingen:
Hartkloppingen, trillende handen, gaatjes in de tanden als je je mond niet goed -> kan schimmel in mond krijgen.

Toediening:
Inhaleren

59
Q

Seritide (of salmetarol en fluticason) langwerkend

A

Wanneer:
Bij astma en COPD

Werking:
Verwijd de luchtwegen, ontstekingsremmend en beschermd de luchtwegen tegen prikkels van buitenaf.

Bijwerkingen:
Schimmelinfectie in de mond, hartkloppingen, trillende handen, droge mond en keel, hoofdpijn en duizeligheid.

Toediening:
Inhaleren

60
Q

Simvastatine

A

Wanneer:
Wordt gebruikt bij een verhoogd risico op hart en vaat ziekten

Werking:
Verlaagd cholesterol en verminderd aderverkalking

Bijwerkingen:
Spierproblemen, maagdarmklachten, geheugenstoornissen en hoofdpijn

Toediening:
Tablet

61
Q

Ciprofloxacine

A

Wanneer:
Kan bij verschillende infecties worden gebruikt, urineweginfectie, luchtweginfectie

Werking:
Dood bacteriën, antibioticum

Bijwerkingen:
Maagdarmklachten, hoofdpijn, pijn in de gewrichten, bloedafwijkingen, hypertensie.

Toediening:
Tabletvorm (hierbij mag je geen melkproducten nemen.
Drankvorm met korrels of IV

62
Q

Clindamycine

A

Wanneer:
Bij bijv. infecties vd luchtwegen.
Ook bij infecties geslachtsorganen.
Infecties van parasieten (malaria)

Werking:
Dood bacteriën en sommige parasieten.

Bijwerkingen:
Maagdarmklachten, ernstige diarree, kan slokdarm en mond irriteren, huiduitslag, schimmelinfectie vd slijmvliezen.

Toediening:
Capsules of drank
Zalf bij acne of IV

63
Q

Clonazepam

A

Wanneer:
Bij epilepsie, paniekstoornissen, fobieën of zenuwpijn en spierkrampen

Werking:
Werkt rustgevend, spierontspannend en angstverminderend

Bijwerkingen:
Sufheid, vermoeidheid, slaperigheid, verminderde articulatie en coördinatie

Toediening:
Tabletten, druppels en injecties

64
Q

Clopidogrel

A

Wanneer:
Bij angina pectoris, beroerte, trombose of bij een TIA

Werking:
Zorgt dat het bloed minder samenklontert

Bijwerkingen:
Bloedingen, hematoom, maagdarmklachten

Toediening:
Tabletten

65
Q

Dexamethason

A

Wanneer:
Breed medicijn:
Bij kanker gebruikt tegen misselijkheid of in de palliatieve fase.
Bij ontstekingen bij COPD
Bijvullen van bijnierschorshormoon.
Soms als vochtafdrijver rond hersentumor

Werking:
Bijnierschorshormoon, corticosteroïd.
Remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties.

Bijwerkingen:
Bolle wangen, zwaarder worden, maagdarmklachten, hoofdpijn, spierklachten, dunnere huid, rood gelaat.
Soms verschijnselen van diabetes (daarom 2x per week glucosecontrole)

Toediening:
Tabletten of capsules, drank, injecties, IV

66
Q

Diazepam

A

Wanneer:
Stopt epilepsie, bij onrust, bij ontwenningsverschijnselen en bij slapeloosheid.

Werking:
Verslapt de spier, verminderd angst, werkt rustgevend

Bijwerkingen:
Werkt versuffend dus je mag een auto rijden, verminderde coördinatie, slaperigheid, afvlakken gevoelens

Toediening:
Tablet, klysma bij epileptische aanvallen, injecties

67
Q

Diclofenac

A

Wanneer:
Bij pijn door ontsteking bijv. artritis.
Bij koliekpijn, migraine, hoofdpijn of artrose.

Werking:
Remt pijn, verlaagd koorts en remt ontsteking. (NSAIDs)

Bijwerkingen:
Maagdarmklachten, wordt vaak voorgeschreven i.c.m. maagbeschermers. Ontsteking in de mond, draaierigheid.

Toediening:
Tabletten, tabletten die pas in de darm vrijkomen, tabletten met een vertraagde afgifte, zetpillen of IV.

