lodewijk Flashcards
absolute monarchie met goddelijk recht
alleen aan de macht, koning tot aan zijn dood, krijgt de macht van God
het zwaarde
baas over de leven en dood
scepter
opperbevelhebber
kroon
hij staat boven het volk
hand van justicia
hij heeft de rechterlijke macht
absolue monarchie (schéma)
god
koning
wetgevende macht -> uitvoerende macht
rechterlijke macht -> volk
kenmerken van Ancien Régime
standenmaatschappij
absolute monarchieën
goddelijk recht
= geen democratie -> autoristarisme
Magna Carta
1215
1688
Glorious Revolution
1689
Declaration of Right (grondwet)
Kant
Vrijheid en verstand
locke
politiek
het volk is vrij om zelf te beslissen en om een bestuur te kiezen = volkssoevereniteit
Montesquieu
politiek
de 3 machten moeten gescheiden zijn, anders ontstaat het absolutisme
voltaire
sociaal
hij wil meer verdraagzaamheid tussen de mensen
rousseau
socio-cultureel
kinderen moeten leren door hun eigen ervaring
hij wil gelijkheid tussen de verschillende standen