Mechanismes medicatie Flashcards
ACE-remmers
Blokkeren het ACE-enzym waardoor productie angiotensine II vermindert. (Enalapril, Lisinopril, Perindopril)
AT-II-antagonisten (ARBs)
Blokkeren de ATII receptor, waardoor ATII minder effect heeft. (Candesartan, Losartan, Valsartan)
Beta-blokkers
Blokkeren de werking van adrenaline op de beta-receptoren wat de hartslag en contracties vermindert. (Metoprolol, Atenolol, Bisoprolol, Propranolol)
Calciumantagonisten
Blokkeren de calciumkanalen in hart en bloedvaten wat ontspanning en verwijding bloedvaten en verminderde contractie hart veroorzaakt. (Amlodipine, Nifedipine, Diltiazem, Verapamil)
Cholesterolsyntheseremmers
Remmen het enzym betrokken bij de productie van cholesterol en upreguleert daardoor LDL receptoren in de lever.
DOACs
Remmen direct specifieke stollingsfactoren (IIa of Xa) waardoor bloedstolling vertraagt.
Digoxine
vaag
Heparine (gefractioneerd)
Heparine (ongefractioneerd)
Ijzerpreparaten
Kaliumsparende diuretica
Lisdiuretica
Nitraten
Ezetimib
Evolocumab