Liste pour tester l'application Flashcards
een raad, raadgeving
un conseil
de bedoeling
le but, l’intention
de belangstelling
l’intérêt (m.)
een middel
un moyen
een bijzonder kenmerk, bijzonderheid
une particularité
een eigenaardigheid, bijzonderheid
une singularité
zwaar
lourd, lourde
eerlijk, oprecht
franc, franche
dergelijk, gelijkaardig
pareil, pareille
een raad aan iemand (mee)geven
adresser (un conseil) à quelqu’un
handelen, ageren, opkomen voor
agir (pour)
goede bedoelingen hebben
avoir de bonnes intentions
Het haalt niets uit.
Ça ne sert à rien.
Het is de moeite (niet) waard!
Ça (ne) vaut (pas) la peine !
Dat is niet het einde van de wereld!
Ce n’est pas la fin du monde !
Het is voor je eigen bestwil.
C’est pour ton bien.
het probleem uitvergroten
en faire toute une histoire
Er is niets aan te doen!
Il n’y a rien à faire!
Het kan me / ons niets schelen, wat maakt het uit!
On s’en fiche ! / On s’en fout ! (fam.)
een gezel(lin)
un compagnon, une compagne
het conformisme
le conformisme
een vergrijp, een misdrijf
un délit
een probleem, een moeilijkheid
un ennui
de uitputting
l’épuisement (m.)
een staat
un État
een manier
une façon
een gewoonte
une habitude
een verbod
une interdiction
een lafheid, zwakheid, gelatenheid
une lâcheté
de persvrijheid
la liberté de la presse
de mentaliteit
la mentalité
een (voorzorgs) maatregel
une mesure (de précaution)
een politieke partij
un parti politique