Little Women Vocab Flashcards
Irascible
Opvliegend, driftig
Harum-scarum
Roekeloos, onstuimig
Impetuous
Onstuimig, impulsief, heftig
Impertinent
Brutaal, onbeschaamd, irrelevant
In a flurry
Gedreven door een windstoot, a swirling mass of something fe snow, in de war,
Wistful
Weemoedig, droefgeestig verlangend
Topsy-turvy
Ondersteboven
Redoubtable
Geducht(e tegenstander)
Prim
Stijf, gemaakt, formeel
Poky
Benepen, bekrompen
Indolent
Lui
Play truant
Spijbelen
Coddle
Overbeschermen, verwennen
Convulse
Schokken, door elkaar schudden, stuiptrekken
Voracious
Gulzig, vraatzuchtig
Infirmity
Gebrek, zwakte
Rapture
Vreugdeuitbarsting
Blithe
Blij, zorgeloos, achteloos
Pansies
Viooltjes
Crotchety
Grillig, nukkig
Quench
Blussen, doven, lessen
Withering
Vernietigend, om iemand te vernederen
Rankle
Knagen (als in irriteren)
Inexorable
Onverbiddelijk
Portentous
Onheilspellend, veelzeggend
Infringe
Breken (van regels)
Imploring
Smekend
Indignation
Verontwaardiging
Irrepressible
Ononderdrukbaar
Beseech
Smeken, bidden
Ignominious
Schandelijk
Conceited
Verwaand, eigenwijs
Prevailed upon
Overtuigd worden
Bridle up
Boos worden
Coax
Overhalen, verleiden
Calamity
Ramp, onheil
To plume oneself
Jezelf een pluim geven, opscheppen
Exasperating
Irritant
Penitent
Berouwvol
Refractory
Hardnekkig, weerbarstig
Destitute
Verstoken, arm
Sumptuous
Weelderig, prachtig, luxueus
Repine
Klagen, morren
Despondency
Moedeloosheid
Alacrity
Enthousiasme, bereidwilligheid
Relinquish
Opgeven, afstaan
Prodigious
Wonderbaarlijk, verbazend
Effigy
Beeltenis
Rapture
Vervoering, verukking
Convulse
Stuiptrekken
Fastidious
Kieskeurig
get your bearings
gewend geraken, thuis voelen, je weg vinden
green at the gills
groen zien, er misselijk/ziek uit zien
apprehension
vrees, begrip/vat
tamp down
minimaliseren
quailing
angst tonen, terugdeinzen
sconce
aan de muur bevestigde kandelaar
impertinent
onbeleefd, onbeschaamd, irrelevant
shrewd
sluw, schrander, ijskoud
parse
taalkundig ontleden
raucous
luidruchtig
denizen
bewoner (typisch voor bepaalde plaats, vb bosbewoner), buitenlander met bepaalde rechten in nieuw land (brits)
apprehend
oppakken, vatten, begrijpen
coax
overhalen, zorgvuldig en geduldig naar je hand zetten
chuff
grommen, puffen
recalcitrant
weerspannig
ignominious
schandelijk
grievance
klacht, wrok, verdriet