Maatschapijleer: Thema Criminaliteit Flashcards
Rationele-keuze-theorie
Dan wordt iemand crimineel als de kans klein is om gepakt worden
Etiketten theorie
Iemand gaat zich crimineel gedragen als hij/zij als een wordt gezien
Neutraliseringstheotie
Dan praat men het crimineel gedrag voor zichzelf goed
Verdachte
Iemand die volgens de politie iets strafbaars heeft gedaan
Fouilleren
Je kleding doorzoeken
Proces verbaal
Een politie verslag over een misdrijf en verdachte
Halt
Daar ga je heen tussen 12-18 voor een lichte misdrijf
Officier van justitie
Beslist wat er met de verdachte gebeurt
Openbaar Ministerie
Alle officieren van justitie samen
Seponeren
Er voor zorgen dat de verdachte niet voor de rechter komt en geen straf krijgt
Schikken
Dan krijgt de verdachte alleen een boete
Vervolgen
Dan moet je voor de rechter komen
Dagvaarding
Een oproep om voor de rechter te komen
Advocaat
De taak om de verdachte te verdedigen
Vonnis
De beslissing van de rechter
Jeugdtrafrecht
Het straf recht voor jongeren tussen 12-18
De drie hoofdstraffen
Geldboete, gevangenisstraf en taakstraf
Repressie
Het onderdrukken van criminaliteit
Preventie
Voorkomen van criminaliteit
Asociaal gedrag
Geen rekening houden met anderen
Strafbaar gedrag
Het overtreden van wet regels
Delict
Is een strafbaar feit
Overtreding
Is minder erg strafbaar feit
Misdrijf
Ernstig strafbaar feit
Strafblad
krijg je als je een misdrijf pleegt
Criminaliteit
Alle misdrijven die onder de wet horen
Plaats gebonden
Dat de wet regeling overal anders is geregeld
Tijdsgebonden
Dat de wet regeling met tijd veranderd
Materiële gevolgen
Zijn gevolgen die je in geld kan uitdrukken
Niet-materiele Gevolgen
Gevolgen die je niet in geld kan uitdrukken
Risicofactoren
Omstandigheden die crimineel gedrag kan vergroten
Pakkans
Dan kijk wat de kans is om opgepakt worden
Aangelegd-gedragtheorie
Crimineel gedrag wat je over neemt van je omgeving
Anomietheorie
Dan wordt je crimineel voor geld en succesvol te lijken
Bindingstheoriw
Dan zorgen banden met familie en vrienden voor crimineel gedrag