ma Flashcards

1
Q

Wat is democratie?

A

Een land waar het volk invloed heeft bij het maken van politieke keuzes

Democratie kan ook betekenen dat de bevolking mag stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is Nederland een democratie ondanks het ontbreken van een referendum?

A

Nederland is een indirecte democratie

In een indirecte democratie kiezen de burgers vertegenwoordigers die beslissingen voor hen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is er in Nederland sprake van directe of indirecte democratie?

A

Indirecte democratie

Bij indirecte democratie kiezen burgers vertegenwoordigers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan een democratie zichzelf opheffen?

A

Door bijvoorbeeld een meerderheid te kiezen die de democratische regels wil veranderen

Dit kan leiden tot autoritaire regimes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent het begrip ‘lijsttrekker’?

A

De persoon die aan de top van een kandidatenlijst staat voor verkiezingen

Lijsttrekkers zijn vaak de meest zichtbare vertegenwoordigers van een partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Past de zin ‘je bent zelf in staat je eigen doelen te bereiken, de overheid gaat jou geen geld geven’ bij socialisme of liberalisme?

A

Liberalisme

Liberalisme benadrukt individuele verantwoordelijkheid en minder overheidsinterventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Past de zin ‘door de situatie van nu zien we dat jongeren geen goede start hebben, de overheid moet hier iets aan doen’ bij socialisme of liberalisme?

A

Socialisme

Socialisme pleit voor overheidsinterventie om sociale ongelijkheid te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom was het confessionalisme 30 jaar geleden groter dan nu?

A

Veranderende maatschappelijke waarden en opkomst van andere politieke stromingen

Confessionalisme is minder prominent geworden door secularisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is de winst van BBB en NSC ook winst voor het CDA?

A

Het wijst op een verschuiving in stemgedrag die de positie van het CDA kan versterken

Het CDA kan profiteren van de onvrede over andere partijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom kan een politicus in Nederland niet ‘de wil van het volk’ vertegenwoordigen?

A

Omdat de bevolking divers is en niet één uniforme wil heeft

Politici moeten vaak compromissen sluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is de coalitie niet kritisch op het kabinet?

A

Omdat de coalitiepartijen samenwerken om gezamenlijke doelen te bereiken

Dit kan leiden tot minder controle en tegenkracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vier politieke partijen zitten nu in de coalitie?

A

VVD, D66, CDA, en GroenLinks

De samenstelling van de coalitie kan veranderen na verkiezingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom heeft de coalitie de PVV nodig?

A

Voor een meerderheid in de Eerste Kamer om wetten aan te nemen

Een wet vereist goedkeuring van zowel de Tweede als de Eerste Kamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel zetels heeft de Eerste Kamer?

A

75 zetels

De Eerste Kamer controleert wetgeving en vertegenwoordigt de provincies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Heeft de koning veel macht?

A

Nee, de koning heeft vooral een ceremoniële rol

De macht is verdeeld over het parlement en de regering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom moeten het Parlement en het kabinet twee verschillende dingen zijn?

A

Om de trias politica te waarborgen en machtsmisbruik te voorkomen

De trias politica verdeelt de macht over wetgevende, uitvoerende, en rechterlijke machten.

17
Q

Welk woord past niet in de rij: Het Parlement – de Gemeenteraad – de Provinciale Staten – Het college van burgemeesters en wethouders?

A

Het Parlement

Het Parlement is een nationaal orgaan, terwijl de anderen lokaal zijn.

18
Q

Noem een nadeel van de EU.

A

Beperkingen op nationale soevereiniteit

Lidstaten moeten zich houden aan EU-regelgeving.

19
Q

Noem een voordeel van de EU.

A

Vrije handel tussen lidstaten

Dit bevordert economische groei en samenwerking.

20
Q

Vind jij het goed dat de NAVO er is? Geef twee argumenten die jouw mening ondersteunen.

A

Antwoord varieert

Argumenten kunnen zijn: veiligheid en samenwerking tegen gezamenlijke dreigingen.

21
Q

Bij welke actualiteit passen de afbeeldingen?

A

Antwoord varieert

Actualiteit kan betrekking hebben op politieke gebeurtenissen of nieuwsitems.