68
Q

Digoxine / Lanoxin

A

Wanneer:
Bij hartfalen of hartritmestoornissen

Werking:
Verbeterd de pompkracht en zorgt voor een regelmatig hartritme.

Bijwerkingen:
Maagdarmklachten, wazig zien, stoornissen in het hartritme als het medicijn niet goed is afgestemd, overgevoeligheid en duizeligheid.

Toediening:
Tablet

69
Q

Dipidolor

A

Wanneer:
Pre of post operatief gebruikt of bij ernstige pijn.

Werking:
Verminderd pijn (opiaat)

Bijwerkingen:
Ademhalingsproblemen, allergische reactie, hypotensie bij het opstaan, braken, droge mond

Toediening:
IV of injectie

70
Q

Dipyridamol

A

Wanneer:
Om trombose te voorkomen na een operatie, beroerte of TIA

Werking:
Zorgt ervoor dat het bloed minder samenklontert.

Bijwerkingen:
Spierpijn, hoofdpijn, maagdarmklachten

Toediening:
Tabletten, capsules

71
Q

Dobutamine

A

Wanneer:
Bij hartfalen

Werking:
Verminderd de kans op hartfalen, verminderd hypertensie

Bijwerkingen:
Hypertensie, stijgende hartfrequentie, hartkloppingen, POB

Toediening:
IV

72
Q

Durogesic (of fentanyl)

A

Wanneer:
Bij ernstige pijn zoals koliekpijn, kanker, post-operatief, hartinfarct of verwondingen

Werking:
Pijn verminderd (opiaat)

Bijwerkingen:
Verstopping, obstipatie, maagdarmklachten, misselijkheid, hoofdpijn, dyspneu

Toediening:
Injectie, zuigtablet, tablet om in de mond te houden, tablet die je in de wangzak moet plakken, onder de tong, neusspray, transdermaal.

73
Q

Insuline apidra

A

SNELWERKEND
Wanneer:
Bij DM

Werking:
Dit spuit je bij als je te hoge bloedsuikers hebt. Zorgt dat de glucose gehalte minder wordt.

Bijwerkingen:
Hypo, blauwe plekken op spuitplek, overgevoeligheid, wazig zien.

Toediening:
Subcutaan

74
Q

Insuline insulatard

A

MIDDELLANG WERKEND
Wanneer:
Bij DM

Werking:
Dit spuit je bij als je te hoge bloedsuikers hebt. Zorgt dat je glucose gehalte minder wordt.

Bijwerkingen:
Hypo, blauwe plekken op spuitplek, overgevoeligheid, wazig zien.

Toediening:
Subcutaan

75
Q

Insuline lantus

A

LANGWERKEND
Wanneer:
Bij DM

Werking:
Dit spuit je bij als je te hoge bloedsuiker hebt. Zorgt dat je glucose gehalte minder wordt.

Bijwerkingen:
Hypo, blauwe plekken op spuitplek, overgevoeligheid, wazig zien

Toediening:
Subcutaan

76
Q

Insuline levemir

A

LANGWERKEND
Wanneer:
Bij DM

Werking:
Bij te hoge bloedsuiker. Zorgt dat glucose gehalte minder wordt.

Bijwerkingen:
Hypo, blauwe plekken op spuitplek, overgevoeligheid, wazig zien

Toediening:
Subcutaan

77
Q

Insuline novomix

A

KORT EN MIDDEL LANGWERKENDE
Wanneer:
Bij DM

Werking:
Bij te hoge bloedsuikers. Zorgt dat glucose gehalte minder wordt.

Bijwerkingen:
Hypo, blauwe plekken op spuitplek, overgevoeligheid, wazig zien

Toediening:
Subcutaan

78
Q

Insuline novorapid

A

SNELWERKEND
Wanneer:
Bij DM

Werking:
Bij te hoge bloedsuikers. Zorgt dat het glucose gehalte minder wordt.
Deze wordt vaak gebruikt met een bijspuitschema.

Bijwerkingen:
Hypo, blauwe plekken op spuitplek, overgevoeligheid, wazig zien

Toediening:
Subcutaan

79
Q

Kaliumchloride

A

Wanneer:
Bij een kalium tekort

Werking:
Verhoogt het kalium in het lichaam wat nodig is voor een goede functie vh hart.

