lj3 1e toets Flashcards
vier uitgangspunten van een molecuulmodel
1-alles bestaat uit moleculen
2-alles heeft zijn eigen moleculen
3-moleculen zijn altijd in beweging
4-moleculen trekken elkaar aan
(vanderwaalskracht)
wat is vanderwaalskracht
het aantrekkingskracht van moleculen.
Dat ze elkaar aantrekken
macroniveau
het niveau dat je met je eigen zintuigen kan zien/voelen
je beschrijft stoffen met stofeigenschappen
microniveau
alles met moleculen
je verklaart stofeigenschappen met moleculen
zuivere stof
bestaat uit één soort stof op microniveau
mengsel
bestaat uit twee of meerdere stoffen op microniveau
molecuul
kleinst mogelijk éénheid van een stof
oplossing
heldere, vloeibare mengsel van een oplosmiddel met een opgeloste stof.
of: gas met vloeistof
bijvoorbeeld suikerwater
suspensie
troebel mengsel van vaste stof met vloeistof.
Bijvoorbeeld kalkwater of jus d’orange met pulp
emulsie
vloeistoffen die niet goed mengbaar zijn, zoals water en olie. Een emulgator is nodig om het te mengen, zoals zeep of eigeel
bijv mayonnaise
emulgator
een stof die je aan moelijk te mengen vloeistoffen toevoegd zodat ze kunnen mengen.
Zeep of eigeel
hoe heet een mengsel van metalen (twee namen)
een legering of alliage
nevel
kleine druppeltjes vloeistof in lucht. Het is troebel.
Bijv mist of haarlak
rook
klein stukjes vaste stof in de lucht. Het is troebel, en bij brand is het roet of as.
schuim
een mengsel van een vast of vloeibare stof met grote luchtbellen erin.
vloeibaar bijv: Zeepschuim
vaste bijv: PUR schuim
heterogene mengsel
mengsel waarbij de componenten duidelijk te onderscheiden zijn.
Bijv zand in water of olie in water
homogene mengsel
troebel mengsel waarbij het onmogelijk te onderscheiden is het verschil tussen de componenten.
bijv zout in water of lucht.
stoltraject.
bij een stolcurve van een mengsel is er nergens een gelijke rechte lijn, dat is alleen zo bij zuivere stofffen
stolpunt
het punt op een stolcurve grafiek dat aangeeft dat het een zuivere stof is, als er een rechte lijn is.
bezinken
scheidingsmethode voor suspensies.
Alle vaste stoffen zinken naar de bodem, dan kan je de vloeistof afschenken
centrifugeren
scheidingsmethode voor suspensies.
Versnelde bezinken.
filtreren
scheidingsmethode voor suspensie.
Je krijgt filtraat en residu
extraheren
scheiding door verschil in oplosbaarheid
indampen
scheidingsmethode voor oplossingen.
indampen is een verschil in
kookpunt
bezinken en afschenken is een verschil in
dichtheid
centrifugeren is een verschil in
dichtheid
extraheren is een verschil in
oplosbaarheid
filtreren is een verschil in
deeltjesgrootte
zeven
deeltjesgrootte
destilaat
als je iets destileerd, verdampt het vloeistof met het laagste kookpunt als eerst.
Wanneer het damp afkoelt en condenseert heet dat destilaat
residu (destilatie)
vloeistof met een hogere kookpunt die achterblijft in het destilatiekolf.
destilatie is een verschil in
kookpunt
leg destilatie uit
1-Een mengsel wordt verwarmt, de vloeistof met het laagste kookpunt verdampt
2-Het damp wordt door een koeler geleidt en koelt af en condenseert in een apart beker
3-gecondenseerde heet destilaat, overblijfsel met hogere kookpunt heet residu