mediarecht en deontologie Flashcards

1
Q

wat is recht (9)

A

*Afspraken die ons opgelegd worden, afdwingbare regels voor de maatschappelijke orde
*Rechtsregels in tegenstelling tot het geloof zijn afdwingbaar  zo hebben die een zeker gezag
*Om belangen van zowel de enkeling als van de groep te beschermen en te organiseren heb je normen en regels nodig  regels die door de godsdienst zijn opgelegd zijn niet afdwingbaar
*Recht: betere belangenbeveiliging een om de menselijke gemeenschap beter te ordenen
*Recht= het recht is een geheel van afdwingbare gedragsregels door de maatschappij opgelegd ter bescherming van de maatschappelijke belangen
*Gedragsregel= dat recht bestaat uit regels of normen die zeggen wat we “moeten” of “mogen”
*Opgelegd door de gemeenschap: regels worden opgesteld door een overheidsinstantie die door de maatschappij gemachtigd is om volgens een bepaalde procedure rechtsregels uit te vaardigen
*Ter bescherming van de maatschappelijke belangen= Het recht wil het gedrag van de in de gemeenschap levende mens beïnvloeden met als bedoeling individueel en algemeen belang te verzoenen. In vele situaties hebben de burgers immers tegenstrijdige belangen. Als er een aanvaardbare afweging gevonden wordt, kunnen we spreken van een rechtvaardige regeling.
*Afdwingbaarheid= bij het niet naleven van de rechtsregels mag de overheid “geweld” gebruiken om de regels te doen naleven. Geen fysiek geweld, maar bv. Boetes, schadevergoedingen, gevangenisstraf,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

intern recht (2)

A
  • publiek recht
  • privaat recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

publiek recht (7)

A
  • overheid en burger
  • grondwettelijk recht
  • administratief recht
  • fiscaal recht
  • strafrecht
  • strafprocesrecht
  • sociaal zekerheidsrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

privaat recht (5)

A
  • rechtsverhoudingen tussen de belgen
  • arbeidsrecht
  • burgerlijk recht
  • handelsrecht
  • privaatrechterlijk procesrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

grensoverschrijdend (internationaal) recht

A
  • europees recht
  • internationaal privaatrecht
  • volkenrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

europees recht

A

geheel van regels met betrekking tot de E.U.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

internationaal privaatrecht

A

heeft tot deel uit te maken welke nationale wetgeving van toepassing is op een rechtsverhouding waarin elementen voorkomen uit verschillende staten. (als twee mensen van een verschillende nationaliteit willen trouwen, bepalen zij welke wetten hier gelden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

volkenrecht

A

regelt de betrekkingen tussen de staten onderling en tussen staten en internationale organisaties. Tevens regelt het de inrichting en de werking van internationale instellingen en diensten. Regelt wat wel en niet mag in de oorlog, maar deze regels worden slecht gerespecteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

burgerlijk recht

A

regelt de meest elementaire verhoudingen tussen de burgers : statuur van de persoon en statuur van de goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

handelsrecht

A

regelt het statuut van handelaars en commerciële activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

arbeidsrecht

A

omvat alle regels die de verhouding tussen de werknemer en zijn werkgever regelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

privaatrechterlijk procesrecht

A

regelt de inrichting en de bevoegdheden van de privaatrecht. rechtscolleges zoals het vredegerecht, Rechtbank van eerste aanleg,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

grondwettelijk recht

A

omvat alles wat in de grondwet geregeld wordt. De grondwet is de basiswetgeving van ons land en regelt o.a. de inrichting van de staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

administratief recht

A

regelt de inrichting en werking van de administratie, de zgn. “uitvoerende macht”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fiscaal recht

A

bepaalt hoe de overheidsinkomsten worden gevormd en geïnd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

strafrecht

A

= bepaalt welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen daarop van toepassing zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

strafprocesrecht

A

strafvorderingsrecht : regelt de inrichting en de bevoegdheid van de strafrechtscolleges, zoals de politierechtbank en de correctionele rechtbank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

sociaal zekerheidsrecht

A

regelt vervangingsinkomens of aanvullende uitkeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

rechtsbronnen (2)

A
  • internationale rechtsbronnen
  • de nationale rechtsbronnen (continentaal recht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

internationale rechtsbronnen

A

= Sommige rechtsregels, van internationale aard, kunnen geldingskracht hebben binnen het Belgisch grondgebied en voor Belgische onderdanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

verdragen

A

=Indien België een verdrag sluit met één of meerdere andere staten, en dit verdrag heeft betrekking op binnenlandse materies, moeten zowel de Belgische staat als de particulieren deze rechtsregels naleven.
* Internationale afspraken rond een bepaald onderwerp, tussen minimum 2 landen, eens dat bindend is dan moeten wij dat als onderdanige volgen
* Stappenplan als burgers het verdrag naleven
o Stap 1: bevoegde ministers zetten een handtekening eronder
o Stap 2: het parlement moet dat goedkeuren
o Stap 3: dan komt het in het Belgisch staatsblad
o Eens dat het in het Belgisch Staatsblad is gekomen dan wordt verwacht dat iedereen op Belgisch grondgebied die wetten toepast
* Bv. EVRM

22
Q

richtlijnen en verordeningen van de europese unie (5)

A
  • Het recht van de Europese unie geniet voorrang op het nationaal recht, vermits er een overdracht van bevoegdheden heeft plaatsgevonden
  • De EU-richtlijnen worden pas van kracht als de EU-landen ze in nationale wetten omzetten. In elk EU-land verwijst een wet of bepaling dus naar de desbetreffende EU-richtlijn en daarmee wordt deze tot nationaal recht verheven.
  • Bij verordeningen ligt dat anders. Een EU-verordening kan na de ratificatie door de Europese Commissie onmiddellijk in werking treden zonder dat een omzetting in nationaal recht noodzakelijk is. Men spreekt dan van een directe werking.
  • Richtlijnen= Instructies aan de overheid dat België de verplichting krijgt hun wet aan te passen aan hun wetten, Richtlijn niet nuttig voor burgers als het niet in een wet is opgenomen
  • Verordening= beslissing Europa die onmiddellijk van kracht is bv. GDPR daar heeft Europa België niet voor nodig, heeft een directe werking, direct in werking zonder binnen de lidstaten wetgevend initiatief nodig is
23
Q

nationale rechtsbronnen (4)

A
  • rechtspraak
  • rechtsleer
  • gewoonte
  • algemene rechtsbeginselen
24
Q

rechtspraak (4)

A

 Vonnissen en arresten van de rechtbanken en de hoven
 Komt rechtbank voor dergelijke beslissingen te staan, dan zal zij de wet moeten uitleggen en soms zelf aanvullen
 Zo wordt stilaan een zekere rechtspraak aangaande een bepaald punt gevormd
 Vooral Hof van Cassatie zorgt voor eenheid in de rechtspraak

25
rechtsleer (2)
 Gevormd door schriften van rechtsgeleerden  Oefenen invloed uit op wetgeving en rechtspraak
26
gewoonte (2)
 rechtssysteem komt voort uit de gewoonte  Als we niet weten hoe we een contract moeten uitleggen, dan moet je kijken naar de gewoonte (vb achternaam van man overnemen )
27
algemene rechtsbeginselen (3)
 verbod tot eigenrichting= je mag niet het recht in eigen handen nemen ( als je fiets is gestolen en die staat op privéeigendom mag je die niet weghalen)  iedereen heeft recht op verdediging, iedereen heeft recht op een advocaat  niet uitdrukkelijk in een wettekst geformuleerd
28
wet sensu lato (8)
- grondwet - wet sensu stricto - decreten en ordonnanties - koninklijk besluit - ministerieel besluit - besluit van een deelregering - provinciaal reglement - gemeentelijk reglement
29
grondwet (3)
a. De oorspronkelijke tekst van de grondwet dateert van 7 februari 1831. b. De belangrijkste wijzigingen sindsdien aan de grondwet betreffen enerzijds de democratisering van de grondwet, anderzijds de regionalisering van de staat. c. Grondwetswijzigingen zijn slechts mogelijk via een ingewikkelde procedure.
30
wet sensu stricto
a. Komt tot stand door toedoen van het federale parlement. (wet is ondergeschikt aan de grondwet) b. Bestaat uit 3 takken: senaat, koning en kamer van volksvertegenwoordigers
31
decreten en ordonnanties (4)
a. Decreten  uitgevaardigd door de Gemeenschaps- en Gewestraden b. Ordonnanties  door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad c. Decreten moeten in betrokken raad worden goedgekeurd bij gewone meerderheid van stemmen  bekrachtigd en afgekondigd door de overeenstemmende executieve  gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d. Decreten hebben, binnen grondgebied van betrokken regio en binnen de door de grondwet aan de betrokken toegekende bevoegdheden, dezelfde kracht als wet
32
koninklijk besluit (3)
a. KB wordt uitgevaardigd door de koning als hoofd van de uitvoerende macht en gepubliceerd in B.S. (eigenlijk door de voltallige regering) b. KB bevat uitvoerende maatregelen die een uitwerking + precisering inhouden van één of meer wetten c. KB is ondergeschikt aan een wet kan het een wet niet wijzigen of opheffen (uitzo: volmacht)
33
ministerieel besluit (3)
a. MB uitgevaardigd door een minister en gepubliceerd in B.S. b. Meestal om verdere detaillering van een bij KB uitgewerkte regel c. Opm: verwar MB niet met een ministeriële omzendbrief
34
besluit van een deelregering
a. = uitvoerende maatregelen t.a.v. een decreet + gepubliceerd in B.S.
35
provinciaal reglement
a. Door provincieraad ( soms bestendige deputatie of provinciegouverneur) + gepubliceerd in het Bestuurmemoriaal van de betrokken provincie
36
gemeentelijk reglement
a. Door gemeenteraad (soms Burgemeester of college van burgemeester en schepenen) + bekendgemaakt door aanplakking in de gemeente
37
internationale rechtscolleges (4)
- europees gerecht van eerste aanleg - europees hof van justitie - europees hof voor de rechten van de mens - internationaal strafhof
38
europees gerecht van eerste aanleg (4)
* Gevestigd in Luxemburg en telt 15 rechters * Rechters om de 6 jaar benoemd voor een hernieuwbare termijn door de lidstaten * Advocaat-generaal= aanklager * Voornamelijk bevoegd voor behandeling van klachten vanwege personen (natuurlijke en rechtspersonen= wij) tegen o beslissingen van Europese instellingen of zelfs het uitblijven van beslissingen o beslissingen van de lidstaten
39
europees hof van justitie (6)
* gevestigd in Luxemburg * ook 15 rechters voor hernieuwbare periode van 6 jaar benoemd * rechters bijgestaan door 8 advocaten-generaal * Gaat na of de Europese instellingen en de lidstaten zich aan de basisregels van de Europese Unie houden  op basis van een klacht van een instelling, een lidstaat of een Europese onderdaan * behandelt tevens het hoger beroep tegen beslissingen van het Europees Gerecht van Eerste Aanleg. * Beantwoordt prejudiciële vragen van nationale rechtscolleges. o Moet bv uitspraak van een Belgische wetgeving die tegenstrijdig is met Europees recht (maar is daar niet zeker van) = prejudiciële vragen