Bijwerkingen:
Maagdarmklachten, zweertjes in de slokdarm, overgevoeligheid

Toediening:
Drank, tablet of IV

80
Q

Kefzol (of cefazoline)

A

Wanneer:
Bij infecties longen, blaas of huid

Werking:
Dood bacteriën, antibioticum

Bijwerkingen:
Pijn op de injectieplaats, maagdarmklachten, overgevoeligheid, flebitis (=aderontsteking).

Toediening:
Intramusculair, IV of via het infuus

81
Q

Levetiracetam

A

Wanneer:
Bij epilepsie

Werking:
Brengt overprikkelende zenuwen in de hersenen tot rust

Bijwerkingen:
Slaperigheid, hoofdpijn, sufheid. Bij dit medicijn mag je eerst geen auto rijden.

Toediening:
Tabletten, drank, IV

82
Q

Lisinopril

A

Wanneer:
Hypertensie, dec cordis, nierziekten en hartinfarct.

Werking:
Verlaagd de bloeddruk en verbeterd de pompkracht vh hart.

Bijwerkingen:
Kriebelhoest, duizeligheid, maagdarmklachten, hoofdpijn.

Toediening:
Tabletten

83
Q

Spiriva (of tiotropium)

A

Wanneer:
Bij astma of COPD

Werking:
Verwijd de luchtwegen.
Ontspant de spiertjes rond luchtwegen

Bijwerkingen:
Droge mond, schimmelinfectie in de mond door niet goed spoelen.

Toediening:
Inhalatie

84
Q

Spironolacton

A

Wanneer:
Hypertensie, hartfalen, oedeem, nierziekten

Werking:
Plastablet, dat de pompkracht vh hart verbeterd.

Bijwerkingen:
Hoofdpijn, duizeligheid, hormoonschommelingen, te veel kalium.

Toediening:
Tabletten of drank

85
Q

Sotalol

A

Wanneer:
Bij hartritmestoornissen en boezemfibrilleren

Werking:
Zorgt ervoor dat het hart regelmatiger gaat kloppen

Bijwerkingen:
Hypotensie, maagdarmklachten, vermoeidheid, spierproblemen, hartfalen

Toediening:
Tabletten

86
Q

Tazocin

A

Wanneer:
Bij ontstekingen vd urine/luchtwegen, diverse ontstekingen buikholte, cellulitis.

Werking:
Dood de bacteriën, antibioticum

Bijwerkingen:
Verergering candida, leukopenie

Toediening:
Injectie of IV

87
Q

Temazepam

A

Wanneer:
Bij onrust, slaapproblemen of rustgevend bij psychose

Werking:
Rustgevend, angstverminderend, spierontspannend, maakt suf

Bijwerkingen:
Slaperigheid, sufheid, vermoeidheid. Mag eerste tijd niet auto rijden.

Toediening:
Tablet die ook rectaal gegeven mag worden, capsules, klysma.

88
Q

Ticagrelor

A

Wanneer:
Na een dotteroperatie of plaatsing van een stent bij een vergrote kans op angina pectoris of hartinfarct.

Werking:
Antistollingsmedicijn, zorgt dat het bloed minder samenklontert.

Bijwerkingen:
Kortademigheid, bloedingen, snel blauwe plekken krijgen, maagdarmklachten.

Toediening:
Tablet

89
Q

Tobramycine

A

Wanneer:
Bij cystische fibrose en voor behandeling voor een bepaalde infectie in de longen. Ook wordt het gebruik bij infecties in het oog.

Werking:
Dood bacteriën, antibioticum

Bijwerkingen:
Hoesten, stemveranderingen, benauwdheid bij het verkeerd gebruiken

Toediening:
Inhalatiepoeder, verneveling, oogdruppels

90
Q

Tramadol

A

Wanneer:
Wordt gebruikt bij hevige pijn bij bijv. verwondingen, kanker, zenuwpijn, gewrichtspijn

Werking:
Stilt de pijn

Bijwerkingen:
Sufheid, misselijkheid, verstoppingen, droge mond

Toediening:
Capsules, oplostabletten, capsules met een vertraagde afgifte, bruistabletten, zetpillen, druppels

91
Q

Xarelto (of rivaroxaban)

A

Wanneer:
Bij hartritmestoornissen, of na een heup of knie OK

Werking:
Zorgt dat het bloed minder samenklontert, gaat trombose tegen

Bijwerkingen:
Misselijkheid, bloedingen, oedeem, koorts

Toediening:
Tablet