M1 Flashcards
1
Q
de angst, ongerustheid
A
l’anxiété
2
Q
het welzijn
A
le bien-être
3
Q
koperblazers
A
des cuivres (m.)
4
Q
een evenwicht
A
un équilibre
5
Q
het zelfvertrouwen
A
l’estime de soi
6
Q
een ontsnapping, een afleiding
A
une évasion
7
Q
een gekheid, een gekte
A
une folie
8
Q
een muziekgenre
A
un genre musical
9
Q
een snaarinstrument
A
un intrument à cordes
10
Q
een slaginstrument
A
un instrument à percussion
11
Q
een blaasintrument
A
un intrument à vent
12
Q
een mix, mengeling
A
un mélange
13
Q
een stuk, nummer
A
un morceau
14
Q
een hulpbron
A
un ressource
15
Q
het zomerseizoen
A
la saison estivale
16
Q
een klank
A
un son
17
Q
de steun, ondersteuning
A
le soutien
18
Q
heilzaam
A
bénéfique
19
Q
chemisch
A
chimique
20
Q
wanhopig
A
exaspéré
21
Q
uniek, bijzonder, niet te evenaren
A
inégalable
22
Q
moreel
A
moral(e)
23
Q
tijdelijk
A
temporaire
24
Q
kleding
A
vestimentaire