40
europees hof voor de rechten van de mens ( 4)
* Gevestigd in Straatsburg * Rechters benoemd door de lidstaten van de Raad van Europa * EHRM  ziet erop dat de lidstaten van de Raad van Europa de mensenrechten naleven (EVRM) * Gebeurt aan de hand van de teksten van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens + de bijhorende protocollen
41
internationaal strafhof ( 5)
* Gevestigd in Den Haag, 18 rechters + procureur * Binnen de VN opgericht * Enerzijds een permanent internationaal hof: ziet toe op de naleving van het internationaal recht door lidstaten * Anderzijds rechtbanken ad hoc (bv. Ruandatribunaal) o Specifiek voor een bepaald onderwerp * dient misdaden die tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden, volkerenmoord en internationale agressie te beoordelen
42
3 pijlers in de belgische federale structuur (met uitleg)
- wetgevende: zowel op federaal als op regionaal niveau o politiek: gekozen door het volk o brengt recht tot stand, wijzigen recht en schaffen rechtsregels af - uitvoerende: zowel op federaal als op regionaal niveau o politiek: gekozen door het volk o brengt recht tot stand, wijzigen recht en schaffen rechtsregels af - rechterlijk: de rechtbanken en de gerechtshoven o juridisch orgaan, rechters niet verkozen maar benoemd door de koning op grand van hun kennis o houden zich bezig met de concrete toepassing van de rechtsregels, moeten juridische geschillen, conflicten oplossen aan de hand van het geldend recht
43
actoren (7)
- particulieren - gerechtsdeurwaarder - advocaat - griffier - openbaar ministerie - politie - de zittende magistratuur
44
particulieren in burgerrechtelijke procedure
* spreken van partijen o de eiser of aanlegger of aanleggende partij: persoon die het initiatief heeft genomen om de procedure te starten o de verweerder of verwerende partij: dit is de persoon tegen wie de procedure wordt opgestart o mogelijk: een tussenkomende partij, zowel vrijwillig al gedwongen  =wanneer een derde partij wordt in een geding om zijn belangen veilig te stellen of om het verzoek van een van de partijen te ondersteunen * Indien verweerder niet verschijnt ( ook niet de advocaat): vonnis bij verstek o Verweerder heeft dan mogelijkheid om verzet aan te tekenen, in dat geval spreekt men van eiser op verzet (oorspronkelijke verweerder) en verweerder op verzet (oorspronkelijke aanlegger) * Hoger beroep: appellant(= degene die hoger beroep aantekent) en geïntimeerde * Cassatie: aanlegger in cassatie en verweerder in cassatie
45
particulieren in strafrechtelijke procedure (2)
- slachtoffer - de vermoedelijke dader
46
slachtoffer
* Bij een politiedienst, dewelke de klacht dan overmaakt aan het parket * Bij het parket ( of ook openbaar ministerie genoemd) * Klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter o Naar onderzoeksrechter gaan en klacht indienen en dan jezelf burgerlijke partij stellen  moet je zelf betalen voor de gerechtskosten  als je wordt veroordeeld krijg je niets terug als niet wordt veroordeeld krijg je wel je geld terug * Aanmelden als benadeelde: waardoor het slachtoffer door het parket op de hoogte wordt gehouden van het verloop van de strafprocedure * Vanaf het moment dat de Procureur des Konings een beslissing neemt om al dan niet een strafvordering te stellen, wordt de klager, hiervan op de hoogte gesteld o Seponering: geen strafprocedure opgestart/ indien slachtoffer toch schadevergoeding wenst  burgerlijke procedure op te starten of de vermoedelijke dader rechtstreeks voor de strafrecht dagvaarden o Vervolging: strafprocedure opgestart= de dader wordt door de procureur des Konings voor de strafrechter gedagvaard  slachtoffer kan zijn schade-eis als burgerlijke partij voor de strafrechter formuleren * Vanaf het moment dat er onderzoeksdaden zijn gesteld  uit handen van het openbaar ministerie maar dan moet de raadkamer beslissen of er voldoende aanwijzingen zijn om de vermoedelijke dader voor de strafrechter te vervolgen * Ook indien er een klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechters is ingediend, dient de raadkamer te beslissen of er voldoende aanwijzingen zijn om een verdachte te vervolgen
