Long (carcinoom) Flashcards

1
Q

Welke cellen vormen de bekleding van de wand van bronchi en bronchioli?

A

Trilhaarepitheel, slijmbekercellen, basale cellen, clubcellen (voorheen ‘Claracellen’) en neuroendocriene cellen. Neuroendocriene cellen zijn niet met routine lichtmicroscopie te herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt het bronchiaal epitheel in stand gehouden?

A

Door proliferatie van aan de basis van het epitheel gelegen “stam”cellen, dit zijn de basale cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door welke cellen worden alveoli bekleed?

A

Alveoli worden bekleed door pneumocyten waarvan er twee typen bestaan, pneumocyten type 1 en pneumocyten type 2. Pneumocyten type 1 ontstaan uit pneumocyten type 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door welke cellen worden alveoli bekleed?

A

Alveoli worden bekleed door pneumocyten waarvan er twee typen bestaan, pneumocyten type 1 en pneumocyten type 2. Pneumocyten type 1 ontstaan uit pneumocyten type 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De stelling luidt: “In de bekleding van de alveolaire septa zijn er meer pneumocyten 1 (zie de zwarte pijl) dan 2.” Klopt deze stelling?

A

Ja! type 1 bedekt voor ongeveer 97% de oppervlakte van de alveoli. Maar qua aantal zijn er 2x zo veel type 2 pneumocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waartoe dient het surfactant?

A

Het dient ter verlaging van de oppervlaktespanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een zuurstofdeeltje wordt ingeademt. Welke weg legt dit af?

A

pneumocyt, basaalmembraan pneumocyt, basaalmembraan endotheelcel, endotheelcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vier histologische hoofdvormen van kwaadaardige longtumoren worden onderscheiden?

A

Plaveiselcelcarcinoom
Adenocarcinoom
Grootcellig carcinoom
Kleincellig carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het idee achter de indeling “kleincellig en niet-kleincellig longcarcinoom”?

A
  • Niet-kleincellige carcinomen kunnen (onder bepaalde condities) chirurgisch behandeld worden en hebben (mede daardoor) een betere prognose.
  • Kleincellige carcinomen zaaien reeds in een vroeg stadium uit en zijn daardoor niet curabel door middel van chirurgie. Wel zijn zij relatief gevoelig voor chemotherapie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar in de long bevinden zich mesotheelcellen?

A

Op het oppervlak van alle “sereuze vliezen” zoals onder andere de longvliezen (pleura parietalis en visceralis en het buikvlies (peritoneum). Mesothelioom staat ook wel bekend als “longvlieskanker”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar in de long bevinden zich mesotheelcellen?

A

Op het oppervlak van alle “sereuze vliezen” zoals onder andere de longvliezen (pleura parietalis en visceralis en het buikvlies (peritoneum). Mesothelioom staat ook wel bekend als “longvlieskanker”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van een mesothelioom?

A

Blootstelling aan asbest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor worden de frequente luchtweginfecties veroorzaakt bij een longtumor?

A

Afsluiting (mogelijk gedeeltelijk) van de bronchus door de tumor met als gevolg slijmstase, een goede voedingsbodem voor bacteriën (veroorzaakt een zgn. “post-stenotische pneumonie”).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een definitie van een paraneoplasie.

A

Paraneoplastische syndromen zijn verschijnselen die veroorzaakt worden door ‘bioactieve’ stoffen die door een longtumor worden geproduceerd en die elders in het lichaam een effect sorteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly