Luxaties en frozen shoulder Flashcards

1
Q

Luxaties schoudergordel

A

84% glenohumeraal luxatie anterieur
1,5% glenohumeraal luxatie posterieur
12% luxatie van het AC-gewricht
2,5% luxatie van het SC-gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de meest voorkomende schouderluxatie?

A

Anterieure luxatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar is bij glenohumeral luxatie anterior de humeruskop te vinden?

A

Meestal bevindt die zich ventraal van het glenoïd, meestal onder de processus coracoïdeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke personen lopen het meeste risico op glenohumeral luxatie anterior?

A

Mannen: gemiddelde leeftijd is 32
Vrouwen: gemiddelde leeftijd is 53

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de complicaties van Glenohumerale luxaties?

A

-In 50% van alle GH-luxaties –> tractieletsel n. axillaris/plexus brachialis

-anterieure labrumscheur
(bankart laesie)

-Hill-sachs fractuur =impressiefractuur van Hill-Sachs
(laesie humeruskop)

  • fractuur glenoïd/proximale humerus
  • oprekking ventrale kapsel
  • rotator cuffruptuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de symptomen van een schouderluxatie?

A
  • hevige pijn in de schouder
  • niet in staat arm normaal te bewegen
  • alle bewegingen in arm zijn pijnlijk
  • ook passieve bewegingen zijn pijnlijk en vrijwel onmogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke ligamenten verzorgen de stabiliteit van het AC-gewricht?

A

Lig. Acromioclaviculare – horizontale stabiliteit

Lig. Coracoclaviculare:

  • lig. Conoïdeum – verticale stabiliteit en
  • lig. Trapezoïdeum – trekt het gewricht uit elkaar en voorkomt te grote compressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke spieren verzorgen de stabiliteit van het AC-gewricht?

A

m. trapezius pars descendens

m. deltoïdeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf de classificatie van AC-luxaties naar Tossy

A

Type I: distorsie van het gewricht: <0,5 cm verplaatsing van clavicula en acromion tov elkaar

Type II: subluxatie: dislocatie van 0,5-1,0 cm. Relatieve hoogstand van de clavicula met pianotoetsfenomeen

Type III: luxatie: dislocatie > 1 cm. Forse relatieve hoogstand van de clavicula.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij welke type Tossy treedt een pianotoetsfenomeen op?

A

Type II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf het ontstaansmechanisme van een AC-luxatie

A

Acromion en dus gehele scapula wordt met geweld mediocaudaal bewogen door val of stoot op schouder. Hierdoor ontstaat overrekking van de ligamenten of een ruptuur of afscheuring van de m.deltoïdeus en m. trapezius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf de symptomen van een AC-luxatie

A
  • Abductie tegen weerstand van een 90 gr. voorwaarts eleverende arm is pijnlijk.
  • Adductie tegen weerstand is vaak pijnlijk.
  • Drukpijn ter plaatse van AC gewricht.
  • Drukpijn ter plaatse van coracoclaviculaire ruimte
  • Pianotoetsfenomeen
  • Zichtbare gap tussen acromion en clavicula
  • Vanaf type IV: abnormale voor-achterwaartse beweeglijkheid van clavicula tov acromion
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt een AC-luxatie behandeld?

A

Type I en II: conservatieve therapie -> brace en oefentherapie

Type II: soms conservatief en soms operatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor wordt glenohumerale stabiliteit tot stand gebracht?

A

Stabiliteit wordt met name door rotatorcuff spieren (lokale spieren) tot stand gebracht.
= supraspinatus, infraspinatus, subscapularis, teres minor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is de rotator cuff voornamelijk actief in de glenohumerale stabiliteit in de functionele middenstanden van de arm?

A

Omdat de ligamenten dan op zichzelf niet onder spanning staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan de stabiliteit van art. humeri verminderen?

A

Door zwakte of disfunctionaliteit van de rotator cuff.

17
Q

Wat is een veelvoorkomend labrumletsel na een anterieure schouderluxatie?

A

Bankart-leasie = voorste labrum scheurt af na traumatische anterieure luxatie.

18
Q

Wat wordt bedoeld met een habituele schouderluxatie

A

Bij hypermobiliteit kan persoon zelf de schouderkop uit de kop trekken en er weer in duwen.

19
Q

Welke pijn is kenmerkend bij schouderinstabiliteit?

A

Posterieure schouderpijn tijdens gooien, smashen en soortgelijke bewegingen.

20
Q

Geef een beschrijving van een primaire en een secundaire frozen shoulder.

A

Primair: idiopatisch -> nauwelijks of geen sprake van (micro)trauma of oorzakelijk moment

Secundair: ontstaan na een trauma. Trauma kan ook operatie zijn

21
Q

Op welke leeftijd komt frozen shoulder het meest voor?

A

40-60 jaar

22
Q

Welke schouder is meestal aangedaan?

A

Niet-dominante schouder

23
Q

Hoe groot is de kans dat een patiënt met frozen shoulder binnen vijf jaar ook last krijgt van de andere schouder?

A

6-17%

24
Q

Beschrijf hoe de typische anamnese, inspectie en het functieonderzoek eruit ziet.

A

Anamnese: Geleidelijk optredende – soms hevige- pijn aan laterale zijde van de schouder en bovenarm. Pijn kan in ernstige gevallen tot in de hand gevoeld worden.

Inspectie: Pt houdt arm vaak in adductie en endorotatie naast het lichaam om pijn te verminderen. Soms is een lichte atrofie van de m. deltoideus en m. supraspinatus zichtbaar.

Functieonderzoek: Actieve en passieve exorotatie is bijna niet mogelijk, eerst door pijn en in later stadium vanwege bewegingsbeperking. Wanneer alleen de actieve exorotatie beperkt is (en de passieve exorotatie is normaal mogelijk) kan sprake zijn van een grote rotatorcuffruptuur, die andere behandeling vereist.

25
Q

Beschrijf de drie fasen van frozen shoulder en bespreek de fysiotherapeutische handelingen in deze fase.

A

Fase 1: Freezing fase. Pijnlijke fase die 2-9 mnd duurt. Sprake van pijn en toenemende stijfheid van de schouder zonder oorzakelijk moment. Pijn ook in rust en ’s nachts vaak het hevigst.

Fase 2: Frozen fase. Duurt 4-12 mnd. De pijn neemt geleidelijk af, maar stijfheid blijft aanwezig. Pijn is er alleen bij eindstandige bewegingen. Exorotatie is bijna geheel onmogelijk geworden.

Fase 3: Thawing fase. Duurt 12-42 mnd (zonder operatie). Met operatie kan het in 4 wkn voorbij zijn. Symptomen verdwijnen langzaam, maar vaak blijft bewegingsbeperking over.

Gemiddelde duur van begin frozen shoulder tot aan genezing is > 30 mnd.