47
vermoedelijke dader
* Iedereen is onschuldig totdat de schuld bewezen is * 3 soorten misdrijven o Overtreding  Kleine misdrijven, overtredingen worden bestraft met een politiestraf= 1 tot 7 dagen gevangenisstraf en/of geldboete van max 25 euro (maal 8) o Wanbedrijf  Zwaardere misdrijven, bestraft met correctionele straf= gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar of een werkstraf van minimaal 46 uur en/ of geldboete van min. 26 euro (maal 8) o Misdaad  Zware misdrijven, bestraft met criminele straf * Opsluiting * Hechtenis * Moment strafonderzoek ingesteld of tegen wie een slachtoffer zich burgerlijke partij heeft gesteld: vermoedelijke dader= verdachte * Strafonderzoek in handen van parket= opsporingsonderzoek * Onderzoeksrechter  beslissen, indien er voldoende aanwijzingen zijn, vermoedelijke dader in verdenking stellen * Vermoedelijke dader voor strafgerecht verschijnt: beklaagde of betichte / in assisen: beschuldigde * Na afloop strafproces o Beklaagde of beschuldigde vrijgesproken o Of schuld wordt als bewezen geacht, dan spreken we van een veroordeelde * Gedetineerd= indien vrijheidsstraf krijgt opgelegd, recedivist indien hij voor een strafgerecht wordt vervolgd nadat hij eerder reeds een gelijkaardig misdrijf heeft gepleegd * Dader ontoerekeningsvatbaar wordt verklaard= geïnterneerde o Als iemand psychisch niet goed is en daarom de daden heeft gedaan o Kan je misschien nooit meer vrijkomen
48
gerechtsdeurwaarder
* Openbaar ambtenaar, documenten hebben een grote bewijswaarde * Hij moet zaken vaststellen en wat hij vaststelt, wordt geacht echt te zijn indien men er niet in slaagt te bewijzen dat hij een valse verklaring aflegt * Taken o Dagvaardingen o Betekening van gerechtelijke beslissingen, als de deurwaarder het vonnis overhandigd is het officieel o Uitvoering vonnissen: als je vonnis niet vrijwillig wil uitvoeren, gaan ze dingen van je afnemen o Officiële vaststellingen: bv lottotrekking o Advies: helpt ervoor te zorgen dat niet de inboedel wordt ingenomen
49
advocaat
* Iemand die rechten gestudeerd heeft en aangesloten is bij de balie, dat is de groepering van allee advocaten van een gerechtelijk arrondissement * Wist je dat o een advocaat kan weigeren een zaak te aanvaarden o hij vrij zijn ereloon kan bepalen en je een voorschot mag vragen ? o hij niet alles vooraf betaald kan krijgen ? o je het ereloon van de advocaat nooit kunt terugvorderen van de tegenpartij, ook als je het proces wint? o hij verplicht is alles wat je hem vertelt, geheim te houden, ook voor de rechtbank ? o je hem dan ook best alles vertelt, ook de dingen die minder mooi zijn ? o hij je zonder geschreven volmacht mag vertegenwoordigen voor de rechtbank, zodat hij voor de rechtbank in jouw naam spreekt? o je advocaat aansprakelijk is voor zijn beroepsfouten, niet natuurlijk als je gewoon je zaak niet gewonnen hebt. o je nooit verplicht bent een advocaat te nemen en je jezelf mag verdedigen of dat je naar een wetswinkel kunt gaan als het om een eenvoudige zaak gaat, dit met uitzondering van procedures voor het Hof van Assisen en voor het Hof van Cassatie? o je echter toch best een advocaat raadpleegt als je ze een proces wilt beginnen tegen iemand anders om zeker te zijn dat de zaak goed ingeleid wordt ? o de advocaten een pleitmonopolie bezitten, als je je wil laten bijstaan dient dit in principe door een advocaat te gebeuren, behalve bijvoorbeeld in een procedure voor de Arbeidsrechtbank, waar je je kan laten bijstaan door een vertegenwoordiger v n een vakbond. o je een gratis advocaat kunt vragen als je niet welgesteld bent? Zo'n advocaat werkt dan pro Deo. Je dient je te wenden tot het Bureau voor Juridische Bijstand
50
griffier
* openbaar ambtenaar * schrijft op wat er tijdens een zitting gebeurt * ondertekent vonnissen samen met de rechter * bezorgt uitgiftes van vonnissen (zet stempel erop) * voor beginnende advocaat is een griffier heel handig ( gaat dingen uitleggen van praktische zaken)