Liste pour tester l'application Flashcards
een raad, raadgeving
un conseil
de bedoeling
le but, l’intention
de belangstelling
l’intérêt (m.)
een middel
un moyen
een bijzonder kenmerk, bijzonderheid
une particularité
een eigenaardigheid, bijzonderheid
une singularité
zwaar
lourd, lourde
eerlijk, oprecht
franc, franche
dergelijk, gelijkaardig
pareil, pareille
een raad aan iemand (mee)geven
adresser (un conseil) à quelqu’un
handelen, ageren, opkomen voor
agir (pour)
goede bedoelingen hebben
avoir de bonnes intentions
Het haalt niets uit.
Ça ne sert à rien.
Het is de moeite (niet) waard!
Ça (ne) vaut (pas) la peine !
Dat is niet het einde van de wereld!
Ce n’est pas la fin du monde !
Het is voor je eigen bestwil.
C’est pour ton bien.
het probleem uitvergroten
en faire toute une histoire
Er is niets aan te doen!
Il n’y a rien à faire!
Het kan me / ons niets schelen, wat maakt het uit!
On s’en fiche ! / On s’en fout ! (fam.)
een gezel(lin)
un compagnon, une compagne
het conformisme
le conformisme
een vergrijp, een misdrijf
un délit
een probleem, een moeilijkheid
un ennui
de uitputting
l’épuisement (m.)
een staat
un État
een manier
une façon
een gewoonte
une habitude
een verbod
une interdiction
een lafheid, zwakheid, gelatenheid
une lâcheté
de persvrijheid
la liberté de la presse
de mentaliteit
la mentalité
een (voorzorgs) maatregel
une mesure (de précaution)
een politieke partij
un parti politique
een politiek regime
un régime politique
de Tweede Wereldoorlog
la Seconde Guerre mondiale
de onderdrukking
la suppression
de overbevolking
la surpopulation
het stadsleven
la vie citadine
overeenkomstig, conform
conforme
minderwaardig
inférieur, inférieure (a)
onverdraagbaar
insupportable
laf
lâche
racistisch
raciste
strikt
strict, stricte
hoogwaardig, superieur, hoger
supérieur, supérieure (à)
aanhouden
arrêter (quelqu’un)
(de wet) omzeilen
détourner (la loi)
uitputten
épuiser
bijna mislukken, tekortschieten
faillir
eindigen met, uiteindelijk + werkwoord
finir par (+ verbe)
(een wet) opleggen
imposer (une loi)
verbieden
interdire
leiden tot
mener à
gehoorzamen aan
obéir à
verplichten om
obliger à
(gerechtelijk) vervolgen
poursuivre (en justice)
oplossen
résoudre
zich aanpassen aan
s’adapter à
bestrijden
s’attaquer à
afschaffen, onderdrukken
supprimer
de ogen afwenden
détourner les yeux
veilig, in veiligheid zijn
être en sécurité
uitgesloten worden
être exclu, exclue
men zou beter, het is beter …
il vaut mieux
kat en muis spelen
jouer au chat et à la souris
met vuur spelen
jouer avec le feu
de grens oversteken
passer la frontière
ergens op terugkomen, in vraag stellen
remettre en cause quelque chose
waarschijnlijk, zonder twijfel
sans doute
de toekenning
l’attribution (f.)
het lot
le destin
het verblijfsrecht
le droit de séjour
een grens
une frontière
een onrecht
une injustice
de wijsheid
la sagesse
de grond
le sol
een gebied
un territoire
versoepelen
assouplir
iets aan iemand toekennen
attribuer quelque chose à quelqu’un
eer betuigen aan
honorer
verkrijgen
obtenir
intrekken, terugtrekken, wegnemen
retirer
steunen
soutenir